Ann Peuteman

‘Wie werkt er wie eigenlijk tegen in het onderwijs: directies of leerkrachten?’

Veel directeurs waarderen niet dat hun leerkrachten iets nieuws uitproberen en veel leraren verzetten zich tegen de nieuwe aanpak van hun directie. ‘Mensen met een tegengestelde pedagogische visie worden gedwongen om samen te werken, en dat is niet bepaald bevorderlijk voor de sfeer’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman.

‘Het zijn niet de papierlast en de pedagogische trends die me beknotten, maar wel mijn directeur.’ Dat schreef een lerares Frans me vorige week naar aanleiding van een opiniestuk op Knack.be waarin Stijn Van Hamme, auteur van Scholen laten schitteren, beweert dat veel leerkrachten niet meer toekomen aan de essentie van hun job. Dat komt volgens hem door de zware administratieve last, allerlei maatschappelijke problemen die op het onderwijs worden afgeschoven en de onderwijskoepels die constant ‘vernieuwende pedagogische aanpakken’ opleggen.

Maar de briefschrijfster vindt het vooral demotiverend dat haar directeur haar ervan weerhoudt om nieuwe methodes te introduceren om de leerlingen bij de Franse les te houden. ‘Stel je voor dat alle leerkrachten zo beginnen’, luidt zijn argument. ‘Dan eindigen we in totale chaos.’ Moegestreden is de lerares teruggekeerd naar haar oude vertrouwde manier van lesgeven. Maar veel bevrediging haalt ze daar niet uit.

Wie werkt er wie eigenlijk tegen in het onderwijs: directies of leerkrachten?

Zij is niet de enige. Als ik voor een reportage of interview ergens in Vlaanderen in een school rondhang, hoor ik zulke verzuchtingen steeds vaker. Leerkrachten willen nieuwe wegen uitproberen om hun leerstof bevattelijker te maken en hun leerlingen meer te boeien, maar krijgen naar eigen zeggen hun directie niet mee. Die zou weinig zin hebben in experimenten die de jarenlange usances in de school onderuit kunnen halen en zijn ook bang voor de reactie van de onderwijsinspectie.

Omgekeerd zijn er ook schoolhoofden die klagen dat hun leerkrachten zich verzetten tegen het nieuwe elan dat ze hun school willen geven. Sommigen zijn bang dat ze aan autoriteit zullen inboeten of hebben geen zin om bovenop het vele werk dat ze nu al hebben ook nog nieuwe cursussen en lesvoorbereidingen uit te werken, anderen geloven simpelweg niet in de nieuwe aanpak die door de directie naar voren wordt geschoven.

Meestal is het geen afgelijnde tweestrijd tussen lerarenkorps en directie, maar zitten de leerkrachten ook onderling niet op dezelfde golflengte. Op sommige scholen staan leraars die rotsvast geloven in co-teaching, permanente evaluatie in plaats van examens of het neerhalen van de tussenschotten tussen vakken, zelfs lijnrecht tegenover collega’s die les willen blijven geven zoals ze altijd al hebben gedaan. Daarbij helpt niet dat het Vlaamse systeem van vaste benoemingen onderlinge concurrentie tussen leerkrachten aanwakkert.

In sommige scholen zou wel wat meer werk gemaakt mogen worden van een breed gedragen visie

Nu is er op zich niets mis met een traditionele aanpak waarbij de leerkracht voor de klas staat en de deur dicht blijft. Toch niet als zowel de leerlingen als leerkrachten daar baat bij hebben. Maar het is evenmin fout om andere manieren te zoeken om bijvoorbeeld om te gaan met diversiteit, leerstoornissen en de oprukkende verveling in de klas. Op voorwaarde dan wel dat het personeel zich min of meer eensgezind achter die visie kan scharen. Dat is bijvoorbeeld het geval in het veelgeprezen Finse onderwijs, waar een directeur zijn lerarenkorps grotendeels zelf kan samenstellen.

Hier kan dat alleen in een school die pas is opgericht. Wie directeur wordt van een bestaande school erft veelal een hele ploeg met grotendeels vast benoemde leerkrachten. Natuurlijk lijkt het geen oplossing om nieuwe directies de mogelijkheid te geven al het personeel aan de deur te zetten, maar in sommige scholen zou wel wat meer werk gemaakt mogen worden van een breed gedragen visie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content