Wielrenster Valerie Demey en BMX’ster Elke Vanhoof: hoe een koppel droomt van de Spelen in Tokio

Valerie Demey: 'Wielrennen geen vrouwensport? Kust ze, ik doe dit graag.' Elke Vanhoof: 'Een BMX- wedstrijd is top- entertainment, erg Amerikaans.' © Jelle Vermeersch

Ze zijn nog niet zeker van hun plaats, maar het zou wel eens kunnen dat België twee geliefden naar de Olympische Spelen stuurt: wielrenster Valerie Demey en BMX’ster Elke Vanhoof.

Valerie Demey, een van de beste Belgische rensters, zag een groot voorjaarsdoel in rook opgaan met het uitstel van Parijs-Roubaix. ‘Het is behelpen’, vertelt Demey. De Oostkampse koerst voor Liv Racing, het team van kopvrouw Lotte Kopecky. ‘De kalender ziet er kaal uit. Er zijn meisjes die dit seizoen nauwelijks hebben gekoerst. We moeten de planningen op elkaar afstemmen, zodat iedereen toch een beetje aan zijn trekken komt.’

Bij haar lief, Elke Vanhoof, horen we een ander geluid. Vanhoof is het boegbeeld van het Belgische BMX. Een gewezen Europese kampioene, zesde op de Olympische Spelen. De Molse vecht terug na een hersenschudding die haar een halve olympische cyclus hinderde. Ook in het BMX werden wedstrijden geschrapt, al lijkt er de komende maanden weer meer door te gaan. ‘Hout vasthouden’, zegt ze. ‘Om me te plaatsen voor de Spelen van Tokio moet ik klimmen op de wereldranglijst. De Europabeker in Zolder is afgelast, hopelijk blijft het daarbij. Iedere koers die wegvalt, slaat een gat in mijn planning.’

De tekenaar haakte uiteindelijk af, maar er was zowaar een stripverhaal in de maak over Valerie Demey en Elke Vanhoof. Met trainingstips, verweven in de geschiedenis van hoe de twee verliefd werden op elkaar. Dat begon op een themadag van de wielerbond, over vrouwen en de koers.

Valerie Demey: Profrensters gaven workshops over hun eigen discipline, maar ik veranderde juist van ploeg en had geen wegfiets meer. Ik schreef me in als student in de BMX-les van Elke. Dat smaakte naar meer. We gingen samen op stage, maar ik vloog er te enthousiast in: sleutelbeen gebroken. Elke voelde zich zó schuldig.

Elke Vanhoof: Hoe zou je zelf zijn? Maar door dat gebroken bot bleven we contact houden: ik stuurde sms’jes om te vragen hoe het ging.

Demey: Dus kwam er een tweede stage, deels om haar te tonen dat het genezen was. Toen begon de fluistercampagne. Al onze kennissen begonnen erover: hoe zit het tussen jullie tweeën? Zijn jullie een koppel? Dus ik naar Elke: ‘Haha, weet je wat ze nu over ons zeggen?’

Vanhoof: Geen van ons had al eens relatie gehad met een vrouw. Het kwam niet eens bij ons op. Toen volgde een onduidelijk gesprek, met als besluit: ‘ Maar nee gij, natuurlijk zijn wij alleen maar vrienden!’ Twee dagen later belden we elkaar op: het besef was ingedaald dat hier meer aan de hand was. (lacht) Intussen zijn we drie jaar samen.

Tijdens de eerste lockdown van 2020 hielden jullie een opvallende corona-actie.

Demey: Zoals je uit de vorige anekdote al kon opmaken: de dingen overkomen ons. (lacht) Elke had een nieuwe iPhone en amuseerde zich met filmpjes maken. Wat filmt een mens? In ons geval trainingen, want daarmee vullen wij onze dagen. Elke postte clipjes op haar Facebookpagina, en daar werd massaal op gereageerd.

Vanhoof: Twee maanden lang schoten we elke dag een filmpje. ’s Avonds brainstormen in bed: wat kunnen we ons publiek morgen voorschotelen? Een mopje, een uitdaging, tips over training en voeding… Er kwamen T-shirts met de slogan: ‘Stop met nietsen, ga fietsen!’ De opbrengst ging naar vaccinatieonderzoek van de KU Leuven.

Voor Elke kwam het goed uit dat de Olympische Spelen werden uitgesteld.

Vanhoof: Ja, want vorige zomer had ik nooit gehaald. Ik liep een hersenschudding op in de Europacup van Verona, maart 2019. Niet eens een zware val: ik stond op, klopte het stof van mijn pak en fietste verder. ’s Avonds had ik buikpijn en werd ik ontzettend moe. Van de stress, dacht ik, maar rusten bracht geen beterschap, integendeel. Ik raakte amper op mijn fiets.

Demey: Op een ochtend stond Elke op en viel ze flauw tegen de kleerkast. Ik zei: ‘Jij gaat nú naar de dokter.’

Vanhoof: Een scan bracht geen duidelijkheid. Er is niet veel bekend over hersenschuddingen, het is een blessure die je niet kunt zien. Later zeiden de dokters dat het waarschijnlijk niet alleen door die val in Verona kwam. Ik heb de film opnieuw afgespeeld en bleek al een jaar met klachten te kampen. Wel 27 verschillende symptomen kunnen wijzen op een hersenschudding. Soms heb je er en gaan ze weer weg. Maar in 2019 had ik ze allemaal. (lacht wrang)

Demey: Ik begon veranderingen te merken in je persoonlijkheid. Toen was ik echt ongerust.

Vanhoof: Dat had, weet ik nu, te maken met verstoorde verbindingen tussen de witte en de grijze massa in mijn hersenen. We zitten hier nu in de tuin. Achter mij passeren auto’s, ginds zit een vogeltje te fluiten. Jij filtert dat, en hoort zonder problemen wat ik zeg. Bij mensen met een hersenschudding komt alles ongefilterd binnen: licht, geluid, beweging… Om gek van te worden. Je staat 24 uur per dag op scherp en eindigt uitgeput.

Hebt u nog last?

Vanhoof: Ik moet zorgen dat ik genoeg rust, al is het dag en nacht verschil vergeleken met vorig jaar. Er bestaat niet één remedie om te genezen van een hersenschudding. Online volgde ik een Canadese hersenschuddingscursus. Sindsdien begrijp ik tenminste wat er aan de hand is.

Toch ben ik optimistisch voor de Spelen van Tokio. Er zijn drie startbewijzen voor kleine BMX-landen zoals België. Omdat ik lang out was, ben ik daar voorlopig niet bij, maar het blijft haalbaar. Niet geblesseerd raken, een beetje geluk met hoe de concurrentie presteert en hopen dat er geen koersen worden geschrapt.

Samen naar de Olympische Spelen gaan, is dat de ultieme droom?

Demey: Natuurijk. Hoeveel koppels kunnen dat zeggen?

Vanhoof: Maar we zouden elkaar niet treffen. De wegkoers staat vroeg geprogrammeerd, het BMX is een paar dagen later. Door corona moeten atleten direct na hun competitie vertrekken.

Uw teamgenote Lotte Kopecky, dit jaar fantastisch op dreef, wil knallen op de olympische piste.

Demey: Lotte zette deze winter enorme stappen, en covid-19 heeft daar veel mee te maken. Voordien combineerde ze de weg en de piste: een uitdagend maar moordend schema. Door corona konden haar benen én haar hoofd eindelijk rusten. We hebben van Lotte het beste nog niet gezien.

U bent een vaste waarde in de nationale ploeg en bent zonder twijfel een zeer goede coureur. Maar hoeveel koersen won u al?

Demey: Pijnlijke vraag. (lacht) Twee tijdritten en een drietal kleinere wedstrijden. Ik ben zo’n type dat vaak de finale rijdt maar zelden in de positie komt om te winnen. Deels ligt het aan de generatie die nu de dienst uitmaakt: Anna van der Breggen, Marianne Vos, Chantal Blaak… Die zijn zo sterk dat er voor een subtopper weinig overblijft. Dus cijfer ik me weg voor anderen. Dat is ook logisch: Lotte kan winnen en ik word misschien vierde of vijfde. Maar ik ben de voorbije winter stevig beter geworden. Voor rensters zoals ik is het jammer dat er zo weinig kleine koersen worden gereden. Het cliché zegt dat je het tijd moet geven, maar ik ben intussen 27. Komt het dan nog? Anderzijds: Annemiek van Vleuten is 38 en wint de Ronde van Vlaanderen.

'Driekwart van de wielertoeristen zijn vrouwen'
© Jelle Vermeersch

Het vrouwenwielrennen groeit en bloeit. De aanvragen voor koerslicenties voor meisjes stegen met 20 procent.

Demey: Driekwart van de wielertoeristen die je langs de jaagpaden tegenkomt, zijn vrouwen. Het is ongelooflijk. Tien jaar geleden was een vrouw op een koersfiets uitzonderlijk.

Er woedt nu een discussie over het prijzengeld. Terecht: het is een schande dat het verschil tussen de mannen- en de vrouwenkoers zo groot blijft. Tegelijk vind ik dat er dringender problemen bestaan. Men moet de liveverslaggeving nog beter verzorgen, dat brengt de rest in beweging. De kijker zal zien dat vrouwenwedstrijden bijzonder interessant zijn. In geen enkele koers ken je op voorhand het scenario. Dat komt door de kleinere ploegen. Met zes rensters is het lastig om een peloton aan banden te leggen.

Kreeg u ooit de opmerking: ‘Wielrennen? Dat is toch geen sport voor vrouwen?’

Demey: Meer dan ééns. Dan zeg ik: ‘ Kust ze, ik doe dit graag!’ (lacht) De drang om wielrenster te worden was zo sterk dat ik er mijn studie voor aan de kant schoof. Ik heb alles aan mijn ouders te danken. Zij stopten meer geld in mijn carrière dan ik ooit kan terugbetalen. Dat blijft het grote verschil tussen mannen- en vrouwenwielrennen: bij de mannen valt er veel geld te verdienen.

Elke is een van de dertig profsporters onder contract bij Defensie. Eigenlijk moet ik ‘eerste soldaat Vanhoof’ zeggen.

Vanhoof: Ik ben ambassadeur-topsporter bij het leger, al volgde ik de opleiding tot militair zoals iedereen. Dat was heel plezierig: putjes graven, leren schieten, salueren en de beste vrienden worden met je mederekruten. Na die elf weken heb je als profsporter geen verplichtingen, behalve dat ik Defensie in een goed daglicht moet stellen. Ik hoef niet op manoeuvres of zo. En als ik ooit stop met BMX, kan ik in dienst blijven.

Gaat u dat ook doen?

Vanhoof: Geen idee, maar het is fijn dat ik het achter de hand heb. Of de job van soldaat leuk is, weet ik niet uit ervaring, maar de opleiding kan ik iedereen aanraden. Zeker de jeugd van tegenwoordig. (lacht)

80 procent van de Japanners wil de Olympische Spelen uitstellen of afblazen. Wat vindt u daarvan?

Vanhoof: Dat het een beetje voorbarig is. Wie weet hoe de situatie is in juli? Misschien is alles weer normaal, misschien zitten we in de strengste lockdown. Ooit zul je toch het risico moeten nemen om de draad weer op te pikken. We kunnen zo geen tien jaar leven. Of moet alles stoppen wat je niet vanachter een computer kunt doen?

Demey: Wij zijn sportminded en willen natuurlijk dat de Spelen doorgaan, maar de wereld staat in brand. Terwijl verschillende coronavarianten uitbreken, vliegen tienduizend buitenlanders naar Japan. Ik snap dat ze daar in Tokio niet happig op zijn.

Vanhoof: Als de organisatie slaagt, dan wordt het een baken van hoop voor de hele wereld. Ik, als atleet, moet mij in ieder geval 100 procent smijten met het idee dat de Spelen doorgaan. Anders hoef ik er niet aan te beginnen.

De olympische BMX-wedstrijd lokt meer kijkers dan de wegkoers. Wereldwijd dan, in België niet.

Vanhoof: BMX leeft sterk in de Verenigde Staten en Zuid-Amerika. Op tv krijg je niet helemaal mee hoe spectaculair het is. Stel je een arena voor, met zitplaatsen in het midden. Overal rondom je springen – en vallen – coureurs die zandheuvels op sprinten. Een dj erbij, de presentator schreeuwt zich schor. Het is topentertainment, erg Amerikaans. Terwijl wegwielrennen… Ik val in slaap. (geeuwt richting Demey)

Demey: Zo lachen met mijn sport! Ik zal het onthouden. (lacht)

Vanhoof: Ook in ons land is BMX sterk aan het groeien. Er zijn in Vlaanderen meer dan dertig parcoursen, de meeste recent aangelegd. Vroeg of laat levert dat prof-BMX’ers op, dat kan niet anders.

Volstaan vier bladzijden in Knack om al uw blessures op te sommen?

Vanhoof: Vraag uw bazen om extra papier! Ik ga van boven naar onderen: één hersenschudding, minstens twee whiplashes, twee keer gebroken sleutelbeen rechts, één keer links, een tenniselleboog, middenhandsbeentje gebroken, twee gescheurde handligamenten, een gebroken rib, beide knieligamenten gescheurd, een gescheurde kruisband, enkel gebroken, enkelligamenten gescheurd en twee gescheurde voetligamenten.

Dat u nog rechtop staat.

Vanhoof: Valt mee, toch? ( lacht) Die blessures kun je niet wegtoveren. Het zijn krassen op mijn gestel en ik zou waarschijnlijk beter presteren als ik het allemaal niet had meegemaakt. Het jammere is dat ik het allemaal alleen heb moeten uitzoeken. Prof-BMX bestond niet in België. Met wat ik nu weet over trainingsleer, medische begeleiding en voeding had ik veel verder kunnen staan.

Jolien D’hoore en Anna van der Breggen, twee van de grootste sterren uit het vrouwenwielrennen, stoppen vanwege een kinderwens.

Demey: Jolien en Anna stoppen op een hoogtepunt en zullen niet dat ene seizoen te veel rijden. Het is niet slecht dat er vernieuwing komt. Hun exit opent kansen voor een nieuwe generatie.

Blijven de Nederlanders domineren?

Demey: Dat zal minderen. Demi Vollering en Lonneke Uneken zijn grote talenten, maar Italië heeft nog meer weelde bij de jeugd. De Belgen kunnen rekenen op Lotte Kopecky, de jongste binnen de huidige wereldtop. Dankzij haar doet ons land nog jaren mee.

Valerie demey

– 1994 geboren in Brugge

– 2016 prof bij Topsport Vlaanderen-Etixx

– 2018 transfer naar Lotto Soudal Ladies, zilver op het Belgisch kampioenschap

– 2019 overstap naar CCC Liv

Elke vanhoof

– 1991 geboren in Mol

– 2013 brons op EK BMX

– 2014 wint de European League

– 2015 Europees kampioene en tweede eindzege European League

– 2016 zesde op de Olympische Spelen van Rio

– 2017 zilver op het EK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content