Jef Van den Bergh (CD&V)

‘Zal een nultolerantie voor alcohol ons wel vooruit helpen in de strijd tegen rijden onder invloed?’

Jef Van den Bergh (CD&V) Kamerlid voor CD&V.

‘Als het controleniveau niet omhoog gaat, heeft sleutelen aan de limiet nauwelijks zin’, schrijft Jef Van den Bergh (CD&V).

Dit weekend lanceerden de provinciegouverneurs het voorstel om een nultolerantie in te voeren voor alcohol in het verkeer. Zo’n voorstel heeft de grote verdienste om de aandacht voor verkeersveiligheid hoog op de politieke en maatschappelijke agenda te plaatsen. Bovendien wordt het debat opnieuw aangezwengeld. Gaan rijden en drinken samen? Nee, nooit. Maar vooraleer we de nultolerantie als wettelijke limiet invoeren, moeten we op z’n minst de rationele afweging maken of dit wel de meest aangewezen maatregel is in functie van verkeersveiligheid. Met andere woorden: gaat zo’n maatregel ons daadwerkelijk vooruit helpen in de strijd tegen het rijden onder invloed van alcohol en het verminderen van verkeersslachtoffers?

‘Zal een nultolerantie voor alcohol ons wel vooruit helpen in de strijd tegen rijden onder invloed

?’

Het voorstel past mooi in de lijn van de huidige BOB-campagne: een beetje BOB bestaat niet, een echte BOB heeft nul op. Communiceren en sensibiliseren voor een nultolerantie heeft ontegensprekelijk het voordeel van de duidelijkheid. Geen (moeilijke) inschattingen meer à la “nog eentje kan geen kwaad” of “mijn vorige glas is nu wel uitgewerkt”. Er is ook duidelijk een groeiend draagvlak voor het principe “rijden = geen alcohol consumeren”, zoals blijkt uit enquêtes en opiniepeilingen.

De vraag die we ons bij een eventuele wetswijziging moeten stellen, is evenwel: Zal dat ons verkeer veiliger maken? Zullen er minder verkeersslachtoffers te betreuren zijn? Zal het risico op ongevallen veroorzaakt door het rijden onder invloed dalen? Dat is niet zo duidelijk, en er dreigen zelfs ongewenste negatieve effecten te ontstaan.

Gebrek aan controles

Door een nultolerantie in te voeren, dreigen we namelijk de efficiëntie van onze alcoholcontroles te verlagen. Want niet zozeer de limiet an sich, maar wel het gebrek aan voldoende controles is de grootste uitdaging. Het is voor beleidsmakers heel eenvoudig om aan de limiet te sleutelen, om te laten zien hoe belangrijk men verkeersveiligheid vindt. Veel moeilijker, maar vele malen belangrijker is om die limieten ook af te dwingen en te handhaven. Daarvoor is er naast sensibilisering, maar één antwoord: meer controles. Niet enkel tijdens de BOB-campagnes, maar het hele jaar door. Dat dit effect heeft, blijkt duidelijk uit de cijfers. Het aantal bestuurders dat positief blaast bij controles buiten de BOB-campagnes ligt meestal ruim dubbel zo hoog dan tijdens de BOB-acties.

Lagere pakkans

Met een nul-limiet riskeren we overigens nog een bijkomend ongewenst effect, met name efficiëntieverlies van onze alcoholcontroles. Er zijn de jongste jaren heel wat sprongen voorwaarts gezet, op vlak van een snellere afhandeling én nieuwe technische hulpmiddelen zoals pré-testen. Hierdoor verlopen controles veel efficiënter waardoor men op dezelfde tijd met dezelfde personeelsinzet heel wat méér chauffeurs kan controleren. Als we de limiet terugbrengen naar 0 of 0,2 promille, dreigen we opnieuw aan efficiëntie in te boeten. Lees: het aantal afgenomen alcoholtests dreigt te verminderen.

Zoals het BIVV (Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid) al stelde in 2009: ‘Als we er vanuit gaan dat een verlaging van de limiet zal leiden tot een hoger aantal positieve bestuurders, dan moet er ook meer tijd uit getrokken worden voor de andere vaststellingen die verband houden met de ademanalyse. Dit geldt des te meer sinds de invoering van het zgn. ‘snuffeltoestel’ waarmee de politie de pré-tests uitvoert.’ Gevolg: minder controles en dus een lagere pakkans, ook voor de zwaardere gevallen.

‘Zeer veel van mijn generatiegenoten die al ruim 20 jaar hun rijbewijs hebben, getuigen dat zij nog nooit of amper 1 keer in hun leven geconfronteerd werden met een alcoholcontrole.’

Daarenboven stijgt het ongevalsrisico bij het rijden onder invloed exponentieel bij alcoholconcentraties vanaf 0,5 promille. Bij gelijkaardige debatten en onderzoeken naar een lagere limiet in Nederland (één van de meest verkeersveilige landen in Europa) en in Frankrijk (het land dat de voorbije 10 jaar de grootste sprong voorwaarts heeft gemaakt op het vlak van verkeersveiligheid), was de inschatting dat een algemeen verlaging van de wettelijke limiet tot een minder efficiënt gebruik van de controlecapaciteiten zou leiden.

De controlekans voor een Belgische chauffeur is vandaag bijzonder laag. Zeer veel van mijn generatiegenoten die al ruim 20 jaar hun rijbewijs hebben, getuigen dat zij nog nooit of amper 1 keer in hun leven geconfronteerd werden met een alcoholcontrole. Als het controleniveau niet omhoog gaat, heeft sleutelen aan de limiet nauwelijks, en op termijn zelfs geen enkele zin. Integendeel, het beperkt aantal controles dreigt nog te verlagen door het hierboven beschreven efficiëntieverlies. Hierdoor wordt de kans dat chauffeurs die grotere hoeveelheden alcohol hebben gebruikt, en een veel groter risico vormen voor de verkeersveiligheid, opnieuw makkelijker door de mazen van het net glippen. En dat kan toch niet de bedoeling zijn…

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content