Hendrik Vuye & Veerle Wouters

‘We hebben de mond vol van de scheiding der machten, maar ons politiek systeem beantwoordt niet aan die logica’

Hendrik Vuye & Veerle Wouters Hoogleraar (UNamur) en lector (Hogeschool PXL), voormalige V-Kamerleden

‘Burgers hebben het gevoel dat er niet naar hen wordt geluisterd, politici hebben het gevoel dat beslissingen boven hun hoofden genomen worden. Dit heeft te maken met onze politieke organisatie en dat wist Montesquieu eeuwen geleden al’, stellen Veerle Wouters en Hendrik Vuye.

De l’esprit des lois (1748) van Montesquieu is een klassieker. Zoals bij vele klassiekers wordt het dikke boek nog zelden gelezen. Het handelt niet over de scheiding der machten. Het thema komt maar zijdelings aan bod in enkele bladzijden waar Montesquieu het staatsrecht van Engeland bespreekt. Toch is de gedachte van de scheiding der machten diep doorgedrongen in het staatsrecht van vele democratieën.

In kort bestek stelt Montesquieu dat vrijheid veronderstelt dat er drie staatsmachten zijn: een wetgevende, een uitvoerende en een rechterlijke. ‘Il faut que le gouvernement soit tel, qu’un citoyen ne puisse pas craindre un autre citoyen’.

We hebben de mond vol van de scheiding der machten, maar ons politiek systeem beantwoordt niet aan die logica.

Montesquieu wil dat de burgers vrij zijn. Daarom moet een staatsmacht regels stellen (wetgevende), een andere ze uitvoeren en handhaven (uitvoerende) en nog een andere ze toepassen (rechterlijke). Die drie staatsmachten houden elkaar in evenwicht en beletten machtsmisbruik: ‘il faut que, par la disposition des choses, le pouvoir arrête le pouvoir‘. Vermengt men deze staatsmachten, dan is er geen vrijheid volgens Montesquieu. En wij hebben ze vermengd onze staatsmachten.

Een handvol beslissers

Hoewel we nog steeds de mond vol hebben over scheiding der machten beantwoordt ons politiek systeem helemaal niet meer aan die logica. Het parlement controleert de regering niet meer. De breuklijn tussen regering en parlement is vervangen door de breuklijn tussen meerderheid en oppositie. De meerderheid heeft zitting in de regering en het parlement, de oppositie alleen in het parlement. In de Belgische particratie hebben parlementsleden van de meerderheid nauwelijks bewegingsruimte. Ze controleren de regering dan ook niet. De vertegenwoordigers van het volk zitten er bij voor spek en bonen, het is de regering die wikt en weegt.

De vertegenwoordigers van het volk zitten er bij voor spek en bonen, het is de regering die wikt en weegt.

Maar ook dit is relatief. Er zijn uiteindelijk nog een handvol beslissers in dit land. Over de zesde staatshervorming (2011-’14) zegt SP.A-voorzitter Caroline Gennez in De Standaard het volgende: ‘Met acht mensen hebben we de staatshervorming onderhandeld. In het parlement voerde iedereen nadien een show op’. Albert Frère die het van ijzerhandelaar schopt tot rijkste Belg, verklaart ooit ‘en Belgique il suffit de connaître cent personnes‘. Drie generaties Frère schoppen het tot lid van de Regentenraad van de Nationale Bank, met dank aan de particratie en haar partijpolitieke benoemingen.

De uitspraken van Gennez en Frère zijn geen ‘fait divers’. Enkelen hebben toegang tot het clubje beslissers, de meeste burgers niet. Begrijp je nu waarom de overheid een dikke enveloppe subsidies richting een paar grote mediabedrijven schuift? Wouter Verschelden van Newsmonkey klaagt dit reeds lang aan, maar Wouter Verschelden is Christian Van Thillo (De Persgroep) niet. Begrijp je nu waarom een vermogenswinstbelasting zo moeilijk ligt in België? Begrijp je nu waarom bescheiden vermogens afgeroomd worden met een roerende voorheffing van 30%, terwijl megafortuinen ontsnappen via allerhande fiscale constructies? Begrijp je nu waarom onze fiscale wetgeving een koterij is met vele uitzonderingen geschreven op het lijf van enkelingen?

Het Parlement was bedoeld als een vergadering van vertegenwoordigers van het volk die beslissingen nemen in het algemeen belang. Het Parlement vervult deze rol niet en de gevolgen laten zich voelen. Montesquieu, die wist het al in 1748: ‘Wanneer de wetgevende en de uitvoerende macht in dezelfde persoon of dezelfde instelling worden verenigd, dan is er geen vrijheid’. Scherp gesteld, maar het is wel juist.

De nieuwe wetgevers

Politiek is niet langer een monopolie van de uitvoerende en de wetgevende macht. Ook rechters doen uitspraken die politieke keuzes impliceren en ze stellen regels. Montesquieu doorzag ook dit gevaar. Net om te beletten dat rechters normstellers worden, pleit hij voor juryrechtspraak en is hij tegen permanente rechtbanken. Zo vreest de burger de magistratuur, maar niet de magistraat, schrijft hij.

Rechters stellen hier regels, wat eigenlijk hun taak niet is, want ze hebben er niet de democratische legitimiteit voor en ze leggen aan niemand verantwoording af.

Maar zo is het niet gelopen. Denk maar aan de talrijke vonnissen in het dossier van de lawaaihinder veroorzaakt door de luchthaven van Zaventem. Vlaamse en Franstalige rechters nemen hier beslissingen die diametraal tegenover elkaar staan. De mediatieke politierechter Peter d’Hondt van Dendermonde is merkelijk strenger dan zijn collega’s, ook dit is aan politiek doen. Wanneer een Franstalige Kamer van het Hof van Cassatie, de Algemene Vergadering van de Raad van State en de Nederlandstalige Kamer van de Raad van State de faciliteitenregeling op een radicaal verschillende manier toepassen, dan is ook dit rechtsregels uitvinden. Of wanneer de Franstalige en de Nederlandstalige Kamers van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen radicaal anders beslissen in beroepszaken over asielweigering, dan doen rechters aan politiek. Rechters stellen hier regels, wat eigenlijk hun taak niet is, want ze hebben er niet de democratische legitimiteit voor en ze leggen aan niemand verantwoording af.

Dat er enige variatie zit in rechterlijke uitspraken is eigen aan het rechtspreken. Iets anders is dat de ene rechter radicaal anders beslist dan de andere, dan is er geen vrijheid meer zou Montesquieu besluiten. Inderdaad, waarom moet een verkeersovertreding in het Dendermondse strenger bestraft dan in Tongeren of in Tourinnes-la-Grosse? Hoe krijg je uitgelegd dat Nederlandstalige rechters van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen in 88,5 % van de beroepszaken de asielweigering van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) volgen en Franstalige rechters slechts in 49 %?

In de trias politica van Montesquieu moet de wetgevende macht zo’n zaken bijsturen en de regels scherper stellen. Maar dat is theorie, want de vertegenwoordigers van het volk die zitten er bij voor spek en bonen.

Nieuwe ‘staatsmachten’?

Bovendien zijn er nieuwe machten opgedoken, die dan wel formeel geen staatsmachten zijn, maar die zich wel op een gelijkaardige manier gedragen. We hebben een Grondwettelijk Hof opgericht, dat buiten de indeling in staatsmachten valt. En aan wie leggen deze eminente magistraten verantwoording af voor hun beslissingen?

In Nederland omschrijft men de ambtenarij wel eens als de vierde staatsmacht. Op dit niveau worden vaak al de beslissingen genomen, maar ook hier mist de plicht tot het afleggen van verantwoording. Dan zijn er nog de vele autonome instituten, denk maar aan Unia, Myria e.d. die de politiek met aanbevelingen en adviezen om de oren slaan. We hebben belangrijke beslissingen in onderaanneming gegeven, zo zijn het de sociale partners die recent belangrijke beslissingen hebben genomen over SWT, het oude brugpensioen. Ook grote delen van het onderwijs en de gezondheidszorg zijn eveneens ondergebracht bij de zuilen.

Parlement en regering hebben hun eigen machteloosheid georganiseerd.

Parlement en regering hebben hun eigen machteloosheid georganiseerd. De trias politica is verworden tot een veelvoud aan staatsmachtjes en enkele beslissers. Niemand draagt in dit ondoorzichtig geheel nog de eindverantwoordelijkheid voor beslissingen.

Met het oprichten van supranationale instanties hebben we de trias politica soms helemaal vaarwel gezegd. Een rechtscollege als het Europees Mensenrechtenhof functioneert in een politiek vacuüm waar elke vorm van checks and balances ontbreekt. Het Hof oordeelt op basis van uiterst vage normen, het zijn zelfs eerder beginselverklaringen. Wat is bijvoorbeeld een eerlijk proces? Hoe ver reikt het recht op privacy? Wat impliceert het recht op gezinsleven? Er is vrijheid van religie, maar hoever reikt deze? En wat is een religie precies?

Niemand mag worden onderworpen aan onmenselijke of vernederende behandelingen of straffen, maar wat zijn dat precies? Het gaat telkenmale over open normen waar de rechter in grote mate een vrije invulling aan geeft. De rechter past hier geen norm toe, hij bepaalt zelf de inhoud van de norm. En de landen die toegetreden zijn tot het EVRM die kunnen het arrest alleen maar uitvoeren. Het Mensenrechtenhof verenigt in zich de drie staatsmachten: het bepaalt de norm, het past de norm toe en het arrest dient uitgevoerd. Net hiervoor heeft Montesquieu ooit gewaarschuwd: dit leidt tot willekeur en vernietigt de vrijheid. In het geval van supranationale instanties vernietigt dit ook nog eens de soevereiniteit van de landen, iets wat Thierry Baudet aanklaagt in zijn De aanval op de natiestaat.

Burgers hebben het gevoel dat er niet naar hen geluisterd wordt. Maar evenzeer hebben politici het gevoel dat beslissingen boven hun hoofden worden genomen. ‘Er is nood aan een politieke hervorming, maar het grote probleem is dat we de kapotte fiets moeten repareren terwijl hij aan het rijden is’, verklaart Ivan De Vadder. Inderdaad, dat is het probleem. Niets belet dat het parlement zichzelf in ere herstelt, niets belet dat het daadwerkelijk het kloppend hart wordt van de democratie, niets belet dat het parlement de soevereiniteit ter harte neemt… behalve dan de parlementsleden zelf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content