Vrije Tribune

‘Blijvende kost van het verkavelen: betonstop zal er nog niet zo snel komen’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘De ‘ruimtelijk wanordene à la Flamande’ werpt haar slagschaduw tientallen jaren vooruit’, schrijft socioloog en ruimtelijk planner Pascal De Decker (KU Leuven). ‘Eens met verkavelen gestart wordt, verzeilen gemeenten zonder het te beseffen in een soort piramidespel.’

De betonstop en andere pogingen van Vlaams minister Joke Schauvliege om onze ruimtelijke wanordening aan te pakken, botsen steevast op weerstand. In die mate zelfs dat er van enige progressie geen sprake is. Er wordt nog steeds op de meest onmogelijke plaatsen lustig verder gebouwd.

‘Blijvende kost van het verkavelen: betonstop zal er nog niet zo snel komen’

Er zijn vele redenen waarom een dreigende betonstop zwaar op de maag ligt. De Vlaming lijkt niet graag in de stad te wonen en infrastructuurbouwers verdienen gewoon meer aan verkavelen dan aan rijwoningbouw. Het verzet komt echter ook van de gemeenten. Niet goed te keuren, maar begrijpelijk. Want puur rationeel hebben de gemeenten geen andere keuze dan te blijven groeien. Eens met verkavelen gestart, is de gemeente zonder het te beseffen in een soort piramidespel verzeild. Dit heeft te maken met de manier waarop ze gefinancierd worden. Gemeenten halen 40 à 50% van hun inkomsten bij hun inwoners, via aanvullende belastingen op inkomen en woningen. Daardoor is het bevolkingsaantal en de welstand van die inwoners en de waarde van hun woningen van cruciaal belang.

Op het eerste zicht lijkt verkavelen een fantastische deal. Immers, de nodige infrastructuur wordt door kopers en bouwers gefinancierd en gratis aan de gemeenten over gedragen. Bovendien kunnen de gemeenten onmiddellijk aanvullende belastingen innen op de woningen en de inkomens van de nieuwe inwoners. Kassa, Kassa. Verder kijken dan de neus lang is, leert echter dat op de lange(re) termijn de gemeenten met hoge kosten opgezadeld zitten. Ooit moet die infrastructuur immer opgeknapt of vervangen worden. De kosten daarvan zijn doorgaans niet ingecalculeerd.

We mogen echter niet alleen focussen op infrastructuur. Een leefbare gemeente vergt veel meer. Ze heeft voorzieningen nodig. Crèches, want een verkaveling start met jonge gezinnen met twee werkenden, baby’s en/of jonge kinderen. Na crèches komt de kleuterschool, daarna een lagere en misschien zelfs een middelbare. Indien de groei aanhoudt, moet er misschien een muziekschool bij. Wil een gemeente meer dan slaapgemeente zijn, dan moet er vrijetijdsinfrastructuur komen. Een sporthal. Een zwembad. Een cultureel centrum. En een ambtelijk apparaat om alles draaiende te houden; een politiekorps om alles veilig te houden.

Rekening van de gemeente

Ook al wordt één en ander met subsidies gefinancierd, een deel van de kosten komt altijd/ooit bij de gemeente terecht komen. De sporthal behoeft na 20 jaar een onderhoudsbeurt en nieuwe douches; het zwembad moet worden vervangen omwille van nieuwe gezondheidsregels. Er ontstaan nieuwe eisen, bijvoorbeeld voor verkeersremmende maatregelen omdat in kinderrijke buurten te snel gereden wordt. Verder zijn er mensen in het spel. Wil het bestuur haar lagere school open houden om de leraren aan de slag te houden, dan is er een constante lading nieuwe kinderen nodig. Idem dito voor zowat alle voorzieningen. Beenhouwers, bakkers, kruideniers; deze hebben klanten nodig.

Waar al helemaal geen rekening mee werd (en wordt) gehouden, is dat ‘ruimtelijk wanordenen à la Flamande’ haar slagschaduw tientallen jaren vooruit werpt. Zijn de bewoners van de verkavelings-woningen late 20-ers, jonge 30ers, ze worden ooit oud. Met aanzienlijke effecten. Bij pensionering daalt hun inkomen en, gezien gemeenten hun inkomen belasten, dus ook de inkomsten voor de gemeenten. Ook het gemeentepersoneel gaat op pensioen en de gemeente moet hun pensioenen ophoesten. En er moet zorg worden voorzien. Ook dit komt deels op de rekening van de gemeente.

Vooral in dunner bebouwde omgevingen zijn de belastinginkomsten zelden hoog genoeg om de steeds weer nieuwe kosten te dekken. De enige manier om te overleven is dan meer schulden aangaan, of blijven groeien. Dat laatste staat in Vlaanderen nog steeds vaak voor ‘blijven verkavelen’. Gezien een betonstop mogelijk ook een stop op de inkomsten van de dunner bevolkte gemeente betekent, zal die er dan er dan ook niet snel komen.

Pascal De Decker is socioloog-ruimtelijk planner. Hij is verbonden aan de facutlteit Architectuur aan de KU Leuven. Een uitgebreide versie van deze opinie verscheen eerdere in ‘Ruimte en Maatschappij’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content