‘Wie denkt er aan de kleuters?’

‘Er wordt veel gesproken over de leerachterstand die onze kinderen op lopen. Maar één groep wordt niet benoemd als het gaat over leerachterstand: onze kleuters’, schrijft onderwijskundig pedagoog Esther Gheyssens.

Scholen hebben het hard te verduren momenteel. Directies moeten schipperen om hun school open te houden met hele klassen in quarantaine en een deel van het lerarenkorps dat uitgevallen is. Secundaire scholen schakelen terug over op afstandsonderwijs en de basisscholen gaan een week sneller dicht voor de kerstvakantie. Er wordt veel gesproken over de leerachterstand die onze kinderen op lopen. Maar één groep wordt niet benoemd als het gaat over leerachterstand: onze kleuters.

“Ach, gelukkig zijn ze nog zo jong”, zeggen mensen mij als ik vertel hoeveel maanden school mijn kleuter de afgelopen coronajaren miste. Alsof er in het kleuteronderwijs niets geleerd wordt? Vaardigheden zoals de kleuren benoemen, een potlood correct vasthouden (de pengreep), tellen, veters knopen, de naam leren schrijven enzovoort. Het komt allemaal aan bod in het kleuteronderwijs.

Wie denkt er aan de kleuters?

De laatste jaren krijgt het kleuteronderwijs eindelijk ook de erkenning die het verdient. Iedereen is het er over eens: kleuteronderwijs is veel meer dan kinderopvang. De leeftijd waarop kinderen leerplichtig zijn is verlaagd naar vijf jaar en met dank aan minister Weyts is er sinds dit jaar een taalscreening ingevoerd. Toch lijken al deze vorderingen ongedaan te worden gemaakt in deze coronatijden. Als een kleuter thuis in quarantaine zit, zijn er geen vervangopdrachten of is er geen afstandsonderwijs. Integendeel, de kleuter is dikwijls in het gezelschap van een telewerkende ouder die alle ballen in de lucht probeert te houden, maar er door het gebrek aan perspectief en zicht op verbetering zelf ook stilletjes aan onder doorgaat. Mijn kleuter krijgt wat (te) veel schermtijd tijdens deze periodes en wordt eens afgesnauwd door een gefrustreerde vermoeide ouder, maar voor kleuters die opgroeien in kwetsbare gezinnen is de situatie veel schrijnender.

Want wie denkt er in deze hele coronaperiode aan de kleuters? Belachelijk weinig mensen zo blijkt. De eerste lockdown werden speeltuigen in parken, de uitlaatklep bij uitstek voor kleuters die thuis opgesloten zaten, afgeplakt. Terwijl kinderen in het lager en secundair onderwijs in de mate van het mogelijke afstandsonderwijs kregen, moesten kleuters het in het beste geval doen met een kort filmpje van de juf waarin een verhaaltje werd voorgelezen of liedje werd gezongen. Waarvoor dank aan de betreffende leerkracht. Ook nu roepen sommigen dat de scholen beter volledig sluiten zodat er kan overgeschakeld worden op volwaardig afstandsonderwijs om de leerachterstand te compenseren. Maar afstandsonderwijs voor kleuters is echter geen optie.

Inmiddels tikt de tijd verder. De kleuterperiode duurt drie tot maximaal vier schooljaren (afhankelijk van de instapleeftijd). Daarvan zijn er drie schooljaren beïnvloed door corona. Dat is voor sommige kleuters: drie keer een afgelast schoolfeest, drie keer een afgelast grootouderfeest, drie schooljaren waarin ouders niet welkom waren op school omdat zij als “niet-essentieel” beschouwd worden. Geen eerste podiumervaring, geen ouderbetrokkenheid. Tijdens de periode maart 2020 tot augustus 2020, is mijn kleuter een kleine drie weken naar school geweest. Dat is drie weken op zes maanden tijd. De schooljaren erop miste hij ook nog school omwille van verlengde vakanties en quarantainemaatregelen. Al die tijd werd er niets voorzien voor de kleuters, wat ik de school zelf niet kwalijk neem trouwens. Maar er is toch behoorlijk wat leertijd verloren gegaan.

Kleuters ondervinden gelukkig zelf amper hinder door ziekte door corona. Ze ondervinden wel behoorlijk wat hinder door de coronamaatregelen. Kleuters zijn niet altijd de makkelijkste gesprekspartner. Ze zijn één vat aan emoties maar kunnen ons tegelijkertijd moeilijk vertellen hoe ze zich voelen en waarom ze zich zo voelen. Toch hoor ik uit mijn omgeving, en zie ik het ook bij mijn eigen kleuters, dat ze uitdagender gedrag stellen tijdens en na een quarantaine-periode. De kleuter is boos, de kleuter is angstig, de kleuter begrijpt er niets van. Het verhaaltje over “de coronabeestjes” dat verteld werd aan het begin van de pandemie wordt voor de allerkleinsten onder ons nu wel een heel langdradig boek.

Dus, kunnen we alsjeblieft ook eens aan de kleuter denken?

Esther Gheyssens is onderwijskundig pedagoog en mama van drie zonen tussen 1 en 5 jaar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content