Boek over Maxim Billers verboden boek

Over de verboden roman ‘Esra’ van de Duits-Joodse schrijver Maxim Biller heeft Uwe Wittstock, de literaire chef van het Duitse magazine ‘Focus’, een boek geschreven dat bestaat uit documenten en essays: ‘Der Fall Esra. Ein Roman vor Gericht’.

Toen Billers liefdesroman ‘Esra’ in 2003 verscheen, werd de schrijver door zijn ex-vriendin en haar moeder aangeklaagd. Beiden meenden zich in de hoofdpersonages te herkennen. ‘Ik wil je mijn borsten niet tonen en later ergens lezen dat ik je mijn borsten getoond heb,’ zegt de mooie Esra tot haar vriend Adam in de roman ‘Esra’.

De klacht van moeder en dochter, die meenden dat hun privérechten door Billers roman geschonden werden, werd in 2003 door een rechtbank in München terecht bevonden. Het boek werd verboden en uit de handel genomen. Uitgever Kiepenheur & Witsch en schrijver Biller gingen in beroep. De zaak kwam zelfs voor het ‘Bundesverfassungsgericht’ in Karlsruhe. Dit Hoge Constitutionele Hof, de hoogste Duitse rechtsinstantie, kwam in 2007 echter ook tot de conclusie dat Billers vriendin het recht aan haar zijde had. Het boek bleef verboden. Een ramp voor schrijver en uitgever.

Uwe Wittstock laat er in zijn essay geen twijfel over bestaan dat hij het eindoordeel van de rechtbank fundamenteel verkeerd vindt. Hij wijst op de consequenties van het vonnis. Voor een Duitse schrijver wordt het almaar neteliger om romanpersonages te verzinnen, want het gevaar bestaat dat er wel altijd iemand is die zich in een fictieve of half-fictieve figuur herkent. Slechts weinig romanciers zijn immers bij machte om hun personages helemaal uit te vinden. Vaak zijn de personages gemengde producten van werkelijkheid en verbeelding.

Sindsdien zijn er nog twee andere gevallen waarin Duitse schrijvers moesten inbinden. Een vrouw dreigde met een klacht tegen de roman ‘Das Da-Da-Da-Sein’ van Maik Brüggemeyer omdat ze vond dat ze zich in een personage direct kon herkennen en omdat ze verder meende dat de schrijver haar in een te ongunstig daglicht had geplaatst. Alleen al die dreiging was voor de uitgever (Aufbau Verlag) voldoende reden om de auteur te vragen talrijke passages om te werken, wat ook gebeurde. De tweede versie van die roman is zopas verschenen. Menig criticus meent dat ook uitgeverij ‘Aufbau’ gelaakt moet worden, omdat ze zich zo gemakkelijk liet intimideren.

En de roman ‘Last Exit Volksdorf’ van Tina Uebel werd door uitgever Beck uit de circulatie genomen toen een lezer zich in zijn privérechten geschaad meende te zien. Na een minnelijke schikking kon van die laatste roman een nieuwe, herwerkte versie verschijnen.

Conclusie van Wittstock: de drempel om in Duitsland een boek ter verbieden ligt lager dan ooit en vormt werkelijk een bedreiging voor de vrijheid van de kunst. Wittstock beklemtoont dat de privérechten van personen veel meer bedreigd worden door artikels in de boulevardpers, de televisie en het internet dan door de literatuur.

Schrijvers – ook de grootste – hebben nooit geaarzeld om zich voor hun werken door bestaande personen te laten inspireren. Robert Musils personage Arnheim uit ‘De man zonder eigenschappen’ is geïnspireerd op de politicus Walther Rathenau en Mynheer Peperkorn uit Thomas Manns ‘De Toverberg’ op Gerhart Hauptmann. Klaus Manns heeft in de roman ‘Mephisto’ zijn hoofdpersonage Hendrik Höfgen naar de illustere Derde-Rijkacteur Gustaf Gründgens gemodelleerd.

Van Maxim Biller verschenen in Nederlandse vertaling de verhalenbundels: ‘Als ik toch eens rijk en dood was’ (1995), ‘Land van vaders en verraders’ (1996) en de roman ‘Motti Wind’ (2001) bij Meulenhoff.

Piet de Moor

Uwe Wittstock. ‘Der Fall Esra. Ein Roman vor Gericht’. Kiepenheuer & Witsch Verlag. Keulen 2011, 240 blz., 18,99 euro, isbn 9783462600087.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content