Liesbet Sommen (CD&V)

‘Wettelijke pensioenleeftijd van 67 jaar is rechtvaardig’

Liesbet Sommen (CD&V) Voormalig Directeur Sociale Zaken bij diverse CD&v-vicepremiers

De optrekking van de wettelijke pensioenleeftijd naar 67 jaar is rechtvaardig, wat de oppositie hierover ook moge beweren, schrijft Liesbet Sommen (CD&V). ‘Hiermee wordt immers aan de kleine groep van mensen met een korte loopbaan ook een inspanning gevraagd. Ze zullen twee jaar langer moeten werken. Zonder deze maatregel zouden enkel de mensen met een lange loopbaan verplicht worden meer jaren te presteren. Zij moeten immers zeven jaar langer werken.’

Wanneer partijen willens nillens in de oppositie verzeild geraken, schuwen ze de grote woorden niet om hun anti-betoog kracht bij te zetten. Dat is een zeer normaal gebruik, en, voor alle duidelijkheid: mocht ik schaduwparlementslid-uit-de-oppositie zijn, hanteerde ik een dito instrument.

Maar als medewerker van een partij uit de meerderheid, kijk ik af en toe verbaasd op van woordgebruik her en der. Ik heb het dan specifiek over de categorisering van de pensioenhervorming als ‘onrechtvaardig’.

Oppositie

Oppositiepartijen SP.A en Groen bezigen dit woord met de regelmaat van de klok. Het betreft dan vooral de optrekking van de wettelijke pensioenleeftijd naar 67 jaar, die als onrechtvaardig beschouwd wordt.

Maar alle gekheid op een stokje: de optrekking van de wettelijke pensioenleeftijd naar 67 jaar valt te rechtvaardigen. Om te begrijpen waarom, dient men de bestaansreden van een wettelijke pensioenleeftijd te doorgronden.

Sociale bescherming

De wettelijke pensioenleeftijd kan beschouwd worden als een vorm van sociale bescherming. Immers: de wettelijke pensioenleeftijd geeft aan éénieder, ongeacht de duur van de loopbaan en bijgevolg ongeacht het aantal betaalde sociale bijdragen, het recht om op een bepaalde leeftijd te stoppen met werken. Pensioen is daardoor altijd en voor iedereen mogelijk, ook na een korte loopbaan. En dit mét de uitbetaling van een pensioenuitkering. Vandaag ligt deze grens op 65 jaar; vanaf 2025 gaat ze naar 66 jaar en in 2030 naar 67 jaar.

Loopbaanvoorwaarde

Er geldt dus geen loopbaanvoorwaarde voor het wettelijk pensioen. Dat is het grote verschil met het vervroegd pensioen: daarvoor moet men zowel voldoen aan een leeftijdsvoorwaarde, als aan een loopbaanvoorwaarde. De overgrote meerderheid van de mensen gaat met vervroegd pensioen; slechts een kleine groep moet gebruik maken van het wettelijk pensioen.

Wie maakt gebruik van deze wettelijke pensioenleeftijd? Het gaat hier om categorieën van personen die omwille van hun te korte loopbaan, niet in aanmerking komen voor het vervroegd pensioen.

Spectaculair

De voorwaarden om vervroegd met pensioen te kunnen gaan, zijn sinds 2013 spectaculair strenger gemaakt. Tussen 2013 en 2018 stijgt de minimumleeftijd van 60 naar 63 jaar. En de loopbaanvoorwaarde stijgt van 2013 tot 2019 met maar liefst 7 jaar, van 35 naar 42 jaar. De grote groep mensen die gebruik maakt van het vervroegd pensioen wordt dus, zonder overdrijven, ernstige inspanningen gevraagd om langer te werken.

Ook een verlenging

Waarom zouden we dan de personen die een korte loopbaan hadden (en die bijgevolg op wettelijk pensioen gaan) blijven vrijwaren van het langer werken? Immers, tot en met 2024 wordt er aan deze groep van mensen niéts gevraagd in het kader van de verlenging van de loopbaan. Hun pensioenleeftijd blijft tot dan dezelfde als na de tweede Wereldoorlog, namelijk 65 jaar.

Vanaf 2025 vragen we aan deze groep om de loopbaan met 2 jaar te verlengen, tot 67 jaar. Dit is geen enorme stijging, in vergelijking met de veel grotere groep van mensen die op vervroegd pensioen zal gaan en wiens loopbaanvoorwaarde toeneemt met 7 jaar.

Aantal jaren langer te werken
Korte loopbaan (minder dan 42 jaar) – wettelijk pensioen op 67 2 jaar
Normale loopbaan (minstens 42 jaar) – vervroegd pensioen op 63 7 jaar

Levensverwachting

Dat de hogere pensioenleeftijden noodzakelijk zijn in het licht van de toegenomen levensverwachting, is stilaan ook genoegzaam bekend. In 2014 leefden we gemiddeld 80 dagen langer dan in 2012. Dat betekent dat we ieder jaar ongeveer 1,5 maand langer leven. Dit brengt de gemiddelde levensverwachting in 2014 op 80,74 jaar (82,93 jaar voor vrouwen, 77,94 jaar voor mannen).

Bij de totstandkoming van ons pensioenstelsel in 1945 bedroeg de levensverwachting iets meer dan 60 jaar. Mensen stierven toen vaak al, nog voor ze de wettelijke pensioenleeftijd bereikten. Vandaag zou bij een pensioenleeftijd van pakweg 60 jaar, meer dan 20 jaar pensioen uitbetaald moeten worden. Het budgettaire verschil is bijgevolg enorm, en helaas niet houdbaar.

Kwetsbaar

Is het dus onrechtvaardig om aan mensen met een korte loopbaan te vragen om 2 jaar langer te werken, tot 67 jaar? Volgens mij niet. Volledigheidshalve moeten we natuurlijk toevoegen dat de groep van personen met een korte loopbaan, soms kwetsbare categorieën bevat.

Het kan gaan om mensen die om één of andere reden de loopbaan hebben onderbroken, zonder dat ze op dat moment verder pensioenrechten opbouwden. Het kan dan gaan om vrouwen die vóór de totstandkoming van het stelsel van loopbaanonderbreking in 1985, hun carrière (tijdelijk) stopzetten voor de kinderen. Even goed kan het gaan om ‘eeuwige studenten’, die langer dan 5 jaar deden over hun hogere studies.

Bilan

Het argument dat deze pensioenhervorming onrechtvaardig is, ware legitiem indien deze regering enkel en alleen zou inzetten op besparingen in de sociale zekerheid om haar betaalbaarheid te garanderen. Het bilan blijft op dat vlak echter – gelukkig – nog bescheiden.

De werkloosheidsuitkering wordt niet beperkt in de tijd. De afschaffing van het tijdskrediet zonder motief, wordt voor het overgrote deel gecompenseerd door een invoering van een bijkomend jaar verlof voor zorg. De welvaartsenveloppe die kwetsbare uitkeringstrekkers moet behoeden voor verarming, werd ter waarde van 1,6 miljard euro behouden.

Proef

Maar nog belangrijker is dat deze regering de rechtvaardigheidsproef doorstaat omdat er gewerkt wordt aan een taxshift. Ja, de demografie maakt het noodzakelijk om de pensioenvoorwaarden aan te passen aan onze langere levensduur. De pensioenhervorming is nodig om ons geliefd sociaal model betaalbaar te houden.

Maar het langer werken is voor deze regering slechts een deel in dit verhaal. Tegelijk willen we de financiering van de sociale zekerheid verzekeren door meer jobs te creëren. Want meer jobs, betekenen meer sociale bijdragen. De taxshift moet het mogelijk maken om daartoe de lasten op arbeid te verlagen.

Partner Content