Vrije Tribune

‘Wie een beperking heeft wordt nog te vaak geweigerd en weggestuurd. Dat doet iets met een mens’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Niemand weet hoeveel mensen tussen de mazen van het dunne net vallen’, schrijven drie moeders van kinderen met een beperking. Om te vragen wat vanzelfsprekend lijkt, maar veel kinderen met een beperking nog steeds niet krijgen.

Er zijn nog steeds zaken die vanzelfsprekend zouden moeten zijn in een welvaartstaat zoals de onze. Nog steeds is dit een welvarend land waar een moeder in hongerstaking moet gaan om hulp voor haar gehandicapt kind te krijgen. Waar ouders ministers in gebreke stellen omdat hun kinderen in de kou blijven staan. Of ’s nachts op straat liggen, nadat ze uit een instelling werden gezet en niet weten waar naartoe.

Veel ouders van kinderen met een beperking doen wat hen verwacht wordt. Ze gaan werken, ze komen thuis en zorgen voor hun gezin. Ze weten dat ze één dag op twee werken om de sociale zekerheid en andere overheidsdiensten te spijzen. Ze weten dat ze tot hun 67 zullen werken, maar daar komen ze niet voor op straat. Een beetje tegen de hedendaagse gang van zaken in, komen ze niet de straat op voor een hoger loon, ook niet voor een hoger pensioen en zelfs niet voor een kortere werktijd. Hoewel ze daar nooit neen tegen zouden zeggen, ze zijn toch niet gek?

‘Wie een beperking heeft wordt nog te vaak geweigerd en weggestuurd. Dat doet iets met een mens’

Gelijke behandeling, dat is wat ze vragen. Voor kinderen en volwassenen met een beperking. Daar waar de goegemeente (terecht) geschokt was toen op een warme zomerdag een jongen in een tentje werd gevonden, alleen en dood, door gebrek aan zorgen, waren zij niet echt verbaasd. Want zo gaan de zaken nu hier nu eenmaal.

Wanneer je in dit land een beperking hebt dan kom je in een wereld terecht die beheerst wordt door termen zoals PAB, VAPH, FOD,JAC, M-decreet. Het is een eindeloze stoet. Als je daar de weg erin kunt vinden dan behoor je tot de gelukkigen. Een groot deel van de mensen met een beperking vindt die weg niet en krijgt dus ook geen hulp. Dit begint vaak zeer vroeg. Kinderen die net wat anders zijn lopen een groot risico dat ze op school worden geweigerd, weggestuurd, geschorst… en nergens anders meer een plek vinden. Dus zitten ze thuis, zonder toegang tot onderwijs, zonder begeleiding. Geen kat die ernaar omkijkt.

In cirkels draaien

Toegang tot de arbeidsmarkt is een droom, ze willen wel, maar men wil hen niet. Tot de VDAB toe worden ze geweigerd om een bijkomende opleiding te volgen of begeleid te worden in de zoektocht naar werk. Geen werk dus geen inkomen. Dan maar naar het OCMW, wanneer ze hun trots hebben ingeslikt. Daar kunnen ze terecht wanneer ze een vaste verblijfplaats hebben, anders worden ze ook daar weggestuurd, want dan is het OCMW niet bevoegd. Geen werk, geen inkomen en dus ook geen dak boven het hoofd, want niemand wil iets verhuren zonder garantie op betaling.

De wachtlijsten voor de sociale woningen zijn ellenlang, net als al de andere wachtlijsten waar ze opstaan. En is dat vast adres toch niet net wat ze nodig hebben om aanspraak te maken op een bestaansminimum? Welkom, nu draait u even mee in de cirkel waar zowat de helft van mensen met een beperking de hele tijd in doordraaien.

Kinderen met een beperking, een syndroom, of eenvoudig weg een autismestoornis komen zeer vaak onterecht in de psychiatrie terecht. Ze worden er gedropt. Ze zitten er niet op hun plaats, maar er is geen andere plek. Ook daar worden ze dan weer geschorst, op straat gezet. Continuïteit in de medische zorg is voor mensen met een psychische beperking een utopie. Geen kat die ooit nog naar hen vraagt. En ja, het doet wat met een mens, zo steeds geweigerd en weggestuurd worden. Niet welkom in deze maatschappij.

‘Niemand die weet met hoeveel deze jongeren zijn.’

Omdat op barricades springen op een zekere leeftijd niet meer vlotjes gaat, organiseren drie moeders nu een optocht, een mars. Ze denken terug aan hun jeugd, waar ze wel toegang hadden tot alle voorzieningen en de kansen voor het grijpen lagen. Wisten zij veel hoe anders de wereld eruit zou gezien hebben indien ze een beperking zouden hebben gehad.

Dit land heeft zo veel te bieden, je kan hier best een goed leven leiden, je kan studeren, werken, iets van je leven maken. Wanneer je geen beperking hebt. Voor een groot deel van mensen met een beperking gaat dit ook op: zij raken er wel, zij hebben een weg gevonden. Voor een ander deel gaat deze vlieger niet op. Hoeveel juist? Geen mens die daar een antwoord op heeft, ze zijn met veel ja, hoeveel juist weet men niet, want cijfers zijn al even zoek als een adequate en goede hulpverlening.

Voor de groep die door de mazen valt van het net dat ons systeem heet. Een systeem dat uit ontelbare onderdelen en voorzieningen bestaat die met zeer dunne draden aan elkaar zijn verbonden. Vaak zijn er helemaal geen draden maar alleen maar grote gaten tussen al de radars van het systeem. En daar vallen ze tussen, deze kinderen, deze jongeren. Ze vallen erdoor in een groot zwart gat zonder vangnet. Een vrije val.

Dus gaan deze drie ouders zondag de straat op en roepen ze iedereen op om mee op te stappen. Want vandaag zijn zij het die vechten voor de rechten voor hun kinderen. Recht op onderwijs, recht op een onderdak, recht op een bestaansminimum, recht op goede medische hulp. Wat zo vanzelfsprekend lijkt maar waar kinderen met een beperking vaak niet of te weinig krijgen. Vandaag zijn zij het, morgen kunt u het zijn. Kan het uw kind, uw kleinkind, het kind van een vriend zijn dat met een beperking wordt geboren. En dan zou het toch fijn zijn dat de rechten worden gewaarborgd, niet? Dat het naar een fijne school kan gaan, dat het nooit op straat zal moeten slapen, niet ergens wordt gedropt, gewoon omdat hij of zij anders is.

Patricia De Cock

Drie moeders van kinderen met een beperking organiseren zondag 27 een optocht in Brussel. Die gaat van start om 14u aan het centraal station.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content