Bart De Valck

‘Wie militairen berooft van hun taal, berooft hen van hun dienstbaarheid’

Bart De Valck Voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging.

VVB-voorzitter Bart De Valck is kritisch voor de plannen van minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) om in de Koninklijke Militaire School meer vakken in het Engels te onderwijzen.

Een regering zonder de PS zou al een staatshervorming op zich betekenen. In die gevleugelde uitspraak van N-VA-voorzitter Bart De Wever zat veel waarheid. Hij vergat er wel bij te vertellen dat een staatshervorming niet alleen een moeilijke bevalling is, maar dat het ook vele jaren duurt voor nieuwe bevoegdheden en middelen voor de deelstaten op eigen benen staan. Een hervorming uitvoeren is meer werk dan het komen tot een akkoord. Dat ondervindt de N-VA ook in deze federale regering aan de lijve, zelfs wanneer is besloten om de snaveltjes toe te houden over het communautaire.

Nu, die regering zonder de PS is er wel degelijk gekomen en we zullen uiterlijk binnen een jaar of twee weten of het centrum-rechtse project wordt verlengd. Blijft de ‘Zweedse coalitie’ een experiment? Een interregnum? Hervormen zonder nieuwe structuren en evenwichten in het leven te roepen (de communautaire stilstand): de N-VA heeft de speeltijd binnen de Belgische porseleinkast goed benut om tal van hervormingen in de steigers te zetten. Of om moeilijke, maar hoognodige bochten in het beleid aan te vatten. Voor een grote partij is het in elk geval niet gemakkelijk om níet de olifant (vandaar die porseleinkast) uit te hangen.

Dereguleren

Centrum-rechts beleid voeren is voor de N-VA duidelijkheid scheppen, recht en orde herstellen en een pak deregulering doorvoeren. Deregulering is een groot vat. In dat vat vinden we bijvoorbeeld het voorbehoud om in dit land nog veel mensen statutair aan de slag te laten gaan. Kijk naar de hete herfst die de vakbonden over dit thema in het vooruitzicht stellen. Maar goed: besparen doe je ook door af en toe verworven rechten in vraag te stellen. Dat is ongetwijfeld het pijnlijkste aspect van een soberheidsbeleid. De sociale protesten die je her en der hoort hebben de N-VA-top ongetwijfeld duidelijk gemaakt dat de speeltijd voorbij is en er voor verschillende dossiers maar ‘geleverd’ zal kunnen worden indien de partij er de volgende legislatuur opnieuw ‘bij’ is. Met de nodige compromissen.

Nu, over besparen gesproken: wat je wel nooit zou mogen doen, is besparen op je eigen project en een donkerblauw doorslagje worden van de lichtblauwe Vlaamse liberalen in deze regering. Het lijkt wel of in de federale en Vlaamse regering open ‘Popperiaanse’ liberalen front vormen met zogenaamde ‘ordoliberalen’ of ‘klassieke liberalen’. Respectievelijk Open VLD en N-VA dus. Tussen haakjes: heel veel dingen, zeker in de politiek, zijn nogal relatief. Net daarom heeft de MR, met wie óók geregeerd wordt, een rechtser profiel dan Open VLD. Tenminste bij veel Vlamingen, bij wie het onbewuste nog altijd het verband legt tussen ‘kapitaal’ en ‘Frans’. ‘Les bourgeois’, zeg maar.

Handelsfonds

N-VA heeft Vlaams Belang willen uitroken en slaagde er net niet in om de partij onder de kiesdrempel te dwingen. Voor Open Vld bestaat er in Vlaanderen ontegensprekelijk nog altijd een traditionele achterban en een netwerk waarop die partij kan terugvallen in magere jaren. Die achterban en dat netwerk zijn ideologisch heel blauw gekleurd. In tegenstelling tot het Vlaams Belang, dat, net zoals de N-VA overigens, geen ‘zuil’ heeft maar een losse associatie met enkele basisorganisaties, werkt het uitroken van de liberalen dus niet. Doodknuffelen dan maar? Maar ook dat verstandshuwelijk kan niet blijven duren. Het origineel werkt op termijn altijd beter dan de kopie. Daarom moet het N-VA-partijbestuur niet alleen in de achteruitkijkspiegel letten op de remonte van Vlaams Belang. Er moet ook al eens door het zijruitje worden gekeken richting liberalen, die de afritten nauwlettend in het oog houden. De blauwen willen zeker ooit nog wel eens met de PS regeren. Ze deden het al eerder – mét een staatshervorming.

Oké, misschien een wat lange inleiding, maar ze helpt – hopelijk – wel om mijn punt meteen duidelijk te maken: toen ik de argumenten las van minister van Defensie Steven Vandeput om de masteropleiding van de Koninklijke Militaire School (KMS) volledig te verengelsen, heb ik minutenlang naar de koeien in de wei achter mijn huis moeten staren. Zo’n overdosis grazende nuchterheid had ik wel even nodig om opnieuw voeling met de realiteit te krijgen. Tenminste in dit dossier is de N-VA-minister die voeling helaas volkomen kwijt. Dit is niet de deregulering die ik van een Vlaamsbewust minister verwacht. Hij vervangt zijn handelsfonds van de kracht van identiteit door die van de kracht van verandering, terwijl die kracht van verandering toch nodig was om wat goed is voor Vlaamse mensen te vrijwaren en te stimuleren? Ik hoop dat ik dat niet verkeerd heb begrepen.

In Vlaanderen doen binnen en buiten de Vlaamse Beweging dag in dag uit mensen erg hard hun best om tegengas te geven aan de vraag om de taalregeling in het hoger onderwijs te dereguleren. Voorlopig houdt de Vlaamse Regering de boot af. Maar wat een voorbeeld stelt de N-VA-minister wanneer hij vindt het Nederlands goed is als onderwijstaal op Vlaams niveau, maar blijkbaar niet voor een federale onderwijsinstelling (de KMS)? Eenmaal er een legislatuur zonder N-VA aanbreekt: gaan liberalen en socialisten het onderscheid tussen Vlaams en federaal nog maken? Nee, ze zullen verwijzen naar het precedent van de KMS, op initiatief van een N-VA’er nota bene, en een aantal Vlaamse rectoren op hun wenken bedienen.

Helfies

Vandeput draait het riedeltje af van NAVO, waar veel technische communicatie in het Engels verloopt. Dat kan best zijn en ik ga daar ook niet moeilijk over doen. Maar uitsluitend in het Engels afstuderen in een van de KMS-richtingen leidt tot een militaire elite die over de dringende reparatie van een rupsvoertuig niet kan converseren met een beroepsvrijwilliger of gewoon een garagist in de streek waar een manoeuvre wordt gehouden (ja, ik weet wat ten velde zoal kan voorvallen). Dat kan Verviers zijn of Brakel. Dit is niet goed en zal leiden tot een verengelsing van het leger zelf. Daarmee dient het leger dan nog louter een internationaal belang: dat van door onze politici afgesloten bondgenootschappen met buitenlandse partners. Dat het leger er in de eerste plaats is voor de bescherming van de eigen bevolking verdwijnt zo naar de achtergrond. Niet wenselijk en niet democratisch.

Dat onze soldaten tegen wil en dank betrokken zijn geraakt in een asymmetrische oorlog tegen islamistisch terrorisme, maakt van hen de ‘helfies’ (van de gelijknamige N-VA-campagne) bij uitstek. N-VA-dames gingen dat na de einde juni verijdelde aanslag in Brussel-Centraal beklemtonen door knuffels uit te delen. Kern van Vlaamse bewogenheid is de ontmoeting van mensen rond gedeelde identiteit. Daarin speelt het Nederlands een sleutelrol, zowel binnen ‘den troep’ zelf als op wacht aan stations en overheidsgebouwen. De dienstplicht is er ooit op gebouwd.

De afgelopen jaren liet de N-VA op taalgebied al een aantal steken vallen. Ik denk bijvoorbeeld aan de bescherming van het Nederlands als octrooitaal. We hebben het lijstje vorig jaar aan de N-VA bezorgd. Het zou getuigen van het inzicht dat je op veel kan besparen, maar niet op je ziel, indien na het zomerreces de verengelsing van de KMS wordt afgevoerd. Nog los van de grondwettelijke bezwaren, kunnen het Engels nooit aanvaarden als een soort ‘brugtaal’ op federaal niveau, tussen Franstaligen en Vlamingen. Wie militairen berooft van hun taal, berooft hen van hun dienstbaarheid. Die borrelt op uit een beschermende zorg die ze voelen voor hun naasten en niet vanuit een mis begrepen professionalisme, waarvan het Engels helaas is uitgegroeid tot aseptisch, vacuüm verpakt communicatievehikel.

Bart De Valck

Voorzitter Vlaamse Volksbeweging

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content