Was 2025 het jaar waarin de Belgische begroting eindelijk iets gezonder werd? We vroegen het aan UGent-econoom Gert Peersman. ‘Alleen als iedereen die dat kan langer werkt, kunnen we de mensen voor wie dat niet lukt helpen.’
Gert Peersman was altijd al een invloedrijke Vlaamse econoom, maar eind november werd hij ook de man die het begrotingsakkoord van de regering-De Wever beter kende dan vicepremier Frank Vandenbroucke (Vooruit). Hij merkte in Terzake op dat bedrijven de helft van de gedeeltelijke indexsprong voor de lonen boven 4000 euro moeten afgeven aan de overheid. Vandenbroucke ontkende dat met brio, maar Peersman had gelijk. Knack sprak hem in de dagen daarna voor een economisch jaaroverzicht.
Gert Peersman: Ik was voor die uitzending begon niet op mijn gemak. Vandenbroucke had maandenlang onderhandeld over het begrotingsakkoord, terwijl ik de resultaten in een uurtje had doorgelezen. (lacht) Het is helaas niet ten gronde over de indexsprongen in 2026 en 2028 gegaan, nochtans een van de belangrijkste beslissingen in het akkoord.
Dat komt neer op een belastingverhoging voor werknemers, omdat de bedrijven de helft van het voordeel moeten afstaan aan de overheid. De sociale lasten gaan permanent omhoog voor iedereen die meer dan vierduizend euro bruto per maand verdient. Dat is wat overblijft als de storm is gaan liggen. De andere helft zullen die werknemers op termijn wel terugkrijgen van hun werkgevers.
‘De regering is sterk uit de startblokken gekomen, maar hoelang zal dat duren?’
Premier Bart De Wever (N-VA) vergelijkt zichzelf graag met zijn verre voorganger Jean-Luc Dehaene, maar u leek niet erg onder de indruk van het begrotingsakkoord.
Peersman: De regering is sterk uit de startblokken gekomen, maar hoelang zal dat duren? Is de ‘dash’ er volgend jaar al uit? Daar maak ik me zorgen over als ik zie hoeveel moeite het weer heeft gekost om deze maatregelen – slechts een kleine druppel op een hete plaat – te nemen. Als de regering tegen 2035 echt 3,5 procent van het bbp aan defensie wil uitgeven, heeft ze alleen al daarvoor meer geld nodig dan ze in deze begrotingsronde heeft gevonden. De regering zal dus nog veel meer moeten hervormen om zulke historische vergelijkingen als met Dehaene waar te maken.
In tegenstelling tot het regeerakkoord zaten in dit begrotingsakkoord geen onrealistische terugverdieneffecten.
Peersman: Die terugverdieneffecten in het regeerakkoord waren crazy, maar nu was dat nog erger geweest. Welke terugverdieneffecten had de regering verwacht van het verhogen van de btw? Of denkt ze dat besparingen in de uitgaven jobs zullen opleveren? Correcter is te zeggen dat de regering deze keer de verlieseffecten vergat door te rekenen.
De premier waarschuwde dit najaar voor onze oplopende rentekosten: we betalen nu al elf miljard euro om onze staatsschuld te financieren, en dat bedrag kan de komende jaren oplopen tot het dubbele. Vreest u ook zo’n rentesneeuwbal?
Peersman: Voorlopig is die er niet. Dat de rente vandaag op de begroting zou wegen is overigens een vorm van geldillusie, omdat je rente altijd moet afzetten tegen de inflatie. De rentelasten bedragen momenteel 2 procent van het bbp, maar door de inflatie daalt onze schuldgraad ook elk jaar met 2 procent. Bij een lagere schuld zouden we minder rente betalen, maar daalt ook het inflatievoordeel. Het echte probleem is het begrotingstekort zonder de rente-uitgaven, waardoor onze schuldgraad ondanks de inflatie blijft stijgen. Ik denk dat het tijdperk van de lage rentes stilaan voorbij is. Er zijn genoeg redenen om te veronderstellen dat de rentes de komende jaren internationaal zullen stijgen, en dan heb je maar beter geen hoge overheidsschuld. Het zou kunnen dat we dat vanaf 2030 beginnen te voelen. Natuurlijk moeten we daar vandaag al rekening mee houden, want het kan snel gaan. Het begrotingstekort moet op termijn worden teruggebracht tot zo’n anderhalf procent.

De regering haalde zich in januari veel gedoe op de hals met de meerwaardebelasting, een trofee voor Vooruit. Ondertussen is ook de effectentaks verhoogd. Was dat geen beter idee dan een zoveelste nieuwe belasting te proberen invoeren?
Peersman: De effectentaks wordt niet betaald door de grootste vermogens. Hun aandelen staan niet op effectenrekeningen. Het voordeel van de meerwaardebelasting is dat ze een stap is richting de harmonisatie waar economen al zo lang voor pleiten. Waarom moeten dividenden en meerwaarde op aandelen op een andere manier belast worden? Daar is geen enkele goede reden voor.
Die grote harmonisatie van alle belastingen zal er nooit komen. Is dat ondertussen niet duidelijk?
Peersman: Maar waarom? Ook bedrijfsleiders begrijpen dat niet, hoor. Trek alle belastingen op vermogensinkomsten gelijk. Door de grotere belastingbasis kun je met een lager tarief evenveel belastingen innen. Grote vermogens hebben vandaag duurbetaalde accountants in dienst die geen enkele toegevoegde waarde leveren aan de economie, maar alleen op zoek zijn naar de meest voordelige belastingconstructies. Zou het niet beter zijn als ze nuttiger werk konden doen?
Die meerwaardebelasting was een antwoord op de vraag: dragen de sterkste schouders de zwaarste lasten? Wat vindt u?
Peersman: Dat is subjectief. De meerwaardebelasting wordt door sterke schouders betaald, maar ik heb de uitzonderingen daarop nooit begrepen. Waarom moet iemand met een aanmerkelijk belang in een bedrijf minder betalen? Zo worden de hoogste inkomens opnieuw ontzien.
‘Als de regering tegen 2035 echt 3,5 procent van het bbp aan defensie wil uitgeven, heeft ze alleen al daarvoor meer geld nodig dan ze in deze begrotingsronde heeft gevonden.’
De Nationale Bank bracht dit jaar nieuw onderzoek uit waaruit bleek dat de ongelijkheid groter is dan we oorspronkelijk dachten. De één procent rijkste gezinnen bezit evenveel als de 75 procent armste, en 92.000 huishoudens verdienen evenveel als de armste 1,4 miljoen.
Peersman: Onderzoekers hebben een beter zicht gekregen op wat er in vennootschappen zit, en dat geeft inderdaad een iets ander beeld. Ongelijkheid is een subjectief thema, maar in vergelijking met landen als de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk doen wij het nog altijd heel goed. Het gaat dan wel in de eerste plaats over de inkomenskloof – niet het vermogen – en die zal door de regering-De Wever nog kleiner worden. Door de index af te toppen voor iedereen die iets meer dan gemiddeld verdient, groeien de inkomens weer naar elkaar toe. Onze lonen zitten al dichter bij elkaar dan goed is voor een goed functionerende arbeidsmarkt.
Open VLD’er Vincent Van Quickenborne bleef in de Kamer 40 uur lang aan het woord om ‘money control’ te bestrijden, waarmee de fiscus straks aan datamining kan doen. Heeft hij een punt?
Peersman: Waarom zou de fiscus dat niet mogen? In veel landen is het vermogen van iedereen bekend. Het hoeft niet in de media te worden gepubliceerd, maar ik zou niet weten waarom de fiscus die gegevens niet mag inkijken. De overheid moet daar natuurlijk op een correcte manier mee omgaan. In Scandinavische landen als Noorwegen is dat de normaalste zaak van de wereld.
‘Als we niet opletten, houden we straks bedrijven met overheidsgeld open, zoals de steenkoolmijnen destijds.’
De belangrijkste hervorming van de regering-De Wever wordt allicht die van de pensioenen. Deze zomer liet de vergrijzingscommissie al zien dat de gevolgen indrukwekkend zijn: de toename van de pensioenkosten halveert ongeveer tegen 2070.
Peersman: De regering moest van Europa ingrijpen in de pensioenen, anders kreeg ze de komende jaren zwaardere besparingen opgelegd. Zonder Europa was ze er misschien niet aan begonnen. (lachje) De berekeningen van de Vergrijzingscommissie zijn bovendien redelijk voluntaristisch. Er werd bijvoorbeeld lang van uitgegaan dat als de pensioenleeftijd met twee jaar stijgt, iedereen ook effectief twee jaar langer zou werken, zelfs wie al voldoende jaren op de teller heeft voor zijn pensioen.
Ik ben een grote voorstander van de bonus-malus. Het is logisch dat mensen die vroeger stoppen dan anderen en minder bijdragen ook minder pensioen krijgen. Dat moedigt je aan om langer te werken, waardoor je de malus kunt vermijden. Ik heb het moeilijker met maatregelen die het pensioenbedrag verminderen. De welvaartsstaat zogezegd beschermen door mensen minder welvaart te geven, is een bizarre redenering. Neem nu de ambtenaren: hun pensioen werd berekend op de laatste tien jaar van hun carrière en zal nu op de hele carrière berekend worden.

Is dat niet nodig om het stelsel betaalbaar te houden?
Peersman: Ik begrijp dat ook gepensioneerden en ambtenaren moeten bijdragen aan de besparingen, maar een pensioen is uitgesteld loon. Dit is met andere woorden een loonvermindering. De laatste jaren meer laten doorwegen voor de hoogte van iemands pensioen, is bovendien een motivatie om die laatste jaren langer te werken. Nu luidt de boodschap: ga zo rap mogelijk werken en studeer vooral niet te lang, want elk jaar van uw carrière weegt even zwaar door voor uw pensioen. Dat zet werknemers minder aan om tijdens hun loopbaan te investeren in een opleiding en daardoor productiever te worden.
U bent zo’n econoom die bij de meeste hervormingen zegt dat ze nog wat verder hadden moeten gaan. Vakbonden vinden meestal het omgekeerde, en veel mensen voelen nu al de soms zware gevolgen van die hervormingen. Had u dit jaar begrip voor hun protest?
Peersman: Vakbonden vertellen de treurigste verhalen. Over iemand die 55 is, een kapotte rug heeft en nog altijd in de bouw moet werken, bijvoorbeeld. Ik vind dat ook verschrikkelijk, maar net daarom moet iedereen met een kantoorjob langer werken. Alleen als iedereen die dat kan langer aan het werk blijft, kunnen we de mensen voor wie dat niet lukt helpen – dat is het principe van de welvaartsstaat. Maar dan wel alleen wie het echt nodig heeft, en niet een veel grotere groep als de langdurig zieken.
‘In vergelijking met de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk doen wij het op het vlak van ongelijkheid nog altijd heel goed.’
Is het misbruik breed verspreid, zoals de documentaire van Waals journalist Christophe Deborsu suggereerde?
Peersman: Waarom hebben wij vandaag veel meer zieken dan vroeger en beduidend meer dan andere landen? Ik zie daar als macro-econoom geen verklaring voor, dus ik denk dat dat komt door een ziektebriefjescultuur. Sommige dokters schrijven mensen makkelijk thuis en komen daar bekend voor te staan. Een beetje zoals stielmannen die in het zwart willen werken.
Vanaf 1 januari verliezen langdurig werklozen hun uitkering. We zullen beelden zien waar we ‘niet vrolijk’ van worden, zei zelfs de premier.
Peersman: We waren het enige land ter wereld waar iemand oneindig lang een werkloosheidsuitkering kon krijgen. Opnieuw: in Scandinavisch landen als Zweden en Denemarken kan dat niet. Ik geloof niet dat mensen in die landen slechter af zijn dan hier – integendeel. Maar in de overgangsperiode zullen we waarschijnlijk schrijnende situaties zien, want niet alle langdurig werklozen zullen ineens werk vinden. Gelukkig kunnen zij bij het OCMW terecht.
‘Ik zou niet weten waarom de fiscus de vermogens niet mag inkijken. In landen als Noorwegen is dat de normaalste zaak van de wereld.’
In een lezing aan de UGent herhaalde de premier het algemeen heersende gevoel over ons continent: Amerika innoveert, China produceert en Europa reguleert. Terecht?
Peersman: Regulering zet een rem op onze economie, maar dat probleem is nergens groter dan in België en Vlaanderen. Bart De Wever zou beter eerst voor zijn eigen deur vegen. Wij komen het allerslechtst uit de rankings van de OESO, terwijl we vijftien jaar geleden nog tot de Europese middenmoot behoorden. De regionale staatsstructuur maakt het probleem alleen maar erger. Er is hier heel weinig competitie tussen bedrijven en nergens worden zo veel prijzen vastgelegd door de overheid.
Is dat echt zo?
Peersman: Ik heb het zelf ondervonden. Toen ik met Koen Schoors De perfecte storm uitbracht, wilden we de prijs van ons boek laten zakken om meer exemplaren te verkopen en te stijgen in de rankings. Helaas, er bleek zoiets als de vaste boekenprijs te bestaan. (lacht)
Wat vond u van de sombere speech die De Wever gaf over de toekomst van onze economie en welvaartsstaat?
Peersman: De toekomst ziet er veel beter uit dan onze premier haar voorstelt. Dat zeg ik ook aan mijn studenten. De volgende generaties zullen er niet op achteruitgaan. Het is hier niet om zeep. Ja, onze vergrijzingskosten zullen oplopen. Maar we zullen ook rijker worden en er netto op vooruitgaan. Tegen 2070 zou ons bbp ongeveer verdubbelen. Er kunnen zich natuurlijk altijd onverwachte omstandigheden voordoen. En we moeten erin slagen om de productiviteitsgroei te verhogen, want momenteel zit België ook wat dat betreft onder het OESO-gemiddelde.
‘Alleen als iedereen die dat kan langer aan het werk blijft, kunnen we de mensen voor wie dat niet lukt helpen.’
De Duitse chemiereus BASF kondigde aan 600 jobs te willen schrappen in Antwerpen. Voorlopig is dat het duidelijkste teken dat onze industrie in zwaar weer verkeerd. Is dat een probleem?
Peersman: De Vlaamse industrie volgt het Duitse ritme, en daar gaat het momenteel slecht. Door de oorlog in Oekraïne en de Europese klimaatambities is de energie hier duurder dan elders in de wereld. Maar die bedrijven hebben zich ook in slaap laten wiegen. De auto-industrie is een goed voorbeeld: de elektrische wagen zat er al lang aan te komen, maar toch hebben Europese automakers gewacht met investeren en lieten ze zich door Chinese concurrenten overrompelen. Los je dat op door subsidies te geven of de markt af te schermen? Natuurlijk niet. Competitie is noodzakelijk om te innoveren. Helaas wordt er heel veel gelobbyd, iets waar politici gevoelig voor zijn. Als we niet opletten, houden we straks bedrijven met overheidsgeld open, zoals de steenkoolmijnen destijds.
Eind november kondigde de Nederlandse bank ABN AMRO aan 5000 jobs te schrappen en te vervangen door artificiële intelligentie.
Peersman: (steekt beide duimen in de lucht) Dat zijn de productiviteitswinsten die we nodig hebben. Dat is nog maar het begin, maar ik ben hoopvol. In de Verenigde Staten zou een derde van de productiviteitsgroei aan AI te danken zijn. Natuurlijk zullen er jobs sneuvelen – we moeten niet naïef zijn – maar er zullen er ook bijkomen. Werknemers die AI gebruiken worden productiever, dus krijgen ze meer loon, terwijl de prijzen voor de consumenten dalen. Er zullen daardoor ongetwijfeld nieuwe behoeften ontstaan – zo is het altijd al gegaan in de geschiedenis – en die moeten door iemand geproduceerd worden.
‘Sommige dokters schrijven mensen makkelijk thuis en komen daar bekend voor te staan.’
Tot slot, dit was ook het jaar van de tarievenoorlog van de Amerikaanse president Donald Trump. De EU onderhandelde deze zomer een deal met de VS waarin zij vijftien procent innen op onze export naar daar. Hier was haast niemand daar blij mee.
Peersman: Door Trump raakt de VS geïsoleerd. Dat zorgt voor efficiëntieverlies, wat uiteindelijk weegt op hun economie. Dat zal ook gebeuren als Europa een eigen defensie-industrie uitbouwt, want de Amerikanen zijn daar gewoon beter in. Dat handelsakkoord werd fel bekritiseerd omdat Europa de invoertarieven niet heeft verhoogd. Ik vind dat de juiste beslissing, want anders hadden we de schade voor onszelf alleen maar vergroot. Die tarieven van Trump zullen uiteindelijk grotendeels betaald worden door de Amerikaanse consument, terwijl Europese bedrijven elders een afzetmarkt kunnen vinden. Gelukkig heeft Europa het hoofd koel gehouden.
Gert Peersman
1973: Geboren in Gent.
Doctoreerde op het monetaire beleid van de eurozone.
2001-2003: Werkt voor de Bank of England en voert later als consultant opdrachten uit voor andere centrale banken.
2012: Publiceert samen met Koen Schoors De perfecte storm.
Is hoogleraar economie aan de UGent.