WK armworstelen: ‘Waarom zou het geen olympische sport kunnen worden?’

© Jonas Lampens

Hij viel bijna 20 kilo af, versterkte zijn pols door oefeningen met een lange bamboestok, en versloeg op training eindelijk La Bête. Moeskroenenaar Samuel Lesage hoopt op een plek bij de eerste zes, deze week op het wereldkampioenschap armworstelen in Turkije. ‘Voor Pierre.’

‘Een dikke en een dunne arm?’ Hij lacht me net niet uit. ‘Dat is toch vooral iets uit de stripverhalen.’

Ik ontmoet Samuel Lesage in een achterafstraatje in Moeskroen. Kasseien die zachtjes afhellen, een morsige rij garageboxen, amper verkeer. Het is donderdagavond en voor de eerste keer in maanden heeft David Staelens de poort van zijn garage opgehaald.

‘We hebben elkaar deze zomer een beetje uit het oog verloren’, zegt Samuel. ‘Vandaag is een nieuwe start. Het is dringend nodig, als we met onze club willen doorgaan.’

Normaal gesproken oefent Bras de Fer Armwrestling Mouscron/Moeskroen, de armworstelclub van Samuel en David, in de sporthal achter het station. Vandaag kon dat niet: badmintonspelers hadden de zaal al ingepalmd. Tot drie keer toe verontschuldigt Samuel zich voor de setting. ‘Erg professioneel komt het wellicht niet over.’ Hij draagt sportschoenen, een strak T-shirt met een vlammenzee op en een baard waarmee hij zo in een koffiebar aan de slag kan. Anders dan ik had verwacht heeft hij twee ontwikkelde bovenarmen.

WK armworstelen: 'Waarom zou het geen olympische sport kunnen worden?'
© Jonas Lampens

In de garage van David zie ik kasten vol gereedschap, een zak cement, een antieke hometrainer, in de hoek een bokszak en tegen de muur rechts een halter met aan weerszijden een gietijzeren schijf van 20 kilogram.

Centraal in de ruimte staat een tafel op ellebooghoogte. Aan beide randen is een handvat op het tafelblad geschroefd. Ertussen twee vierkante kussentjes. Het onderstel oogt robuust, het staat stevig op de tegelvloer. ‘Mijn persoonlijke armworsteltafel’, zegt David. ‘Zelf in elkaar gezet.’

Samuel stoomt zich klaar voor het wereldkampioenschap armworstelen, dat van 12 tot 21 oktober in het Turkse Antalya plaatsvindt en waaraan honderden atleten uit alle hoeken van de wereld deelnemen. Mannelijke en vrouwelijke, oude en jonge, lichte en zware, zelfs armworstelaars in een rolstoel. ‘We verwachten om en nabij 1500 deelnemers uit meer dan 45 landen’, schrijft de organisatie op haar website.

Samuel is een van de vier Belgen die zich voor het kampioenschap hebben ingeschreven. De anderen komen uit het Luikse. ‘Ik mik op twee verschillende disciplines’, zegt hij. ‘Die voor de linker- en die voor de rechterarm. Vandaar mijn beide gespierde biceps. Al twijfel ik nog over mijn linker, ik heb al een tijdje last van een kleine blessure.’

Groter zijn de zorgen om het gewicht. Momenteel weegt Samuel 74,5 kilogram, nog bijna 5 kilo te veel. In Antalya wil hij in de klasse tot 70 kilo uitkomen. Bij de zwaargewichten maakt hij naar eigen zeggen geen schijn van kans. ‘Die gasten blazen je zo omver.’ Vorig jaar werd Samuel negende. ‘Toen woog ik nog 88 kilo.’ Deze keer mikt hij hoger en dus werd hij lichter. ‘Ik heb maanden nauwgezet op mijn voeding gelet en hoop deze keer op een plek in de top zes.’

De telefoon van Samuel gaat over. Na een kort gesprek fluistert hij: ‘Straks komt La Bête. Onze sterkste man.’

Onvermijdelijk moet ik aan Islam Mansur denken, de ‘Arm-Heilige’ uit Joe Speedboot. ‘ Maar één meter zevenenzeventig hoog maar o wat een monster.

‘Arm Wars’

In Joe Speedboot, de gevierde roman van Tommy Wieringa, belandt Fransje Hermans na een ongeval in een rolstoel. Alleen zijn rechterarm kan hij nog bewegen. Wanneer hij papierbriketten begint te persen en almaar sterker wordt, schrijft zijn vriend Joe Speedboot hem in voor een armworstelwedstrijd. ‘ Je bent zo goed als onverslaanbaar Fransje, we hoeven alleen maar te beginnen.

Voor Samuel Lesage gaat het avontuur in 2004 van start. Hij is dan dertig en leest in de lokale krant een zoekertje. ‘Een zekere Pierre Branders wilde in Moeskroen een armworstelclub oprichten en zocht nog leden’, zegt hij. ‘Dat leek me wel wat.’ Als kind armworstelde hij vaak. Thuis, op de speelplaats, op het pleintje bij de kerk. Hij won geregeld, maar zag er geen toekomst in, al zeker niet in clubverband. ‘Tot ik naar die eerste training van Pierre ging. Ik had de smaak meteen weer te pakken.’

WK armworstelen: 'Waarom zou het geen olympische sport kunnen worden?'
© Jonas Lampens

Hij en Branders, hoewel stukken jonger, vinden mekaar. Bijna dagelijks wisselen ze advies uit, elke week kijken ze elkaar in de ogen en sleuren ze aan elkaars armen. ‘De eerste maanden kon ik de dag na een training mijn bed bijna niet uit. Zoveel pijn had ik. Ik wist opeens alle pezen in mijn bovenlichaam zitten.’

Met hun bicepsen groeit ook hun speelveld. Ze trekken naar toernooien in Luik, Parijs, Rome, Marokko, Bulgarije, Litouwen, Zweden, ja zelfs Las Vegas. Zoals Fransje Hermans stap voor stap warmdraait voor het internationale kampioenschap in Poznan, Polen.

Op het hoogtepunt telt Bras de Fer Armwrestling Mouscron/Moeskroen vijftien leden. In 2007 wordt Pierre Branders wereldkampioen bij de junioren. Eurosport nodigt hem uit voor het programma Arm Wars. ‘Pierre was oersterk’, zegt Samuel. ‘Klein, maar met zijn rechterarm kon hij bliksemsnel en in een korte hoek toeslaan. In geen tijd bouwde hij een flinke reputatie op.’

Ook buiten de sportzaal gaat het snel. Te snel. ‘Pierre leefde in een verschroeiend tempo. Dat is hem helaas fataal geworden.’ Op de Isabellalaan in Zeebrugge verliest Branders begin dit jaar de controle over zijn groene Kawasaki. Hij steekt de trambedding dwars over en botst tegen de auto van twee havenarbeiders. Op slag dood, amper zevenentwintig.

‘Sindsdien hebben we onze motivatie wat verloren’, zegt Samuel. ‘Ik ben in mijn eentje wel blijven trainen, op de zelfgebouwde installaties in mijn kelder, maar veel groepstrainingen zijn er niet meer geweest. Pierre was de bezieler van onze club. Nu hij er niet meer is, moeten we op zoek naar een nieuw elan.’

Vandaag maakt Jean-Paul zijn debuut, een jongen uit Mons. Hij armworstelt vaak met zijn broer, een bokser, en acht zich klaar voor een volgende stap. Op een drafje wijdt David hem in. ‘Naast armworstelen is schaken een van mijn hobby’s’, zegt David. ‘De twee hebben meer met elkaar gemeen dan je zou vermoeden. Ook bij armworstelen moet je drie, vier zetten vooruit denken, anders haal je het nooit. Concentratie en veerkracht zijn essentieel. Ik heb al gasten geklopt die tien keer gespierder zijn dan ik, puur op basis van mijn mentale instelling. Kracht is dus zeker niet alles.’

Krak!

Het totale Belgische armworstelveld schat Samuel op een twintigtal mannen. Ook in Luik en Rochefort zijn er clubs; Vlaanderen ligt braak. ‘Bij ons ken ik er geen, maar in Zweden zijn er veel sterke vrouwen. Daar worden ze al vanaf de middelbare school gerekruteerd en opgeleid.’

Armpje drukken wordt niettemin gelinkt aan testosteron. Aan mannen met ontbloot bovenlijf, hoofd aan hoofd boven een tafel in de kroeg, omgeven door een parfum van zweet en bier.

WK armworstelen: 'Waarom zou het geen olympische sport kunnen worden?'
© Jonas Lampens

Samuel kent de vooroordelen maar al te goed, maar vergis je niet, zegt hij: ‘Het is veel tactischer en technischer dan iedereen denkt. Elke speler heeft een eigen stijl, en op den duur leer je elkaars sterke en zwakke punten kennen.’

De regels zijn simpel. De scheidsrechter plaatst de ellebogen in een rechte hoek op tafel, telt af en roept: ‘Ready? Go!’ Beide spelers houden één voet op de grond, met de andere zoeken ze steun tegen het onderstel van de wedstrijdtafel. De vrije arm doet dienst als hefboom. Je mag zoveel met je lichaam bewegen als je wilt, zolang de ene elleboog maar op tafel blijft. ‘Als je die elleboog van de tafel schuift of tilt, maak je een fout. Twee fouten is game over.’ Wie als eerste de hand van de tegenstander op de tafel drukt, wint.

De start is cruciaal, zegt Samuel. Je moet direct tonen wie je bent. ‘Wie een fractie van een seconde afwacht, krijgt klop.’ Twijfelen is uit den boze. ‘Soms denk je bij de start dat je sterker bent, maar blijkt je tegenstander het toch langer vol te houden dan je had gehoopt en countert hij ineens.’

Praten mag, maar ‘ il ne faut pas insulter l’autre‘. Lang duurt een kamp zelden. Ready, go, gedaan. ‘Een van de langste wedstrijden ooit was die tussen de Zwitserse sterspeler Pascal Girard en een Oekraïner, op het WK van 2009 in Bulgarije. Twaalf minuten. Onvoorstelbaar, hoe sterk ben je dan?’

Het risico op blessures is altijd aanwezig, vooral bij onervaren armworstelaars. Cruciaal is de samenhang tussen bovenlichaam en bovenarm. ‘De plotse versnellingen zijn het gevaarlijkst. Dan is de kans op spierscheuren het grootst.’ Tijdens een toernooi in Rochefort eind juli brak een jongen zijn arm. ‘Hij was nog niet lang bezig en hield een verkeerde positie aan, waardoor er te veel gewicht op zijn bovenarm kwam. Krak! Zijn gekerm vulde de hele zaal.’

Trapezium, biceps, triceps, pectoralis major en de onderarm, die moeten met elkaar in harmonie zijn, dan kan het hard gaan Fransje.

Samuel heeft vier kinderen. Eentje is er vanavond bij. Aaron heet hij, hij is zeven en heeft weinig interesse voor de sport van papa. Liever speelt hij tennis. ‘Beter zo’, lacht Samuel. ‘De kans op kwetsuren is daar in elk geval kleiner.’

Olympische droom

Net als gewichtheffen heeft armworstelen een dopingprobleem. ‘Op elk kampioenschap worden er mensen betrapt’, zegt Samuel. ‘In alle categorieën, van de junioren tot de oudste masters.’ De schorsingen lopen op tot twee, drie jaar, soms zelfs tot levenslang. ‘Ook in Rochefort was het weer prijs. Van de acht gecontroleerde deelnemers testten er vijf positief. Ik probeer het zo optimistisch mogelijk te bekijken: dat ze ons zo vaak controleren, wil zeggen dat ze armworstelen als een echte sport beschouwen. Zelf ben ik zo clean als maar kan, ik slik zelfs geen proteïnen. Ik probeer gewoon zo gezond mogelijk te leven. Ik drink geen alcohol en ik eet veel groenten en fruit.’

Samuel Lesage

– 44 jaar, vader van vier kinderen

– Woont in Moeskroen

Heeft zijn eigen inktpatronenbedrijf

Is sinds 2004 lid van Bras de Fer Armwrestling Mouscron/Moeskroen

Werd vorig jaar negende op het WK armworstelen, bij de masters in de gewichtsklasse tot 80 kilogram

Neemt straks opnieuw deel aan het WK, dat dit jaar plaatsheeft in het Turkse Antalya

In Joe Speedboot haalt Fransje eiwitsupplementen met de smaak van aardbei, vanille en citroen in huis. In poedervorm, aan te lengen met melk. De belangrijkste spiertraining doet hij zittend op de grond: hij leunt met zijn elleboog op een laag tafeltje en houdt een halter in zijn hand. Die trekt hij langzaam naar zich toe, waarna hij hem weer tot vlak boven het tafeloppervlak laat zakken, ‘ alles heel langzaam, met continue spierspanning om de spieren tot maximale arbeid aan te zetten, net zo lang tot de vlammen uit mijn arm sloegen.

Ook Samuel zoekt de vlammen op, niet alleen als tekening op zijn T-shirt. ‘Aan de klassieke krachttrainingen, zoals die van bodybuilders of gewichtheffers, hebben wij niet veel. Wij moeten specifieker en dynamischer te werk gaan.’

Op zijn telefoon toont hij een filmpje. Stilletjes stapt hij door de kantoren van zijn bedrijf – hij handelt in inktpatronen – met in zijn rechterhand een lange bamboestok. Hij beweegt hem langzaam op en neer. ‘Als er weinig werk is, oefen ik mijn polsen of mijn bovenarmen’, zegt hij. Hij ziet me glimlachen. ‘Tja. Je bent gepassioneerd of je bent het niet.’

David komt erbij staan. Puffend en hijgend, na een zoveelste gewonnen wedstrijd tegen de zwijgzame nieuwe jongen uit Mons. ‘Armworstelaars hebben doorgaans veel verbeelding’, zegt hij. ‘Iedereen ontwerpt zijn eigen trainingsmethoden en -materialen. Zo is er een Amerikaan die in zijn huis een gymzaal in hout ontworpen heeft, met als pronkstuk een machinale arm waartegen hij kan sparren. Prachtig om te zien.’

Het inktpatronenbedrijf runt Samuel met zijn vader. Het is dankzij hem dat hij straks naar het WK kan. ‘Als ik tien dagen in Turkije zit, neemt mijn vader het van mij over.’ Vliegtuig, hotel, onkosten, Samuel betaalt alles zelf. ‘Ik heb wekenlang naar de goedkoopste vliegtickets gezocht. Maar alles bij elkaar zal het toch een reis van om en bij 900 euro worden.’

Geld is er niet te winnen. ‘Alleen medailles en riemen, zoals in het boksen.’ Professionele armworstelaars zijn er enkel in de Verenigde Staten. De prijsgelden gaan er tot 10.000 dollar. Ook in Oost-Europa is de sport populair. ‘In Moldavië is er een competitie waar 70.000 dollar te verdienen is.’ Kennelijk zijn vooral de Russen, Bulgaren, Georgiërs en Turken ijzersterk. ‘Zij worden al van jongs af aan opgeleid in speciale sportscholen. Je moet thuis maar eens naar foto’s en filmpjes zoeken. Hele sportzalen vol armworstelende Oost-Europeanen zul je vinden.’

Stiekem hoopt Samuel op een deelname aan de Olympische Spelen, ooit, wie weet. Al jaren oefent de internationale armworstelfederatie druk uit, vooralsnog zonder resultaat. In Moeskroen heerst geduld en vertrouwen. ‘Armworstelen is spectaculair en goed in beeld te brengen’, zegt Samuel. ‘Dus waarom niet? Met skateboarden is het toch ook gelukt?’

Sako Coiffure

Opschudding in de garagebox. Alle blikken schieten in de richting van de straat. Op de kasseien komt met een ruk een sportauto tot stilstand. De deuren zwaaien open. Luide gitaren. Twee tellen spanning. Dan komt er een man tevoorschijn, niet meer dan één meter zevenenzeventig lang, maar o, wat een monster. Stalen romp, kabels van bovenarmen. Donkere, volle wenkbrauwen. Van geestigheid geen spoor.

Samuel: ‘ La Bête is er.’

WK armworstelen: 'Waarom zou het geen olympische sport kunnen worden?'
© Jonas Lampens

Twee korte zinnen, geweerschoten bijna, als begroeting.

‘Alles goed hier? Nog geen blessures?’

La Bête neemt een slok energiedrank en snelt naar de armworsteltafel. David gaat recht tegenover hem staan.

‘Ready? Go!’

Kermend houden ze elkaar een tijdje in evenwicht. Tot La Bête een kreet slaakt, in een taal die Russisch aandoet, en hij de hand van David vliegensvlug op het tafelblad drukt. ‘ Merde‘, zucht David. ‘Weer niet.’

Tegen de buitenmuur van de garagebox stretcht La Bête zijn kuitspieren. Ik spreek hem aan. Hij blijkt in Roubaix te wonen en Sarkis Yeritsian te heten. ‘Geboren in Armenië.’ Op zijn negentiende trok hij naar Europa, via Marseille en Parijs kwam hij in Roubaix terecht. Noordelijker dan Moeskroen gaat hij niet. Hij denkt aan een terugkeer naar zijn vaderland. ‘Deze zomer was ik er voor het eerst in twintig jaar opnieuw’, zegt Sarkis. ‘Ik werd op slag verliefd. Armenië leek wel Amerika in het klein: prachtige natuur, moderne steden en een veel sterkere economie dan ik had verwacht.’

‘Welk beroep beoefen je?’ vraag ik.

‘Kapper’, antwoordt Sarkis. ‘Ik heb een eigen zaak in het centrum van Roubaix. Sako Coiffure. Voor dames en heren, voor kleurspoelingen en baarden. Kom gerust eens langs.’

‘Wat een contrast met de brute kracht die je daarnet uitstraalde.’

‘Armworstelen is een jeugdliefde, in Armenië is het een van de populairste sporten. Op mijn achttiende was ik op mijn sterkst. Een kerel die ik toen meerdere keren geklopt heb, is intussen wereldkampioen. Was ik ginder gebleven en kampioenschappen blijven winnen, ik had van de regering zeker een appartementje en een loon gekregen.’

‘Ik hoorde muziek van Rammstein uit je auto komen. Om jezelf op te peppen?’

‘Ja, dat doe ik elke keer. Maar thuis luister ik liever naar kalme muziek. Klassiek, bij voorkeur. Soms speel ik op mijn piano, om tot rust te komen. Ik zing ook in een koor.’

Voor ik kan doorvragen, hangt Sarkis alweer boven de armworsteltafel. Keer op keer verslaat hij zijn ploeggenoten, een voor een blazen ze buiten even uit. Ze wrijven steeds harder over hun bicepsen. ‘Na elk partijtje moet je goed en lang uitademen’, zegt David. ‘Anders riskeer je een hersenbloeding.’

Na vier pogingen kan Samuel eindelijk de hand van Sarkis tegen de tafel drukken. ‘ Yes!‘ roept hij, en de twee vallen elkaar in de armen. ‘Het is de eerste keer dat ik La Bête kan kloppen’, zegt Samuel.

De nacht wordt steeds dikker. Alle kracht is uit de armen gedrukt. Aaron, Samuels zoontje, wil naar huis.

Sarkis roept op tot een snelle reprise. ‘We moeten de draad weer opnemen, gasten!’ David is het met hem eens: ‘Voor Pierre.’ Samuel knikt en fluistert: ‘Voor Pierre.’

Zachtjes gaat de garagepoort naar beneden.

Partner Content