Hendrik Vuye & Veerle Wouters

Beroepskosten XXL: de U-bocht van het Hof van Cassatie

Hendrik Vuye & Veerle Wouters Hoogleraar (UNamur) en lector (Hogeschool PXL), voormalige V-Kamerleden

Alles wijst erop dat het Hof van Cassatie de aftrekbare beroepskosten voortaan ruimer interpreteert. Hendrik Vuye en Veerle Wouters werpen een kritische blik op deze nieuwe rechtspraak.

Aftrek shift

Wijlen professor Jacques Hansenne vergeleek cassatiearresten met pauselijke encyclieken. Cassatiearresten hebben iets heiligs, maar zijn in realiteit werelds.

De cassatiearresten van 12 juni 2015 zijn echte encyclieken. De aftrek van bedrijfsuitgaven of bedrijfslasten is voortaan niet afhankelijk van de voorwaarde dat zij inherent zijn aan de maatschappelijke activiteit van de handelsvennootschap. Het Hof zet hier de deur wijd open, ongetwijfeld tot groot jolijt van sommige belastingplichtigen. Aan deze arresten hangt een prijskaartje. Hogere aftrekposten, impliceren noodzakelijk minder inkomsten voor de schatkist. De arresten hebben dus budgettaire gevolgen.

Bovendien breekt het Hof hier met zijn vroegere rechtspraak. Hier is sprake van ‘nieuw recht’. Net op de dag dat de regering een akkoord bereikt over de ’taxshift’, wordt bekend dat het Hof van Cassatie een ‘aftrek shift’ heeft doorgevoerd.

Waarom?

In een eerste commentaar in De Morgen leest men: ‘Het Hof geeft zelf geen uitleg voor zijn opvallende koerswijziging’. Inderdaad. Het Hof doet dat nooit. Cassatiearresten worden nauwelijks gemotiveerd. Er staan zelden woorden te veel, maar al te vaak vele zinnen te weinig. Dit is ook deze keer het geval.

Het arrest wordt steevast voorgesteld als een zuiver juridische redenering. Nochtans is dit niet altijd het geval. Het Hof van Cassatie maakt soms belangrijke maatschappelijke keuzes. In een democratie is eenieder die dergelijke keuzes maakt verantwoording verschuldigd. Dit geldt eveneens voor de hoogste rechtscolleges. Dit veronderstelt dat de achterliggende motieven, de determinerende beweegredenen en de beoogde doelen van een arrest, in dat arrest worden vermeld. Dit is des te meer het geval wanneer het Hof zijn rechtspraak wijzigt. De arresten van 12 juni 2015 stellen echter niet veel meer dan dat de aftrek van uitgaven die niet inherent zijn aan het maatschappelijk doel, nu wel aftrekbaar zijn, terwijl dit vroeger niet het geval was. Het waarom van de wijziging van rechtspraak wordt niet toegelicht.

En toch. Er is enige verbetering merkbaar. Vroeger was het steevast zo dat het Hof van Cassatie zijn rechtspraak stoemelings wijzigde. In het arrest was er geen spoor te bekennen dat ook maar kon wijzen op een nieuwe wind. Deze keer kondigt het Hof dit wel aan. Tot verrassing van vele juristen en fiscalisten, leest men in het arrest: ‘Het Hof komt hiermee terug op zijn vroegere rechtspraak’. Hier verdient het Hof van Cassatie een pluim. Maar helaas, ook niet meer dan een pluim.

Rechtszekerheid

De arresten zijn alvast bijzonder goed nieuws voor sommige belastingplichtigen. Een vennootschap kan voortaan kosten aftrekken die vreemd zijn aan haar maatschappelijke activiteit. Dit is een belangrijke politieke keuze. Vroeger oordeelde het Hof nochtans steevast dat dit niet kon. Maar strookt dit wel met het beginsel van eerlijke belastingen? Is het wel eerlijk dat men de kosten van een appartement aan zee kan inbrengen als kost, hoewel ontspanning aan zee volledig losstaat van de maatschappelijke activiteit van de vennootschap? Of is dit een te verregaande interpretatie van de arresten, die strikt genomen gaan over obligatieverrichtingen? De bijzonder summiere motivering zal dus niet zorgen voor rechtszekerheid, maar wel voor zeer uiteenlopende interpretatie van de arresten.

Verantwoording afleggen

De wetgever kan een radicale omslag maken in fiscale zaken. Dit gebeurt met de tax shift, of beter gezegd de tax cut. Dit zal worden goedgekeurd door het parlement. Het zijn de democratisch verkozen kamerleden die deze belangrijke maatschappelijk keuze zullen omzetten in wetgeving. En wij zullen hiervoor aan de kiezer verantwoording moeten afleggen, ten laatste in 2019.

Het Hof van Cassatie moet aan geen enkele overheid verantwoording afleggen. Dit is nu eenmaal wat men verstaat onder scheiding der machten. Dit betekent echter niet dat het Hof van Cassatie begiftigd werd met een boven-democratische missie. Het Hof moet verantwoording afleggen in zijn arresten en dit kan enkel wanneer deze arresten ook daadwerkelijk gemotiveerd zijn. Het gaat hier niet om een louter formele motiveringsplicht, maar wel om een verantwoordingsplicht die minstens slaat op drie elementen: de achterliggende motieven, de determinerende beweegredenen en de beoogde doelen.

Scheiding der machten?

Overigens, de Grondwet bepaalt uitdrukkelijk dat vrijstelling of vermindering van belastingen alleen kan worden ingevoerd door de wet (art. 172 Grondwet). Het Hof van Cassatie kan en mag zeker de fiscale wetgeving interpreteren. Het Hof kan ook zijn rechtspraak wijzigen. Maar gedraagt het Hof zich hier niet als wetgever? Eerbiedigt het Hof van Cassatie zelf wel de scheiding der machten? Mag men hierover misschien een woordje uitleg verwachten in het arrest? Of is dit net te veel gevraagd?

Zet ons rechtssysteem de zaken niet op hun kop? De motiveringsplicht die rust op ambtenaren, is heden in de feiten veel zwaarder dan de motiveringsplicht voor het Hof van Cassatie. De wet van 29 juli 1991 op de motivering van bestuurshandelingen stelt dat de akte de juridische en feitelijke overwegingen moet vermelden die aan de beslissing ten grondslag liggen en dat de motivering afdoende moet zijn. Dat voor het actief bestuur de motiveringsplicht zwaarder is, dan voor het Hof van Cassatie is volstrekt onlogisch. Het strookt al evenmin met een essentiële basisregel van de democratie: eenieder die macht uitoefent, moet verantwoording afleggen. Dit is des te meer het geval wanneer het Hof van Cassatie zijn rechtspraak wijzigt. Wij zullen een parlementair initiatief nemen om ook te komen tot een afdoende motivering van cassatiearresten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content