‘Zolang er mensen zijn, zal slavernij bestaan. Ook in België’

Jozef De Witte © Belga
Wided Bouchrika
Wided Bouchrika Freelancejournaliste

Het is vandaag de internationale dag ter herinnering aan de slavenhandel en de afschaffing ervan. Maar slavernij is de wereld nog niet uit. Ook in België wordt de strijd dagelijks voortgezet. ‘Zolang er mensen zijn, zullen mensen ook uitgebuit worden. Er is meer aandacht nodig voor mensenhandel’, vindt Jozef De Witte, directeur van het Interfederaal Gelijkekansencentrum.

Vandaag herinnert UNESCO aan de slavenhandel en de afschaffing ervan. Daarbij denken we al snel aan gevangengenomen Afrikanen die naar Amerika gebracht werden om er onder dwang op bijvoorbeeld suikerrietplantages te werken. Feiten uit een ver verleden, zo lijkt. Toch is slavernij de wereld nog niet uit.

20,9 miljoen mensen zijn vandaag slachtoffer van slavernij

Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) zijn 20,9 miljoen mannen, vrouwen en kinderen vandaag wereldwijd het slachtoffer van slavernij. We staan er misschien niet bij stil, maar in de 21ste eeuw worden mensen nog steeds verkocht als objecten, gedwongen tot arbeid voor weinig of geen geld en zijn velen volledig afhankelijk van hun ‘werkgevers’.

Een belangrijke vorm van hedendaagse slavernij is mensenhandel. Het IAO schat het aantal slachtoffers op 2,5 miljoen wereldwijd. De Europese Unie schat het aantal slachtoffers binnen Europa op ongeveer 800.000. Daaruit blijkt dat slavernij zich niet beperkt tot een probleem van derdewereldlanden. Ook België kampt er dagelijks mee.

‘Toch zijn die cijfers slechts schattingen’, meent Jozef De Witte, directeur van het Interfederaal Gelijkekansencentrum. ‘Mensenhandel gebeurt steeds subtieler en het gebrek aan cijfermateriaal en analyse ervan blijft een zwak punt in België, maar ook op Europees niveau. Zo is het moeilijk om duidelijke evoluties te zien.’

‘Rapport spreekt van meer dan 100 gevallen in België, maar dat is slechts topje van de ijsberg’

Sinds 1995 is het Interfederaal Gelijkekansencentrum rapporteur van de mensenhandel en brengt het telkens een jaarverslag uit. In het jaarverslag van 2012 worden cijfergegevens van verschillende actoren aangehaald over de verschillende vormen van mensenhandel: seksuele en economische uitbuiting, bedelarij, gedwongen criminele daden voor het gewin van de ‘werkgever’ en orgaanhandel.

De politie spreekt in het rapport van een stijging in 2012 tegenover 2011 in gedwongen misdrijven: van tien naar dertien gevallen. In Gent was er een stijgende tendens te zien in mensenhandel door bedelarij. De politie stelde 321 inbreuken vast voor economische uitbuiting.

Bij de sociale inspectiediensten worden wel 48 gevallen aangehaald – een stijging tegenover 33 in 2011 – met slachtoffers van onder andere Marokkaanse, Syrische, Roemeense, Poolse en Bulgaarse origine binnen de economische uitbuiting.

Als naar vervolgingen door parketten wordt gekeken werd mensenhandel in 2012 tot 164 keer vervolgd. Gespecialiseerde centra voor slachtoffers spreken over 143 gevallen van mensenhandel.

Een samenraapsel van verschillende cijfergegevens die uiteindelijk niet of weinig geanalyseerd worden. ‘Die cijfers zijn slechts het topje van de ijsberg. Ik ben ervan overtuigd dat er veel meer gevallen zijn’, aldus De Witte.

Mensenhandel wordt bepaald door dwang

Wat wel duidelijk is, meent De Witte, is dat economische uitbuiting een grotere rol is gaan spelen. ‘Doorgaans wordt mensenhandel aan seksuele uitbuiting en prostitutie gelinkt, meer economische uitbuiting wordt belangrijker. We vinden het terug in zowat alle sectoren. In de land- en tuinbouw, in de bouwsector, in de horeca en bij poetsbedrijven.’

De Witte haalt zo ook een voorbeeld aan waarbij diplomatiek personeel gelokt wordt voor jobs aan de ambassade, om vervolgens zeven dagen op zeven voor een kleine cent te moeten werken. Toch betekent een laag loon niet automatisch dat er sprake is van mensenhandel. ‘Mensenhandel wordt gekenmerkt door uitbuiting en dwang’, legt De Witte uit.

‘Die dwang kan worden uitgeoefend door mentale dreigingen. Zo wordt vaak gedreigd de familie in het thuisland iets aan te doen. Maar ook fysieke dreigingen zijn mogelijk’, zegt De Witte. De werkgever heeft vaak ook de controle over het slachtoffer. ‘Papieren worden afgenomen waardoor het slachtoffer geen kant meer uit kan.’

Om na te gaan of er sprake is van mensenhandel, wordt een objectieve beoordeling gebruikt, zo meent De Witte. ‘Een slachtoffer kan zichzelf bijvoorbeeld soms niet als dusdanig zien. Maar de beleving van de persoon speelt geen rol bij het bepalen of het nu wel of niet om mensenhandel gaat.’

‘Mensenhandelaars zijn er slimmer op geworden, ze gaan schuil achter legale zaken’

De Witte pleit voor een grotere waakzaamheid om mensenhandel te detecteren. ‘Mensenhandelaars zijn er slimmer op geworden. Ze professionaliseren’, verklaart De Witte. ‘Zo gaan ze tegenwoordig vaak schuil achter legale zaken als reisbureaus die dan reizen organiseren voor onder andere Bulgaren en Roemenen die hier dan uiteindelijk uitgebuit worden. De netwerken zijn steeds beter op elkaar afgestemd en het wordt moeilijker om de constructies te ontrafelen.’

Suggesties om alerter te zijn, zijn volgens De Witte ook slachtoffers controleren die ziekenhuizen worden binnengebracht. ‘Iemand kan met slagen en verwondingen binnenkomen, wat niet bijzonder kan lijken. Maar daar kan een verhaal van uitbuiting achter zitten.’ Ook roept De Witte op tot een betere samenwerking om financiële stromen na te trekken. ‘Daar kunnen eveneens veel sporen worden opgepikt.’

Weinig slachtoffers met Belgische nationaliteit

Wat opvalt is dat in België, de meeste slachtoffers van buitenlandse origine zijn. ‘Zelden komen we gevallen tegen met de Belgische nationaliteit. Andere landen hebben dan weer hun handen vol met hun eigen burgers. Denk maar aan Bulgarije en Roemenië.’

En ook daar wordt de strijd tegen de mensenhandel bemoeilijkt, vindt De Witte. ‘Sinds de toetreding van die landen tot de Europese Unie, kunnen die burgers niet meer gecontroleerd worden. Vroeger hadden zij een verblijfsrecht nodig. Nu is dat niet meer het geval. Dat maakt het moeilijker om slachtoffers van mensenhandel uit die landen op te sporen.’ Bovendien is de corruptie in die landen ‘enorm’, meent De Witte. ‘De slachtoffers hier hebben sowieso minder vertrouwen in de politie. Aan de andere kant moeten wij dan weer maanden wachten als we informatie vragen bij hun overheden. Dat is niet efficiënt.’

‘Als we deze vorm van slavernij toestaan, ondergraven we onze eigen fundamenten’

Een van de grootste uitdagingen is dan ook de Europese samenwerking in de aanpak van mensenhandel, zegt De Witte. Want ‘hoewel het heel mooi klinkt om te zeggen dat slavernij kan worden uitgeroeid, moeten we realistisch zijn. Zolang er mensen zijn, zullen mensen ook uitgebuit worden. Maar dat we het probleem niet kunnen doen verdwijnen, betekent niet dat we het niet kunnen aanpakken.’

Daar wringt het schoentje. Waar velen vergeten dat slavernij nog bestaat en zelfs dicht bij de eigen leefwereld speelt, zwakt de aandacht voor mensenhandel af. ‘De aandacht die tegenwoordig naar pakweg terrorisme gaat, mag niet ten koste van mensenhandel gaan’, aldus De Witte.

‘Het is een eufemisme als ik zeg dat de volgende regering weinig overschot zal hebben. We werden in het verleden al onvoldoende financieel gesteund. Maar de vraag is wat de prioriteiten nu zullen zijn. Mensenhandel is geen populair onderwerp. We denken doorgaans dat het ons toch niet overkomt. Maar het is een duidelijk probleem in België. Als we deze huidige vorm van slavernij toestaan, ondergraven we onze eigen fundamenten’, besluit De Witte.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content