Wim Vermeersch

‘Welke oppositie voor SP.A?’

Wim Vermeersch Hoofdredacteur van Sampol en verbonden aan Stichting Gerrit Kreveld.

‘De eerste maanden in de oppositie waren voor sp.a niet altijd even gemakkelijk. De partij zit dan ook wat geprangd’, schrijft Wim Vermeersch. ‘De vele regeringsjaren wegen op de partij, die het frame van ‘de schuld van de sossen nog even zal moeten uitzweten.’

Vandaag houdt de sp.a in Leuven haar nieuwjaarsreceptie. Traditioneel het moment om het glas te heffen, vooraleer met hernieuwd enthousiasme het politieke jaar in te zetten. 2015 wordt een druk jaar voor sp.a: in februari wordt met een congres het echte startschot gegeven van de inhoudelijke vernieuwing van de partij, in juni wordt de nieuwe voorzitter gekozen (of de huidige herkozen), en ondertussen moet natuurlijk oppositie gevoerd worden tegen de regeringen Michel I en Bourgois I.

In beide regeerprogramma’s staan een aantal rechtse dogma’s en symbolen die verleiden tot felle linkse oppositie, maar desondanks staat sp.a voor een moeilijke evenwichtsoefening: die tussen hart en verstand, verdediging en vernieuwing van de sociale zekerheid, oud en nieuw middenveld, en oude en nieuwe kiezers.

Tussen hart en verstand

De Vlaamse en federale regering zit respectievelijk zes en drie maanden in het zadel. De eerste maanden in de oppositie waren voor sp.a niet altijd even gemakkelijk. De partij zit dan ook wat geprangd. Ze kan niet schreeuwen tegen een vijand over de taalgrens, zoals de PS, noch heeft ze het smetteloze imago van Groen. Daarmee dreigt ze tussen twee stoelen te komen zitten. De partij draagt de vele regeringsjaren als een loden last op de rug en de centrumrechtse meerderheid laat geen gelegenheid onbenut om haar daar aan te herinneren. Sp.a zal het frame van ‘de schuld van de sossen’ nog even moeten uitzweten.

Natuurlijk bieden de uitgesproken keuzes van deze meerderheid opportuniteiten. Sp.a heeft nu vijf jaar tijd om te bouwen aan een fris links verhaal. Van de besparingsplannen valt, conceptueel, zeker wat te maken. De nuance die sp.a jarenlang als beleidspartij in de gaten diende te houden, mag daarom zonder schroom overboord.

Toch is het weinig productief om op elke rechtse slak zout te leggen. Het is voor de sp.a verleidelijk om elke maatregel van de regering te betwisten, maar het is verstandiger dat niet te doen. Beter concentreert de partij al haar inspanningen op een aantal zelf gekozen doelstellingen. Twee elementen moeten daarbij telkens worden afgewogen: past de maatregel binnen een links kader van herverdeling en kan je er voldoende bestaande maatschappelijke krachten mee mobiliseren?

Tussen beschermen en vernieuwen van het welvaartsmodel

Voorbij de waan van de dag, moet de partij ook over nieuwe thema’s nadenken. Het zou fout zijn als sp.a zich de volgende jaren enkel profileert als de beschermer van de 20ste eeuwse sociale zekerheid. Ze moet zich daarnaast ook heruitvinden als de architect van een 21ste eeuwse sociale zekerheid. Niemand anders zal die taak op zich nemen; behalve diegenen die afbraak ervan uittekenen. De vernieuwing van onze sociale bescherming is broodnodig. Een aantal sociale uitkomsten van onze traditionele welvaartsstaat zijn niet te aanvaarden. In een recente studie wijst Bea Cantillon (UA) op de groeiende armoede bij ‘werkarme’ gezinnen. Onze kinderarmoedecijfers zijn schrikbarend hoog. Ook de zelfstandige kenniswerkers van morgen verdienen een betere sociale bescherming. En laten we de steeds grotere groep alleenstaanden niet vergeten, die geconfronteerd worden met een sociale zekerheid die vooral werkt voor de tweeverdiener met kinderen.

Als het uitgangspunt is dat een sociale zekerheid niet langer enkel gefinancierd kan worden door arbeid – omdat die onevenredig veel bijdraagt in vergelijking met vermogen, maar ook omdat er in de toekomst voor ‘arbeid’ simpelweg minder plaats zal zijn – dan moet de sociaaldemocratie nadenken over postkapitalistische modellen van sociale bescherming, hoe onafgewerkt die vooralsnog mogen wezen.

Zich vastklampen aan oude modellen in een wereld in volle verandering is dus zinloos, maar valt wel te begrijpen. Zeker omdat die zoveel welvaart hebben gebracht en omdat nieuwe vormen van sociale bescherming hun efficiëntie nog moeten bewijzen. Toch mag sp.a zich niet laten verlammen door ‘het gevaar van het hellend vlak’, namelijk door het risico dat elke hervorming van het arbeidsmarktbeleid het vallen van een reeks dominostenen in gang zet die een race to the bottom betekent. Met de partijen nu aan de macht is dat gevaar reëel – kijk hoe selectief Michel I uit het rapport van de Pensioencommissie plukte – maar het mag de partij niet beletten om platgetreden paden te verlaten.

Tussen oud en nieuw middenveld

De relatie met ‘haar’ vakbond was voor een beleidspartij als sp.a lange tijd niet eenvoudig. Met deze regeringen is een hernieuwde alliantie de logica zelve. Sp.a zal de volgende jaren zij aan zij staan met het ABVV. Daarnaast moet de partij in de samenleving aansluiting zoeken bij alle mogelijke haarden van protest. Dat is geen eenvoudige strategie – probeer maar eens ‘overal aanwezig te zijn waar onvrede heerst’ – maar het is essentieel die pockets van verzet duurzaam te maken. De laatste decennia geraakte het middenveld financieel afhankelijk van subsidies en daardoor depolitiseerde het. Ook daar is de krachtverhouding in het nadeel van links gekanteld. Een minder gepacificeerd middenveld 2.0 is nodig. Sp.a kan daar actief aan meebouwen.

Sociaaldemocraten moeten aandacht hebben voor de vele nieuwe bewegingen die vooral in stedelijke context als paddenstoelen uit de grond schieten. Op 13 december stond de sp.a-partijdag ‘Dag van de lokale betrokkenheid’ op de agenda, met als rode draad duurzaamheid en verbondenheid. We lazen op de flyer: “In periodes van onzekerheid en crisis zien we dat mensen bijna automatisch naar elkaar toe groeien en zich verenigen: in hun straat, in hun dorp of in hun stad. Denk maar aan groepsaankopen, interesse voor lokaal en seizoensgebonden voedsel, ruilsystemen, creatieve ateliers, Repair Cafés of stadslandbouw.” De partij begrijpt dat ze burgerinitiatieven moet toejuichen, steunen, ja zelfs mee moet organiseren.

Tussen oude en nieuwe kiezers

Want zich – écht – openstellen voor burgerinitiatieven is om nog twee andere reden cruciaal. Het is, ten eerste, daar dat de partij de volgende vijf, wie weet zelfs tien, jaar haar politiek personeel zal moeten rekruteren. Lange tijd versterkte men de partij enkel door de instroom van knappe koppen via de kabinetten. Alleen al om dat verlies op te vangen, moet de partij meer aanwezig zijn in het publieke debat. Want op korte én lange termijn moeten andere mensen de top bevolken. Er is momenteel evenwel weinig aflossing van de macht op komst.

Maar, ten tweede en belangrijker, het moet de deur openen naar een nieuw kiezerspotentieel. De oude traditionele kiezers is de partij al een tijdje grotendeels kwijt. Om opnieuw te groeien, is verse aanwas nodig. Door zich open te stellen, kan de partij opnieuw jongeren weten aan te trekken. PartiRep-verkiezingsonderzoek toont dat sp.a bij de groep -26 jarigen verkiezing na verkiezing steeds minder stemmen haalde, met 25 mei 2014 als absoluut dieptepunt. Sp.a is grijs geworden, zowel qua discours als qua politiek personeel.

Uit recent onderzoek van De Morgen blijkt dat twintigers geluk boven carrière plaatsen, passie op de werkvloer boven de zekerheid van de traditionele nine to five bureaujob. Ze willen leven in een ‘samenleving’, niet in een ‘economie’. Deze Millenials zal je niet aan jou binden met een louter defensief discours over centen, waarbij enkel de verdediging van de belangen van de insider, van diegene die al heeft, aan bod komt. Welke duurzame toekomst bied je hen? Hoe bespeel je politiek hun verbeelding? Freya Van den Bossche, die de inhoudelijke vernieuwing van de partij mee uittekent, lijkt dit begrepen te hebben: ze bouwt aan een verhaal rond het thema ‘geluk’.

Opportuniteit

Als de sociaaldemocratie er nu niet in slaagt te vervellen, en zich te verbreden en te verjongen, is dat een verkeken kans in de aanloop naar de verkiezingen van 2018 en 2019. Eerdere pogingen om te komen tot een netwerkpartij mislukten, maar vandaag is de situatie fundamenteel anders: het grootste probleem van de voorbije jaren – te veel beheer, te weinig politiek – stelt zich in de oppositie niet meer. De partij kan haar geloofwaardigheid als linkse partij herwinnen door een genuanceerde oppositie te voeren en door te investeren in haar eigen profiel. Maar dat wordt, ondanks een duidelijke vijand, een moeilijke evenwichtsoefening.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content