Francine Mestrum

‘We moeten niet zozeer minder groei hebben, maar wel een andere economie en industrie’

Francine Mestrum Sociaal wetenschapper

‘Na het pleidooi van 200 wetenschappers voor een economisch model waarin groei niet langer centraal staat, blijven heel veel vragen onbeantwoord’, schrijft Francine Mestrum.

Meer dan tweehonderd wetenschappers publiceerden deze week een open brief om te pleiten voor een economisch model waarin de groei niet langer centraal staat. De reden voor hun vraag ligt bij de superdringende en noodzakelijke ecologische transitie.

Het lijkt evident, maar is dat ook zo? Vandaag wordt gesproken over ‘post-growth‘ een term die gelukkig al iets minder negatief klinkt dan ‘de-growth‘ of ‘ontgroeien‘. Het vergemakkelijkt het bouwen van bruggen naar andere sectoren, zowel politieke partijen als vakbonden.

Toch kan het mij nog steeds niet overtuigen en de open brief staat ook bol van niet-uitgesproken en niet gestaafde vooronderstelingen.

Laat me kort drie voorbeelden geven:

Economische groei leidt tot ‘milieudegradatie en de uitputting van natuurlijke hulpbronnen’. Dat klopt natuurlijk niet. Sommige economische activiteiten, denk maar aan vertalen, of zorg of houtbewerking leiden helemaal niet tot milieuvernietiging, op voorwaarde, voor de houtbewerking, dat er nieuwe bomen geplant worden. Geen probleem, denk ik dan. Het zijn dus niet alle economische activiteiten die groeien die moeten beperkt worden, ja toch?

Er is ‘een fundamentele tegenstrijdigheid tussen groei en duurzaamheid’, aldus de brief. Maar waarom toch? Neem de voorbeelden die in vorige paragraaf vermeld werden, wat is daar niet-duurzaam aan?

We moeten niet zozeer minder groei hebben, maar wel een andere economie en industrie.

‘Het invoeren van zowel een basisinkomen als een maximuminkomen zou dan weer de ongelijkheid kunnen terugdringen en tegelijk de tijd besteed aan zorg herverdelen en de machtsonevenwichten herstellen die vandaag onze democratieën bedreigen’. Dat is wel veel gevraagd van een basisinkomen, los van de vraag of we deze oplossing verkiezen boven die van de sociale bescherming. Er wordt nergens aangegeven waarom en hoe een basisinkomen die verheven doelstellingen kan bereiken.

Door zo losjes om te springen met vage beweringen, wordt de deur wijd open gezet voor alle tegenstanders van die ‘post-groei’. En vooral: heel veel vragen blijven onbeantwoord.

Stefaan Michielsen wijst er in De Tijd terecht op dat mocht er de afgelopen decennia geen economische groei zijn geweest, de zeven miljard mensen van vandaag ongetwijfeld honger zouden lijden. Bevolkingsgroei vraagt meer productie van voeding, kleding en huisvesting, een andere productie wellicht, maar zeker méér productie.

En als de koek niet groter wordt, alweer met een groeiende bevolking, betekent het onvermijdelijk dat het herverdelingsvraagstuk erg moeilijk gaat liggen en tot conflicten kan leiden. Het is vreemd dat de aanhangers van de ‘de-growth’ nooit ingaan op die evidente stellingen.

Alternatieven

De aanhangers van ‘de-growth’ hebben volkomen gelijk hebben wanneer ze wijzen op de dringendheid van de milieuproblematiek en vandaag gelukkig ook op het noodzakelijk samengaan van milieu- en sociale duurzaamheid.

Ik wil daarom drie alternatieve stellingen aangeven die het hele debat misschien iets makkelijker kunnen maken.

Ten eerste lijkt het me duidelijk dat het grote probleem niet bij de economische groei an sich ligt, maar wel bij een economisch model en bij de industriële ontwikkeling. Ik neem aan dat we ook morgen nog mobiele telefoons zullen willen, dus de grondstoffen daarvoor zullen nodig blijven. Andere producties kunnen in twijfel worden getrokken, zoals kernenergie, toerisme, ruimtevaart en vele andere. Laat ons dat bespreken op een positieve manier, in plaats van mensen bang te maken met een negatief concept.

Er is meer zorgarbeid nodig, en met een goed doordacht sociaal beleid kan een flinke bijdrage tot duurzaamheid worden geleverd.

Ten tweede moet de economische theorievorming onder de loep worden genomen, want van heel veel begrippen waarmee tot vandaag wordt geschermd, kan je de vraag stellen of ooit bewezen is of ze effectief hebben bestaan. Denk aan de ‘homo economicus’, of ’trickle-down’ of ‘marktefficiëntie’. We moeten volgens mij naar een ander economisch model, en Kate Raworth, niet toevallig een vrouw, heeft een interessante aanzet gegeven voor zo’n denkoefening. De hele feministische economie reikt trouwens concepten aan om de economie mét zorgarbeid anders te bekijken. Heel erg langzaam dringt het besef door dat de productie niet los kan worden gezien van de reproductie.

Tenslotte hebben groene economen nooit echt doorgedacht op de sociale consequenties van hun denken. Het is gewoon onmogelijk, zo denk ik, om mensen ervan te overtuigen het vrijwillig met heel wat minder te gaan doen, minder city-trips, minder auto’s… minder inkomen. En toch zal het uiteindelijk moeten, zo wordt gezegd. Wel, indien we de redenering nu eens omdraaien en in plaats van met een negatieve boodschap met een positief verhaal naar de mensen gaan?

Je kan namelijk ook met sociaal beleid beginnen, en dat zo ontwikkelen dat elke maatregel een positief mens- en milieu-effect heeft. Energiebesparende woningbouw bijvoorbeeld, uitkeringen voor wie actief meewerkt aan de transitie, een preventief gezondheidsbeleid dat toxische pesticiden weert. Er zijn erg veel mogelijkheden om niet enkel Jan met de pet maar ook de grote multinationals tot betere gedachten te brengen.

Kortom, we moeten niet zozeer minder groei hebben dan wel een andere economie en industrie, er is meer zorgarbeid nodig en met een goed doordacht sociaal beleid kan een flinke bijdrage tot duurzaamheid worden geleverd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content