Lies Corneillie (Groen)

Besparingen cultuur: ‘Minister Gatz zet steden en verenigingen tegen elkaar op’

Lies Corneillie (Groen) Schepen van Wonen in Leuven

‘Bij de kunstenorganisaties is het al even op kousenvoeten lopen. Na een lange rit van landschapstekeningen, dossiers en (pre-)adviezen, moet de minister weldra beslissen over de financiering van de organisaties binnen het kunstendecreet’, blikt Lies Corneillie vooruit. ‘Het ziet er niet naar uit dat het een rooskleurig verdict wordt, tenzij minister Gatz het budget op tafel legt dat nodig is om alle organisaties met een positief advies te erkennen. Als dat hem niet lukt, zijn niet enkel de organisaties de dupe, maar ook de Vlamingen die als toeschouwer of maker genieten van cultuur.’

Ook de Leuvense kunstensector legde een intens parcours af. De zeer diverse club van 16 Leuvense organisaties werkte in 2014 samen aan de landschapstekening ‘Een Stad in Beweging’. Ze onderzochten hun sterktes en zwaktes, kansen en uitdagingen voor de toekomst. Veel enthousiasme was er uiteraard in onze stad, maar weerklonk ook op andere fronten. Zo plakte Wouter Hillaert de term ‘Het Leuvense Model’ op het de sterke samenwerking tussen de verschillende organisaties. Ook bij de minister klonk er lof. Hij bezocht in het voorjaar van 2015 de Leuvense kunstensector: Het Depot, Museum M, hetnieuwstedelijk, Compagnie Tartaren, … noem maar op. Ik zag Sven Gatz nog uitbundig dansen op scène van Liefdesverklaring in het gezelschap van de jonge acteurs van fABULEUS.

Besparingen cultuur: ‘Minister Gatz zet steden en verenigingen tegen elkaar op’

Alleen maar complimenten voor Leuven dus, maar wel al jarenlang ondergesubsidieerd ten opzichte van de rest van het land. Vandaag gaat maar liefst 92% van het totale budget van het kunstendecreet naar organisaties in Antwerpen, Brussel, West- en Oost-Vlaanderen, slechts 8% naar Limburg en Vlaams-Brabant. De denkbeeldige as ten Oosten van Brussel verdeelt het Vlaamse kunstenlandschap op een schrijnende manier. Na zijn positieve bezoek aan Leuven, waren de verwachtingen dus hoog dat Sven Gatz de historische onderfinanciering zou rechtzetten.

Dit voorjaar volgde de domper. 14 van de 18 organisaties die een dossier indienden, kregen een positief of net voldoende advies. Zonder in te gaan op de individuele gevallen, lijkt dit een positieve balans. Behalve als het gaat om de erkenning van sociaal-artistiek werk in onze stad. En als we opnieuw vergelijken met de rest van het land? De verdeling werd 91% versus 9%, wat je toch geen grote verschuiving kan noemen. En slechts 3% van het totale budget voor sociaal-artistiek werk gaat naar Vlaams-Brabant en Limburg. Dat is niet enkel problematisch voor de organisaties, maar zeker voor het publiek dat sterke organisaties nodig heeft als hefboom voor cultuurparticipatie.

‘Wat zal er nu gebeuren? Nog organisaties schrappen of de intussen gekende kaasschaaf over alle bedragen halen?’

De tweede domper is dat de beoordelingscommissie en administratie hun adviesronde afrondden op een totaalbedrag van 106 miljoen euro, terwijl er slechts 86 miljoen beschikbaar is. Dat betekent dat de minister nog een stevige kluif heeft aan het definitief toekennen van de subsidies. Wat gaat hij doen: nog organisaties schrappen of de intussen gekende kaasschaaf over alle bedragen halen? Beide scenario’s zijn helaas onwenselijk.

Gisterenavond bespraken we in de Leuvense gemeenteraadcommissie cultuur de stand van zaken van de Leuvense dossiers, met dank aan de transparantie van de schepen en directie. Minister Gatz dwingt ons helaas een debat dat te voeren dat niet aan de orde zou moeten zijn: één waarbij hij steden en organisaties tegen elkaar opzet. Uiteraard voel ik ook de neiging om op te komen voor de Leuvense organisaties. Ik ken hun verdienste individueel, en als Leuvens model.

‘De totale pot is gewoon te klein.’

Leuven leeft al lang niet meer in de schaduw van de hoofdstad. Onze stad biedt een uniek kruispunt tussen kunst, wetenschap, educatie en participatie. Dat komt de bijna 100.000 Leuvenaars, 50.000 studenten ten goede én straalt ook af op een ruime regio rondom de stad. Erken Leuven en geef ruimte om nog meer te groeien in die rol.

Creëer geen situatie waarin wij als Leuvenaars als Calimero’s afbreuk zouden doen aan het werk van andere sterke en broodnodige organisaties in pakweg Gent of Kortrijk. De Leuvense scene heeft recht op meer, zonder dat de rest het moet doen met minder. De totale pot is gewoon te klein. Er is te weinig geld om alle organisaties die recht hebben op erkenning, hun verdiende subsidiebedrag te geven.

‘Gatz moet guts tonen’

De sleutel voor de oplossing ligt bij de minister zelf. “Gatz moet guts tonen” om het met de woorden van Bart Caron te zeggen. En guts betekent niet: stoer nog enkele organisaties op droog zaad zetten, maar wel daadkrachtig op tafel kloppen bij de coalitiepartners om minstens 20 miljoen extra te voorzien voor de kunstenorganisaties. Als dat niet lukt, zorgt het voor een verzwakking van het rijke en diverse Vlaamse kunstenveld: een opdoffer voor de organisaties en voor de Vlamingen.

Partner Content