Guillaume Van der Stighelen

We zijn de loketbedienden van ons eigen leven

Guillaume Van der Stighelen Guillaume Van der Stighelen schreef na zijn reclamecarrière de bestseller Echt (Lannoo), over onze drang naar authenticiteit.

In de laatste week van de zomer, leest u elke dag van de week een zomercolumn van Guillaume Van der Stighelen.

Guillaume Van der Stighelen
Guillaume Van der Stighelen© Karl Meersman

Dat mijn ouders dit niet meer mogen meemaken. Zo jammer. Hoe vaak hebben ze zich niet afgevraagd of het ooit nog goed zou komen met mij. En nu, vijftig jaar later, kan ik hen met trots melden dat ik terecht ben. Ik heb een bezigheid. Een die de nodige vakkennis en een goed geheugen vraagt, en waarbij je beleefd moet blijven. Ik ben namelijk loketbediende geworden. Jawel, ik breng mijn dagen door met klachtenformulieren, bestelbonnen en reserveringen invullen. Ik worstel me door de ingewikkeldste administratieve procedures en ik doe het met de glimlach. Ik ben de loketbediende geworden van mijn eigen leven.

We zijn de loketbedienden van ons eigen leven

Als ik een treinticket koop, dan word ik vriendelijk geholpen door mezelf. Zoals het een loketbediende betaamt, sta ik dan te staren naar het scherm met een blik die geen enkele emotie verraadt. En als ik voor de derde keer Kapelle-op-den-Bos aantik in plaats van Kapellen, dan kijk ik heel even onbewogen opzij en begin ik opnieuw alsof er niets aan de hand is, terwijl de rij wachtenden achter mij langer en langer wordt.

Ook bij de bank sta ik mezelf steeds vriendelijk te woord. Ik mag dat doen met mijn eigen elektronische apparatuur. Ik vul alle noodzakelijke cijfers en codes heel netjes in, ik kijk even uit het raam als ik moet wachten, zonder dat iemand kan zien waarop ik precies zit te wachten. Mocht u mij bezig zien, u zou zeggen dat ik mijn hele leven nooit iets anders heb gedaan.

In het dorp waar wij onze zomer doorbrengen, is een bakker overgeschakeld op een automatische kassa. Dat zorgt voor heel wat verwarde gezichten van brave zielen die menen dat ze een gesneden rogge en twee pruimentaartjes nog kunnen afrekenen door muntstukken op de toonbank te leggen. Het meisje achter de toonbank kijkt dan en wacht. Er wordt gezucht, maar niemand doet iets. Behalve ik. Ik wijs de gleuf aan waar de muntstukken in moeten. Naast de gleuf voor de bankbiljetten. Alstublieft. Zo bedreven ben ik geworden in het vak van loketbediende.

Kannetje super

Benzine tanken? Ik rij dan wel elektrisch, maar af en toe stop ik bij een tankstation om mijn kaart nog eens in de betaalautomaat te steken en de juiste pomp te kiezen. Een mens verleert snel en een kannetje super komt toch altijd van pas. Al was het maar om gras te maaien.

Maar mijn voorkeur gaat naar de loketten van culturele activiteiten. Ik tik de zaal aan en kies voor mij en mijn gezelschap een mooie plaats uit. Dan druk ik de kaarten af die ik op de avond van de vertoning zelf onder een scanner hou tot er een bevestiging komt dat we binnen mogen. Of ik mezelf nu onthaal om een hotel te boeken, een wagen te huren of een tafel te reserveren, het maakt niets uit.

We zijn de loketbedienden van ons eigen leven
© iStock

Ik heb geleerd mijn kalmte te bewaren. Ik weet hoe ik een klachtenformulier moet invullen en hoe ik het moet versturen om bericht te krijgen dat mijn klacht goed ontvangen is en dat het maar enkele weken zal duren voor ik een automatisch antwoord zal krijgen met een lijst vragen die ik op het eerste formulier al beantwoord heb. De rust die ik uitstraal als er zich een technisch probleem voordoet omdat de verbinding is verbroken, waardoor ik alle gegevens van een betaalkaart opnieuw moet invoeren, zonder daarbij de datum te vergeten waarop ze vervalt? Zuivere zen. Ik heb alles wat een goede loketbediende maakt. Met inbegrip van de onverstoord onverschillige blik als blijkt dat er een wereld van verschil is tussen een hoofdletter en een kleine in een vakje op de eerste van twintig in te vullen pagina’s. U zult het aan mij niet zien. Dat hoort bij mijn nieuw verworven professionele houding.

Jeugdig wicht

De luchthaven, het walhalla voor zelfloketbedienden.

Slechts één keer heb ik het moeilijk gehad. Dat was op een luchthaven. Het walhalla voor zelfloketbedienden. Ik wéét hoe ik een reserveringsnummer moet intikken. Ik wéét hoe ik een instapkaart moet uitprinten. En ja, ik wéét in welk bakje die kaart gaat vallen. Maar dan staat daar toch een jeugdig wicht in uniform bij om mij te tonen hoe het moet. Aan mij. Ik die mijn dagen doorbreng achter meer loketten dan dat kind in haar leven ooit heeft gezien. Het raakte mij diep, zeer diep. Al heeft zij daar niets van kunnen merken. Want ook al krenkt men je beroepseer, je blijft als loketbediende steeds bij je verstand. Ik heb haar rustig laten doen, haar twee keer een verkeerde code laten intikken, en haar beleefd bedankt voor de hulp nadat het haar uiteindelijk toch gelukt was.

Tijdens de vlucht heb ik zeer beheerst en op wellevende toon mijn beklag gedaan op een formulier dat in de rug van de zetel zat. Ik bewaar het nog steeds in een zijzakje van mijn tas. Ooit verzend ik het. Als we opnieuw een computer hebben die compatibel is met de scanner die ik onlangs aan mezelf heb verkocht via een aanbieding op het net.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content