‘Zwartepieten over PFOS kan beginnen: alle partijen waden mee door drijfzand vol laksheid en collectief verzuim’

‘Zuhal Demir is het beu de beerput uit het verleden leeg te moeten scheppen en het deksel op haar neus te krijgen’, schrijft Jean-Marie Dedecker over de PFOS-vervuiling die de afgelopen week veel deining veroorzaakte.

Vlaams minister Zuhal Demir gooide een perfluorbom in de Wetstraat. Het was een unicum in onze parlementaire geschiedenis. Een minister die aan de volksvertegenwoordigers zelf een onderzoekscommissie vraagt. De Vlaamse plucheklevers zaten verbouwereerd aan hun stoel genageld, want zoveel democratie, daadkracht en openheid zijn ze niet gewoon. Ze mogen zelfs nog geen wetsvoorstel indienen zonder consensus van alle meerderheidspartijen en het fiat van hun partijbobo’s. Haar collega-ministers waren ook in snelheid genomen, en vonden haar eigengereide oekaze in eerste instantie erger dan de vervuiling. Vals gespeelde verontwaardiging.

Verbindingsminister Bart Somers had haar op haar bevoegdheidsdomein enkele maanden geleden al in de gracht proberen te rijden. Hij beloofde een surrealistische CO2-reductie van 40% tegen 2030, terwijl de realistische Demir het op een realistische 32,6% hield. Platte blauwe demagogie. Ze is het beu de beerput uit het verleden leeg te moeten scheppen en het deksel op haar neus te krijgen. De walm van de mestfraude, van stik- en fijnstof, de terugdraaiende tellers van de zonnepanelen, zwendel met groenestroomcertificaten, het grondwaterprobleem… Allemaal zijn het stinkende koterijen van haar voorgangers. Een Augiasstal van lijkkastenpolitiek die ze nu moet leeg mesten.

Zwartepieten over PFOS kan beginnen: alle partijen waden mee door drijfzand vol laksheid en collectief verzuim.

Niet dat een parlementaire onderzoekscommissie veel zoden aan de Scheldedijk zal zetten, ze dient eerder om de vis te verdrinken dan om hem te vangen en te fileren. Het zwartepieten kan beginnen, van OVAM tot de Vlaamse Milieumaatschappij en van Zorg en Gezondheid tot Lantis. Alle politieke partijen waden immers mee door het giftig drijfzand vol laksheid en collectief verzuim. Op het einde komt er traditioneel een rapport, een sneuveltekst waarin vooral de verantwoordelijkheden sneuvelen en de verantwoordelijken vrijuit gaan.

Met ellebogenwerk werd er decennialang steeds voor gezorgd dat het veld nooit geruimd werd. Toen het totaalverbod op PFOS in 2000 verscheen was Open VLD-er Patrick Dewael minister-president en de Groenen leverden de volgende vier jaar drie milieuministers af: Vera Dua, Hugo Sannen en Jef Tavernier. De CD&V zorgde daarna tot 2019 voor alle gewillige milieuministers en de dito vergunningen. De communist Willy Minnebo was voor Groen van 1995 tot 2012 burgemeester van Zwijndrecht, het epicentrum van de PFOS-vervuiling. Hij werd tot op vandaag opgevolgd door zijn Groene partijgenoot André Van de Vyver. Groen is er nu als de kippen bij om rotte eieren naar haar partners te gooien, maar heeft ze indertijd zelf gelegd. Er was toen geen vuiltje aan de lucht en geen giftige molecule in het grondwater, terwijl men in 2004 al wist dat dat de bosmuizen in het natuurgebied rond de 3M-site de grootste concentratie PFOS ter wereld bevatten. Het is makkelijker om een dieselwagentje de toegang tot de stad te verbieden dan een giftige muizenkolonie op te kuisen.

De dadingsovereenkomst van Lantis voor de sanering van de site die de belastingbetaler 63 miljoen euro kost en 3M een aalmoes van 75.000 euro is nog giftiger dan PFOS. Van dergelijke boeren lust ik geen eieren, maar ik weiger ook mee te gaan in de massahysterie alsof Seveso nu aan de boorden van de Schelde ligt en Oosterweel de schuldige is. De corona-wetenschappers zitten pas in hun kot en de toxicologen struikelen nu al over elkaar.

Toen Zuhal Demir in 2019 het departement Omgeving en Energie in de Vlaamse regering toegewezen kreeg, voelde de juriste zich gepasseerd. Om een Antwerpse interne N-VA-strijd te vermijden, was het feministisch alfavrouwtje al terug verhuisd naar haar geboortestad Genk, en ze hoopte op de ministerportefeuille van Integratie. Het stemmenkanon is immers een Vlaams-nationalistische van Turkse afkomst, of liever van Koerdische komaf. Euroturken stemmen hier links en aan de Bosphorus op dictator Erdogan, hun oorspronkelijke nationaliteit niet zelden als hun tweede religie.

Koerden daarentegen haten de Ottomaanse sultan vaak. De eersten zijn soenitische moslims, de anderen Alevieten, die -zoals ze me ooit vertelde- het konijn onrein vinden in plaats van het varken. Organiseer hier een voetbalinterland en de derdegraads Turken staan in de Genkse straten met de rode kwartmaansvlag te zwaaien. Je kunt de Turk uit Turkije halen, maar Turkije niet uit de Turk.

Zuhal Demir daarentegen is het tribale drijfzand en het verstikkende geloof ontgroeid. Ze is ontsnapt uit de cité en uit de koolputten, en heeft de koord met Allah doorgeknipt. Je kunt immers geen twee voeten in één sok stoppen: de economische krenten uit de pap van onze westerse cultuur vissen, en je er ideologisch tegen afzetten. Ze is meer uit Vlaamse klei geboetseerd dan een aspergeboer uit Maarkedal, en heeft de daadkracht van een kompel. De Vlaamse regering heeft een minister met ballen, en het is een vrouwtje.

Milieu, energie en klimaat is een mijnenveld vol roeptoeterende belangengroepen, en het vergt lef om in te gaan tegen de 3M’s van deze wereld en het hoofd te bieden aan kapitaalkrachtige invloedrijke organisaties zoals de Boerenbond, het traditioneel troetelkind van de CD&V. Maar ook de overheidsinstellingen werken verstikkend. Ze zijn begiftigd met het pragmatisme van een kamsalamander of een eikelmuis. Het Agentschap Natuur & Bos heeft bijvoorbeeld van de wetgever zoveel macht gekregen dat het lijdt aan reglementitis en pestgedrag, en Natuurpunt is een nieuwe middeleeuwse landadel begiftigd met een overgesubsidieerde voorkooprechten. Demir laveert echter behendig tussen economie en natuurbehoud, en tussen de doorgeschoten dogma’s van de klimaatreligie en haalbare doelstellingen.

Het zaad voor de vervuiling van morgen wordt vandaag gezaaid. Prinses Elisabeth kreeg voor haar verjaardag symbolisch een windmolenpark van 281 km² cadeau van de Belgische regering. Het omvat alle parken die tussen 2020 en 2030 zullen worden gebouwd. Iedere generatie koestert haar eigen zinsbegoochelingen. Windenergie is in de mode, het ligt politiek goed in de markt en het sust het geweten van hen die niet verder kijken dan de lengte van een molenwiek. Maar windmolenparken zijn niet alleen energieleveranciers, zij zijn ook verantwoordelijk voor de dood van heel wat vogels. Daarnaast zijn ook de afgedankte rotorbladen zelf een probleem. De wieken zijn gemaakt uit een composiet van glasvezel en licht balsahout, aaneengeplakt met superlijm. In één wiek kruipt al vlug zo’n 15 kubieke meter balsahout, meestal gekapt in Ecuador, en een molen heeft er drie. De levensduur van een windturbine is 20 jaar, en vooral de recyclage van de wieken van de oudere modellen, brengt nogal wat uitdageningen met zich mee.

Tegen 2023 groeit de afvalberg van 40.000 tot 60.000 ton composiet. In Duitsland werden er in 2020 alleen al 2.000 wieken ontmanteld en tegen 2024 worden dat er 24.000, tegen 2030 ca 100.0000. Het het Duitse Fraunhofer-instituut voor houtonderzoek in Braunschweig heeft al een soort centrifuge ontworpen voor de scheiding van het hout van het glasvezel voor recyclage. Of dat economisch interessant is, is nog een groot vraagteken. ‘De ontmanteling en recyclage kosten meer dan het mogelijke eindproduct’, zei Alex Polfliet van studiebureau Zero Emissions Soltutions daar vorig jaar over in De Standaard.

Voorlopig worden veel wieken dus verbrand, bijvoorbeeld om de as toe te voegen in cement. Maar aangezien er geen marktvraag is, is het gevolg dat er reusachtige ‘kerkhoven’ zijn van windmolenwieken. Welke onderzoekscommissie zal binnen twintig jaar tot de vaststelling komen dat we vandaag onze huik onbesuisd en ondoordacht naar de wind hingen?

.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content