Fernand Keuleneer

BHV-akkoord heronderhandelen met Franstaligen is niet nodig

Fernand Keuleneer Advocaat bij de balie in Brussel

Alvast op het punt van de verdeling van het nieuwe kader moet de BHV-wet niet aangepast of heronderhandeld worden. Alles behalve dat. Zolang de wet bestaat, moet ze integraal uitgevoerd worden.

Best amusant, de animatie waar zomertemperaturen toe leiden. Ik las dat de resultaten van de werklastmeting door KPMG een bom zouden leggen onder het “gerechtelijk BHV-akkoord” (ondertussen een wet). En ik hoorde Vlaamse politici met zomers elan pleiten voor een nieuw akkoord omdat de 80 Franstaligen/20 Nederlandstaligen-verdeling achterhaald is, blijkbaar niet wetend dat de wet zelf een correctiemechanisme bevat. En senator Francis Delpérée (CDH) stelde dan weer dat KPMG enkel een “informatieve nota” voor de Minister opgesteld heeft en dat er van een heronderhandeling geen sprake kan zijn.

Dat voor de vaststelling van het nieuwe kader van rechtbanken en griffies een 80F/20Nl-verdeling volstrekt onjuist is, was voor wie het dossier een beetje kent al meteen na het sluiten van het akkoord duidelijk. Niets nieuws wat dat betreft. Het is na en omwille van de aan- en vasthoudende kritiek hierop dat het politiek akkoord op dit punt aangepast werd, en dat het principe van een werklastmeting door alle betrokken partijen werd aanvaard. Ondertussen is dit akkoord wet geworden, en de wet van 19 juli 2012 (art. 57), gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2012, bepaalt: “De kaders en de taalkaders worden vastgelegd op basis van de werklastmeting van de dossiers in de respectievelijke talen, middels een uniform registratiesysteem, uiterlijk op 1 juni 2014. Hiertoe zal de minister van Justitie, onverminderd artikel 352bis van het Gerechtelijk Wetboek, de parameters en de methodologie van de werklastmeting aannemen en zal hij in voorkomend geval alle andere nodige maatregelen nemen, waaronder de delegatie aan een externe instelling.” Aanvankelijk stond in de tekst van het wetsvoorstel: “op basis van – onder andere – de werklastmeting”. De woorden “onder andere” werden weggelaten. Enkel de werklastmeting telt dus.

In het “Bulletin der Aanbestedingen” van 5 januari 2013 werd de gunning aan KPMG Advisory Belgium gepubliceerd van de opdracht “betreffende de werklastmeting in het Gerechtelijk arrondissement Brussel in het kader van de hervorming van het Gerechtelijk arrondissement Brussel (artikel 57 van de wet van 19/07/2012 – BS 22/08/2012). Het gaat hier zonder enige dubbelzinnigheid om de bij de wet bepaalde werklastmeting, en helemaal niet om een gratuite “informatieve nota”. Het is de plicht van de voltallige regering, iedereen inbegrepen, om deze werklastmeting, en geen andere, voor zover als nodig te laten voorzien van de eventueel vereiste juridische bekrachtigingen. Zo niet rijst er een groot politiek probleem.

Het is dus duidelijk en simpel. Alvast op het punt van de verdeling van het nieuwe kader moet de wet niet aangepast of heronderhandeld worden. Alles behalve dat. Zolang de wet bestaat, moet ze integraal uitgevoerd worden. Als en wanneer de splitsing van rechtbanken en parket er komt, dan is de verdeling van de kaders deze die door de werklastmeting bepaald is. Punt. Toch niet zo moeilijk ?

Natuurlijk, de wet waarborgt de Franstaligen een minimumaantal magistraten, griffiers en medewerkers van griffies en parketsecretariaten, meer bepaald ten belope van 80% van het oude “kader”. Goed gespeeld van de Franstalige magistraten. Een aanpassing van de verdeling zal dus bijkomende budgettaire middelen vereisen. En niet alleen voor de magistraten, ook voor de griffies en de parketsecretariaten. Dit is een hallucinant inefficiënte “hervorming”. Heel veel geld is er ondertussen al over de balk gegooid, honderden aanwervingen zijn gebeurd voor Franstalige griffies en parketsecretariaten, maar dat kon blijkbaar allemaal in de euforie van het grote akkoord.

Heel veel Vlaamse magistraten, advocaten en andere burgers hebben fundamentele bedenkingen bij de andere onderdelen van deze wet (inefficiënte coördinatie tussen parketten en onderzoeksrechters, verplicht Franstalig diploma voor Brusselse procureur, Franstalige substituten van Brussels parket in Halle-Vilvoorde, asymmetrische bevoegdheden van de procureur Brussel en de procureur H-V). Het Grondwettelijk Hof moet er zich nog over uitspreken. Maar als er in de wet een bepaling staat die maar hoeft uitgevoerd te worden om een foutieve verdeling van kaders die de Vlamingen benadeelt recht te trekken, waarom vragen Vlamingen dan precies op dit punt een “nieuw akkoord” (even vergetend dat er een wet is)?

Waarom vinden ze dat er een bom ligt onder het “akkoord” en stellen ze niet gewoon dat elke uitvoering van de wet vanzelfsprekend ook de integrale uitvoering van dit onderdeel impliceert ? Zonder onderhandeling of heronderhandeling. Nogal wat Vlaamse politici lijken de wet niet goed te kennen. En weinig inzicht te hebben in tactiek of strategie.

Fernand Keuleneer Advocaat

Partner Content