Walter Pauli

‘Zelden heeft een niet-politicus even zwaar gewogen op de politieke agenda als André Leysen’

De economie bleef voor André Leysen niet beperkt tot de fabrieksterreinen of tot de beslotenheid van de vele raden van bestuur waarvan hij lid was.

Zelden heeft een niet-politicus even zwaar gewogen op de politieke agenda van dit land als de zaterdag overleden ondernemer André Leysen (1927-2015). Leysen had als tegenspelers christendemocraten als Wilfried Martens, Leo Tindemans en Jean-Luc Dehaene. Samen met liberalen als Willy De Clercq, Jean Gol en de piepjonge Guy Verhofstadt waren zij de architecten van het bezuinigingsbeleid van de jaren tachtig. Als VBO-voorzitter joeg André Leysen de regeringen-Martens aan, hij daagde de ministers uit en jutte hen op.

André Leysen schreef een paar boeken over zijn sociaaleconomische ideeën en hoe hij die in de praktijk heeft gebracht. Zijn bekendste werk is Crisissen zijn uitdagingen uit 1984. De titel werd een staande uitdrukking, een goede Nederlandse vertaling ook van het bekende gezegde never waste a good crisis.

Nazi’s

Het is een leitmotiv in het bewogen leven van André Leysen zelf. Als zoon uit een Vlaamse collaboratiefamilie belandde hij in 1944 nog in Berlijn. Als zeventienjarige scholier was hij er ooggetuige van de nadagen van de nazi’s en hun fanatiekste handlangers. Later verklaarde hij dat die ervaring hem voorgoed had gevaccineerd tegen elke vorm van totalitarisme en radicalisme. Terug in Vlaanderen groeide Leysen als ondernemer en bedrijfsleider uit tot een echte captain of industry, een zakenman die door zijn collega’s erkend werd als de eerste onder zijns gelijken. Leysen werd na de hereniging van Duitsland de enige niet-Duitse bestuurder van de Treuhandanstalt, de organisatie die de voormalige Oost-Duitse staatseconomie moest privatiseren. Hij had ook zitting in de European Round Table of Industrialists.

De economie bleef voor André Leysen niet beperkt tot de fabrieksterreinen of tot de beslotenheid van de vele raden van bestuur waarvan hij lid was: voor hem was de economie ook een zaak van de res publica: van de politieke besluitvorming, het sociaal overleg en het publieke debat. Daarin verschilde André Leysen wezenlijk van zijn discretere generatiegenoot Albert Frère. Ook die had en heeft overal ter wereld uitstekende politieke connecties, ook die kent zijn weg in de internationale haute-finance. Maar terwijl Frère dat netwerk bijna uitsluitend heeft gebruikt om zijn eigen kapitaal te laten accumuleren, heeft Leysen vanuit zijn functies altijd geprobeerd te wegen op de maatschappelijke ordening.

Halve Duitser

In de jaren tachtig stond hij bekend als agressieve pleitbezorger van een neoliberale agenda, maar zelf hield hij zijn leven lang vol dat hij geen fan van het Angelsaksische model, van reaganomics of thatcherisme. Als ‘halve Duitser’ geloofde hij dat West-Europa het best af was met een performant Rijnlandmodel, waar een gezonde economie gedijt dankzij het sociaal overleg en de samenleving zich gestut weet door de verzorgingsstaat. Zij het dat André Leysen dat Rijnland bekeek door de bril van een ondernemer. Er moest gewerkt worden, liefst hard, ondernemers mochten geen hinder ondervinden bij hun investeringsdrang, en daarom moest de sociale bescherming betaalbaar blijven en kon het overheidsapparaat altijd slanker. De hoeksteen van het herstelbeleid was de stabiliteit van de munt, toen de frank, nu de euro.

In die tijd viel ook geregeld de naam van André Leysen als het scenario van een ‘zakenkabinet’ ter sprake kwam. Vooral koning Boudewijn zou het idee niet ongenegen zijn geweest om een kabinet van niet-verkozen bedrijfsleiders en academici samen te stellen. Die technocraten zouden buiten het parlement om mogen regeren om zo beter en sneller de economische crisis het hoofd te kunnen bieden. Uiteindelijk is André Leysen nooit echt in de verleiding gebracht om mee te stappen in zo’n avontuur. Zoals hij op de laatste pagina van zijn mémoires schreef: ‘Ik heb gerespecteerd wie en wat er te respecteren was. Ik heb mijn regio en mijn land goed gediend, en mijn land heeft mij goed behandeld.’

André Leysen heeft zijn leven lang zijn gemeenschap naar eigen inzichten geholpen, zonder er zelf slechter van te worden. Hij was een bijzonder bedrijvig man, in alle betekenissen van het woord.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content