De nationale feestdag wordt dit jaar de dag waarop koning Albert II afstand neemt van de troon en zijn zoon, kroonprins Filip, de eed als nieuwe koning zal afleggen.
Het kernkabinet heeft een task force in het leven geroepen om de troonswissel en de ceremonies op 21 juli voor te bereiden. De task force is samengesteld uit de verschillende diensten die betrokken zijn bij de organisatie van de evenementen.
Voor premier Di Rupo biedt 21 juli 2013 drie redenen om te feesten: het is de 20ste verjaardag van Albert II als koning, we vieren ons land en we vieren een nieuwe koning en koningin. Di Rupo roept alle parlementsleden op “om van deze historische dag een moment van dank, emotie, vreugde en uitstraling van ons land over de hele wereld te maken”.
Kroonprins Filip zal de eed als nieuwe koning afleggen voor de verenigde Kamers, zoals de Grondwet het voorschrijft. Albert II behoudt zijn titel na zijn aftreden en blijft “koning Albert”.
In België is het de traditie dat koningen hun titel behouden tot aan hun dood, bevestigt de woordvoerder van het Paleis. “Het gaat om een vorm van hoffelijkheid, niet om een juridische regel. Want volgens de grondwet komt de functie slechts één persoon toe: de koning der Belgen.”
Vanaf 21 juli: twee koningen en drie koninginnen
Vanaf de nationale feestdag zal België dus twee koningen, Albert II en Filip, maar ook drie koninginnen, Mathilde, Paola en Fabiola tellen.
Maar dit is niet uitzonderlijk volgens historicus Francis Balace. De historicus herinnert eraan dat België al eens eerder twee koningen tegelijkertijd had: Boudewijn en Leopold.
De historicus preciseert dat België vroeger ook al twee koninginnen had, afgezien van Fabiola en Paola. Na de dood van Albert I in 1934 deelde Elisabeth (die in 1965 overleed) de titel met Astrid, de echtgenote van Leopold III, tot Astrid in 1935 omkwam in een verkeersongeval. (Belga/TE)
