John Crombez (SP.A)

‘Wij gaan van solidariteit het nieuwe normaal maken in plaats van iets verdachts’

John Crombez (SP.A) Kamerlid en gewezen voorzitter SP.A

‘De Dag van de Arbeid gaat vooral over de toekomst’, schrijft SP.A-voorzitter John Crombez.

Er zijn mensen die vinden dat kinderen moeten bijspringen als hun ouders de rusthuisfactuur niet meer kunnen betalen. Er zijn mensen die vinden dat elektriciteit en water niet noodzakelijk een basisrecht zijn. Er zijn mensen die vinden dat de dokter, de kinesist en de tandarts gerust wat meer mogen kosten. Dat is hun goed recht. Maar mijn keuze is het niet. Vergis u niet, 1 mei, de Dag van de Arbeid, gaat vooral over de toekomst. En die keuze is vandaag scherper en duidelijker dan ooit: is bescherming, zekerheid en alle kansen op een goed leven iets wat ons allemaal toekomt? Of niet?

In de loop van de twintigste eeuw heeft het socialisme heel wat van haar idealen kunnen verwezenlijken: van universeel stemrecht, over kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen, naar de uitbouw van sociale bescherming, een ziekteverzekering en pensioenrechten. Maar nieuwe tijden schotelen ons nieuwe uitdagingen voor, die nieuwe antwoorden vragen. Want we kunnen niet om de realiteit heen dat vandaag een nieuwe kwetsbaarheid is ontstaan. De kwetsbaarheid dat mensen die elke dag keihard werken, die elke dag knokken en het beste van zichzelf geven, het toch moeilijk hebben. En meer zelfs, vandaag vaak uit de boot vallen.

‘Wij gaan van solidariteit het nieuwe normaal maken in plaats van iets verdachts’

De volgende weken en maanden – en zeker in 2018 en 2019 – hebt u de sleutels in handen. Van deze ministers en hun partijen weten we hoe ze omgaan met die nieuwe kwetsbaarheid. Wie geld heeft, wie rijk is, wie machtig is, wordt op zijn wenken bediend. Wie steun, bescherming en zekerheid verdient, krijgt samen met al die facturen alleen ruzie, gekibbel en verwijten. En als ze een beetje geluk hebben, een sorry. Is het dan nog vreemd dat mensen niet langer geloven in de politiek?

Uw keuze wordt dan ook bepalend voor de manier waarop we na 2020 onze samenleving organiseren: onze zorg, onze pensioenen, onze arbeidsmarkt en ons onderwijs om de 4 belangrijkste te noemen. Daarom gaan wij, socialisten, voluit voor een nieuwe sociale garantie dat staat op verschillende pijlers. Een nieuwe sociaal garantie dat een antwoord is op die nieuwe kwetsbaarheid door de samenleving fundamenteel te herdenken. Een nieuwe sociale garantie dat er voor zorgt dat iedereen wél kan en mee is. Zo kiezen wij voor een maximumfactuur op school en in het rusthuis. Zo trekken wij de kaart van een basispensioen na 42 jaar werken dat volstaat om zonder zorgen oud te worden. En wie meer werkt, krijgt extra pensioen. Zo laten wij mensen zelf beslissen wanneer of waarom ze gas terugnemen, zodat ze opnieuw grip krijgen op hun leven en werk weer écht werkbaar wordt. Zo verzekeren we jongeren – of ze nu studeren, werken of stage lopen – én mantelzorgers een inkomen. En ja, als iedereen eens eindelijk eerlijk zou bijdragen, dan is dat betaalbaar.

Wij, socialisten, claimen op 1 mei dus vooral de toekomst. Vandaag meer dan ooit. De fundamenten liggen er alvast. Nu is het zaak om het huis te bouwen. Het is nu aan ons om al diegenen die wél willen, te verenigen. Om al die mensen die elke dag keihard hun best doen, niet alleen te beschermen maar ook garanties te bieden. En voor al diegenen die niet kunnen, gewoonweg te zorgen. Zo is er in Gent en Oostende – steden waar socialisten besturen – wél een maximumfactuur voor het rusthuis. Het kan dus, als je er samen je schouders onder zet. Wat zal het dus zijn straks? Gaan we mee in een race naar de bottom? Met lagere lonen, minder pensioen, minder middelen voor gezondheidszorg of onderwijs en amper sociale bescherming? Mijn keuze en die van mijn partij is ondubbelzinnig: samen sterker. Wij gaan van solidariteit het nieuwe normaal maken in plaats van iets verdachts. In 2018 en 2019 is het dan aan u.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content