Bart De Valck

‘Wat het Belgische voetbal voor Vlamingen en Walen de afgelopen weken en maanden heeft betekend, is historisch’

Bart De Valck Voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging.

België schrijft op een bijzondere manier geschiedenis en niet alleen in de voetbalannalen, schrijft Bart De Valck van de Vlaamse Volksbeweging.

Voetbal, voetbal, ook ik kon er niet van slapen! Iedereen was – en is nog steeds! – in de ban van de Rode Duivels en hun zegevierende opmars richting wereldkampioen. Geert Bourgeois, Vlaams minister-president, is geen uitzondering. Naar aanleiding van zijn 11-juliboodschap riep hij ons op om de Fransen opnieuw te verslaan. Bourgeois zal het mij vast wel vergeven, maar hij lijkt met zijn oproep wat op Koning Albert I, die de Vlamingen aan het begin van de eerste wereldbrand herinnerde aan de Guldensporenslag. Maar in 1914 ging het tegen de Duitsers en niet tegen de Fransen, zoals in 1302. In tegenstelling tot toen, lukte het in de halve finale van het WK niet om de Fransen met lege handen huiswaarts te sturen.

Wat het Belgische voetbal voor Vlamingen en Walen de afgelopen weken en maanden heeft betekend, is historisch.

Een nat stuk zeep

Maar ook op andere manieren zijn de tijden veranderd. De veldslag vond plaats op een goed gedraineerd voetbalveld te Sint-Petersburg en niet op een drassige kouter voor de muren van Kortrijk. Er worden geen gulden sporen geraapt, zelfs integendeel dit keer, maar hoogstens truitjes gewisseld na afloop. Wereldkampioen worden zal er deze editie van de wereldbeker niet bij zijn. De analyses van de Belgische voetbalprestaties doen de komende weken zeker nog inkt vloeien. Daar doe ik niet aan mee, wegens onbevoegd. Maar ik geef het grif toe: België schrijft op een bijzondere manier geschiedenis en dus niet alleen in de voetbalannalen.

Dat gaat zo: België staat wijd en zijd bekend als een land zonder bepalende identiteit. Er wonen Vlamingen, Walen, Brusselaars en heel wat mensen – vaak immigranten – die zich niet bijzonder identificeren met een van die regionale identiteiten. Toch gaan zowat een derde van de krantenkoppen over thema’s die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met identiteit, eigenheid. Van hoofddoekjes over taalgebruik tot vrijhandelsverdragen en verstedelijking. Die identiteit verandert door de jaren en blijkt nogal een rekbaar gegeven. Niettegenstaande haar relativiteit, is ze eerst en vooral realiteit. Waar mensen samenleven, wordt gekeken naar overeenkomsten en verschillen. Identiteit lijkt daarom wel een nat stuk zeep. Op het moment dat je denkt het stevig vast te hebben, glibbert het je uit de handen. De tricolore vlaggen in het straatbeeld en de lawine van supportersgadgets tonen aan dat identiteit als vanzelf inclusief wordt op het moment dat je gezichten kan plakken op wat verbindt. Een elftal bijvoorbeeld. Maar het is weg voor je het weet – in het geval van de verloren match tegen ‘les bleus’ wel erg drastisch.

Identiteit is als een nat stuk zeep. Op het moment dat je denkt het stevig vast te hebben, glibbert het je uit de handen.

Identificatie wordt identiteit op het moment dat je de wind in de zeilen hebt, dat er een positieve ‘vibe’ is. Ik denk niet dat hiervan een mooiere illustratie bestaat als wat het Belgisch voetbal voor Vlamingen en Franstalige landgenoten de afgelopen weken en maanden heeft betekend. In dat opzicht is wat er in België gebeurt historisch. Het zal de goegemeente misschien niet opvallen, maar het verdient wel de aandacht en – wie weet! – zelfs wetenschappelijk onderzoek. Het nuanceert heel sterk het beeld in de politicologische literatuur dat identiteit vooral mensen van elkaar scheidt en zo de sociale samenhang bevordert. Identiteit verzamelt mensen, slaat bruggen. Als dat topvoetbal is, dan is dat prima. Als dat een manier van ondernemen is of een zorgmodel om voor zwakkeren in de samenleving op te komen, dan is dat natuurlijk ook prima. Of zelfs: nog veel beter! Maar wringt daar het voetbalschoentje niet? Ik bedoel maar: identiteit sluit verschillen niet uit. Ze sluit verschillen net ín, in een overkoepelend verhaal, maar dat verhaal moet er dan wel een zijn van succes en glorie. Van een ‘vibe’, een dynamiek.

Inclusieve identiteit

Buiten voetbal, is er in België een wat Bourgondische savoir vivre. En, niet te vergeten, er is de geschiedenis van een koninkrijk dat evolueerde naar een soort van personele unie van Vlaanderen en Wallonië. Die twee belangrijkste deelstaten zijn aan de kop vergroeid, in Brussel (dat zelf een waterhoofd van nationale en internationale instellingen is geworden). Het is wel iets, maar veel meer dat verbindt is er niet. De Brusselse ‘kop’ van het federale België is, jammer genoeg, allesbehalve de begeesterende lichtbak die onweerstaanbaar de aandacht van de inwoners van Zuienkerke of Redu naar zich toetrekt. Voor de rest is er vooral verdeeldheid, die de regeerakkoorden toedekken door staatshervormingen in het vooruitzicht te stellen of door boudweg de communautaire tegenstellingen tot taboe te verklaren. Het is alle voetbalsupporters van harte gegund om fijne uren te beleven in de wetenschap dat ze verbonden zijn met vele anderen. Dat er manieren kunnen worden gevonden om politieke moeilijkheden te overstijgen. Ik wil geen kater door een gemiste finale. De Rode Duivels hadden van mij gerust wereldkampioen mogen worden. Maar ik wil evenmin een kater omdat de dagelijkse realiteit na het voetbalfeest te erg zou ontnuchteren.

Daarom moet er ook gewerkt worden aan een inclusieve Vlaamse identiteit. Ook die identiteit is er een van het hier-en-nu, die zich niet beperkt tot goedbedoelde woorden, maar zich veeleer laat inspireren door strekkende voorbeelden. Er is (nog) geen Vlaamse voetbalploeg. Maar er is wel dat Vlaams ondernemerschap en dat Vlaams zorgmodel. Ze hebben hun evenknie niet aan de andere kant van de taalgrens. Dat is geen schande; het is de realiteit. Met die realiteit moet iets gedaan worden, gewoon omdat identiteit het beste in mensen wakker roept. Vast en zeker is het een verdienstelijk idee van Geert Bourgeois om een museum over de Vlaamse cultuur in het leven te roepen. Niemand zal zomaar beweren dat de minister-president gewoon Bokrijk wil heruitvinden. Nochtans loert in die benadering het gevaar de Vlaamse identiteit te erg te fixeren. Onze identiteit evolueert, maar er zit wel een patroon in. Op basis van dat patroon en op de dynamiek van die ontwikkeling kunnen we mensen in Vlaanderen bij elkaar brengen. Daarvoor moeten we durven zeggen waar we met Vlaanderen binnen tien tot twintig jaar willen staan.

Ik hoop dat we dan verder staan dan een eigen Vlaams elftal. Niet omdat het zou betekenen dat Vlaanderen dan uit België is gestapt (het mag!) en daarmee basta. Niet omdat ik vind dat voetbal banaal is. Dat blijkt, denk ik, al afdoende uit de rest van mijn stukje. Vlaamse zelfstandigheid betekent dat we op een nuttige en zinnige manier werk kunnen maken van wat ons hier in Vlaanderen overkomt, zodat onze ideeën als ‘best practices’ in Europa en de wereld weerklank kunnen krijgen. Voetbal is trouwens allerminst banaal indien het verbonden is met een collectieve identiteit die niet alleen verband houdt met culturele kwesties, maar eveneens met sociale en economische voorkeuren van de Vlamingen. Vlaanderen is niet echt iets voor in een museum. Het hoort thuis in een wereldbeker van creativiteit, doorzettingsvermogen, zorgzaamheid en ondernemerschap.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content