Dodental noodweer stijgt tot 36, Verlinden belooft ‘grondige evaluatie’ hulpdiensten

Ravage in de door het noodweer zwaar getroffen gemeente Pepinster. © belga

Het noodweer van vorige week heeft officieel al aan 31 mensen in ons land het leven gekost. Dat heeft Bart Raeymaekers, de directeur-generaal van het Nationaal Crisiscentrum, maandag gezegd op een persconferentie.

Van de 31 doden zijn er intussen 19 geïdentificeerd. Er liggen ook nog eens 54 mensen in het ziekenhuis.

Volgens een emotionele Raeymaekers zal de dodentol de komende uren en dagen wellicht nog verder oplopen. Nog 127 mensen zijn vermoedelijk vermist of onbereikbaar, en hoewel dat kan liggen aan problemen met het telefonienetwerk of de elektriciteit, ‘moeten we er jammer genoeg van uitgaan dat onder deze mensen nog slachtoffers zijn die de ramp niet hebben overleefd’.

Lastige zoektocht

De politiediensten concentreren zich vanaf nu op de gestructureerde zoektocht naar slachtoffers in het puin, vertelde commissaris-generaal van de federale politie Marc De Mesmaeker. Daarbij worden sinds mandaag ook speurhonden ingezet, uit België maar ook uit Nederland.

De zoektocht spitst zich op dit moment toe op de plaatsen waar tot nog toe de meeste slachtoffers zijn aangetroffen: in de vallei van de Vesder, vooral in Pepinster en op een camping in Esneux. Waar de komende dagen nog wordt gezocht wordt later verder bepaald. ‘We doen het dag per dag’, aldus De Mesmaeker.

Volgens de commissaris-generaal gaat het om een moeilijke, atypische opdracht. Dat komt omdat de stroom lichamen kilometers ver kan meesleuren en het water zo krachtig was dat de kans groot is dat er ook delen van lichamen worden aangetroffen, zei hij.

Bovendien gaat het om een gigantisch zoekterrein met weinig aanknopingspunten, is er een groot aantal potentiële slachtoffers en zijn de plaatsen waar gezocht moet worden mogelijk erg gevaarlijk voor de hulpverleners.

Minister Verlinden: ‘Grondige evaluatie hulpdiensten’

Alle aandacht gaat nu nog uit naar de hulp aan de slachtoffers van de zware overstromingen van vorige week, maar in een volgende fase komt er een ‘grondige evaluatie van de organisatie van de hulpverlening’. Dat heeft minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V)maandag gezegd op een gezamenlijke persconferentie met de hulpdiensten.

Ondanks die overweldigende kracht van de natuur zijn de hulpdiensten erin geslaagd de hulpverlening ‘zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen’, zei Verlinden, die haar dank en waardering uitsprak. ‘Dankzij de samenwerking op het terrein zijn vele mensenlevens gered.’

Een ramp van die omvang valt echter niet voor te bereiden, zei de minister ook. ‘Voor een waterbom zoals we die vorige week gezien hebben, bestaat geen draaiboek.’ Wel komt er nog een grondige evaluatie van de organisatie van de hulpverlening, om toch zoveel mogelijk voorbereid te zijn op soortgelijke uitdagingen in de toekomst. Het gaat dan om infrastuctuurwerken, maar daarnaast moeten de investeringen in de hulpverlenings- en veiligheidsdiensten op peil blijven, zei Verlinden, ‘zodat ze efficiënt kunnen optreden bij zware natuurrampen’.

In dat kader is er onder meer al een evaluatie gestart van de hervorming van de civiele bescherming die door haar voorganger Jan Jambon werd doorgevoerd, waarbij het aantal kazernes werd teruggebracht van zes naar twee, zei Verlinden.

De minister belooft ook een ‘leercommissie’ op poten te zetten die onder meer moet kijken naar de voorbereiding en inzet tijdens de ramp, al dan niet te plannen evacuaties en de basisinfrastructuur zoals water, elektriciteit, gas, telecom en communicatie. Die laatsten raakten in verschillende zwaar getroffen gebieden erg beschadigd. Het telecomnetwerk is op verschillende plaatsen nog altijd niet hersteld en duizenden gezinnen zitten nog zonder elektriciteit

‘Geen dreigend gevaar’

Volgens het crisiscentrum is er op dit moment ‘geen dreigend gevaar’ meer in de getroffen gebieden.

Het crisiscentrum roept mensen op om niet naar de getroffen gebieden te gaan als ze daar niet moeten zijn. Niet als ramptoerist, maar ook niet om goederen te brengen. Dat kan het werk van de hulpdiensten verstoren, en bovendien zijn veel wegen moeilijk berijdbaar. ‘Wacht op een specifieke oproep van het Rode Kruis of van een gemeente om materiaal te doneren of te brengen’, luidt het.

Het crisiscentrum benadrukt nog dat iedereen die hulp wil bieden een gift kan overmaken op het rekeningnummer van het Rode Kruis BE70 0000 0000 2525. Wie zich als vrijwilliger wil opgeven, kan dat doen op het crisisvrijwilligersplatform van het Rode Kruis rodekruis.be/helpenhelpt.

Het Waalse Pepinster is een van de zwaarst getroffen Belgische gemeenten
Het Waalse Pepinster is een van de zwaarst getroffen Belgische gemeenten © Reuters

Het Waalse Pepinster is een van de zwaarst getroffen Belgische gemeenten
Het Waalse Pepinster is een van de zwaarst getroffen Belgische gemeenten © Reuters

Partner Content