‘Werkneemsters met dienstencheques rijden 85.000 keer de Tour’

Dienstencheques: minder gebruikt wegens te duur. © Belga

Door een karige vergoeding leveren ze zo nog in op een gemiddeld maandloon van 900 euro.

De socialistische vakbond ABVV wil samen met de andere vakbonden stappen zetten om te vermijden dat de bijna 150.000 werknemers en werkneemsters van bedrijven in de sector van de dienstencheques nog langer een aanzienlijk deel van hun bescheiden maandloon moeten besteden aan verplaatsingen naar klanten. Het ABVV neemt dat initiatief na een enquête waaraan 5600 van die werkneemsters hebben deelgenomen.

De resultaten van de enquête bevestigen alvast een aantal gegevens van een evaluatiestudie door Idea Consult over de sector van de dienstencheques. Slechts 10 procent van de werkneemsters heeft een voltijdse opdracht. Bijna 70 procent is deeltijds aan de slag (tussen 20 en 37 uur per week). Hun nettomaandloon bedraagt gemiddeld 900 euro. Meer dan de helft doet poets- en ander huishoudelijk werk bij meer dan vijf klanten per week. Net geen 40 procent komt wekelijks bij zes tot acht klanten.

Om op tijd bij die mensen thuis te raken en zich tijdens een werkdag vaak ook nog van de ene naar de andere klant te haasten, legt ruim de helft de werkneemsters meer dan 50 kilometer per week af. Voor 17 procent wordt dat meer dan 100 kilometer en voor 8 procent zelfs meer dan 200 kilometer. ‘Nochtans wordt dienstenchequewerk beschouwd als een buurt- en nabijheidsdienst. De realiteit is anders’, zegt federaal ABVV-secretaris Werner Van Heetvelde. ‘Als we onze cijfers doorrekenen voor alle mensen die in de sector van de dienstencheques actief zijn, komen we uit bij een slordige 300 miljoen kilometer per jaar. Dat is 85.000 keer de Ronde van Frankrijk’

De werkneemsters zijn hoofdzakelijk onderweg met hun eigen auto. Amper 20 procent neemt het openbaar vervoer. Bijna alle werkneemsters (94 procent) krijgen een vergoeding voor hun verplaatsingen, maar niet als ze die maken om de ontvangen dienstencheques bij hun werkgever binnen te brengen.

‘De vergoeding van hun verplaatsingsonkosten wordt onder meer bepaald door het vervoermiddel, de aard van de verplaatsingen, en de verplaatsingstijd. Maar in het algemeen bedraagt ze minder dan de helft van de gangbare terugbetalingen van verplaatsingen met de eigen wagen’, aldus Van Heetvelde. ‘Als je dan weet dat de brandstofprijzen in de voorbije vijf jaar met 40 procent gestegen zijn, is het duidelijk dat de werkneemsters een steeds groter deel van hun maandloon moeten aanspreken om zich te verplaatsen.’

Het ABVV bereidt een eisenbundel voor. Daarvoor worden ook de andere vakbonden gemobiliseerd. Op korte termijn wordt gestreefd naar een correcte en redelijke vergoeding van de verplaatsingen en de verplaatsingstijd. Ook denkt het ABVV dat het werk in de sector van de dienstencheques doelmatiger georganiseerd kan worden, zodat de werkneemsters zich minder moeten verplaatsen. (PM)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content