Bezondigde Rudyard ‘Jungleboek’ Kipling zich aan plagiaat?

Kipling twijfelt in een onlangs heropgeviste brief of hij misschien wel te goed andermans werk had gelezen toen hij de wet van de jungle uit ‘Het jungleboek’ vorm gaf.

In het bijzonder het gedicht ‘De wet van de jungle’ uit ‘Het tweede jungleboek’ zou naar eigen zeggen ruiken naar plagiaat. Kipling schrijft: “Een klein deel is integraal overgenomen van regels van de (zuidelijke) Eskimo’s voor het verdelen van de buit. Het is in feite heel goed mogelijk dat ik mezelf op ongeoorloofde wijze heb geholpen, maar ik kan me op dit ogenblik niet herinneren uit welke werken ik heb gestolen.” Kipling doet zijn bekentenissen aan een onbekende dame in een brief uit 1895, kort nadat ‘Het tweede jungleboek’ verscheen. De brief kwam vorige maand terug aan de oppervlakte toen Adam Andrusier, een handelaar in antieke brieven van bekende mensen hem kocht op de New York Antiquarian Book Fair. Andrusier is niet van plan hem lang te houden. De brief staat sinds deze week voor 2.500 pond (ruim 2.900 euro) te koop op de website van zijn bedrijfje Andrusier Autographs.

Strenge wet Het siert Kipling dat hij zichzelf als auteur in vraag stelde, maar hij hoeft zich meer dan honderd jaar later weinig zorgen te maken. Vandaag wordt Kiplings vermeende intellectuele diefstal gewoon intertekstualiteit genoemd. Iets waarvan ‘Het jungleboek’ bulkt, met zijn onderhuidse commentaren op de eigen tijd en het koloniale India.

Kiplings verhalen zitten ook goed vol van de morele lessen die door Mowgli en de antropomorfe dieren worden beleefd. De wet van de jungle die Baloe de jonge wolven soms hardhandig (lijfstraffen waren toen gemeengoed) aanleert, is een sociale code die de orde in de jungle en de verstandhouding tussen de dieren regelt. De eerste verzen uit het gedicht, die menig oud-scout zich wellicht nog herinnert uit zijn tijd bij de welpen, klinken streng: ‘En dit is de wet van de jungle/als de hemel zo oud en zo rijk,/en de wolf die ze volgt blijft in leven,/en de wolf die ze schendt wordt een lijk.’

Sociale commentaar
De wet van de jungle à la Kipling heeft weinig te maken met de gangbare invulling van de uitdrukking ‘de wet van de jungle’, waaronder we het recht van de sterkste of ieder voor zich verstaan. Kiplings personages – die hij in eerste instantie bedacht voor zijn dochtertje – organiseren zich een beetje zoals dat gebeurde in het India dat Kipling als koloniaal aan het einde van de 19de eeuw kende. Zijn verhalen worden dan ook soms gelezen als politieke en maatschappelijke commentaren.

Na Kiplings herontdekte bekentenissen kunnen we zijn verzameling verhalen en gedichten nu ook lezen als een vat vol bewuste en onbewuste citaten. En wat dat plagiaat betreft, daar heeft hij zich ook vroeger nooit veel zorgen over moeten maken. Op wat intellectueel schuldgevoel na dan.

Jeroen Bert





Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content