Dirk Draulans

‘Wat als een kind moet kiezen tussen oma en de school?’

Dirk Draulans Bioloog en redacteur bij Knack.

Bioloog en Knack-journalist Dirk Draulans ziet met lede ogen hoe niet-wetenschappelijke stemmen steeds luider klinken in het coronadebat. ‘Nu velen zich wijsmaken dat het ergste leed geleden is, lopen de virologen blijkbaar wat in de weg.’

De cijfers van het aantal coronapatiënten dat overlijdt dalen dag na dag. De curve van bezette ziekenhuisbedden is plat. Het ergste lijkt voorbij. De mensen worden onrustig. Ze willen uit hun kot. En ze beginnen zich te roeren. Ze pikken het niet meer.

Vijf weken heeft het geduurd, het grote respect voor de wetenschappers. In den beginne was er de angst, die maakte dat iedereen in zijn kot kroop en stil werd. De virologen waren de nieuwe helden. De verkiezing van de mensen van het jaar 2020 zou kinderspel zijn – de virologen zouden niet geklopt kunnen worden.

Wat als een kind moet kiezen tussen oma en de school?

Maar nu velen zich wijsmaken dat het ergste leed geleden is, lopen de virologen wat in de weg. Plots dringen andere stemmen zich op in het debat – stemmen die zelden met hetzelfde gezag spreken als virologen. Politici laten draftrapporten van experts lekken. Universiteitsrectoren moeten in een schrijven aanmanen om respect te blijven tonen voor het werk van hun wetenschappers.

De dagelijkse cijfers over de coronacrisis die zorgvuldig verzameld worden, komen ineens in de vuurlinie terecht, want ze zouden een te negatief beeld schetsen. Terwijl de conclusie niet anders kan zijn dan dat onze cijfers vooral illustreren dat de sterfte elders onderschat wordt, al was het maar omdat de situatie in de woonzorgcentra er niet mee in de statistieken wordt opgenomen.

Maar nee. Wat een belabberd figuur slaat ons land zo in het buitenland, klonk het. Het toerisme naar Vlaanderen zal in het gedrang komen, liet een Vlaams minister weten. Een beetje navelstaarderij kan op dat niveau geen kwaad. Maar ik ontmoette al veel mensen die amper wisten dat België bestaat. ‘België? Is dat niet de hoofdstad van Europa?’ Of: ‘België – dat is toch de toegangspoort naar Europa?’ Vlaanderen is helemaal een blinde vlek op hun wereldkaart.

Als er één land te lijden zal hebben van een terugval in toerisme (tenzij ramptoerisme) zal het Italië zijn, waaruit wekenlang hallucinante beelden van een in elkaar geklapte gezondheidszorg kwamen die het wereldnieuws beheersten. Beelden die wij in België hebben kunnen vermijden dankzij het doortastend optreden van vooral de wetenschappers en de mensen uit de gezondheidszorg die hun werk – inbegrepen hun telwerk – minstens even goed en misschien zelfs beter doen dan in het buitenland.

Het kan verkeren. Snel verkeren. De babbelboxen van de sociale media doen hun werk. De meninkjesfabrieken draaien weer op volle kracht. Feiten worden als vanouds verdrongen door meningen. Talkshows beginnen wat af te wijken van wat ze wekenlang uitmuntend gedaan hebben: wetenschappers toelaten uit te leggen wat ze aan het doen zijn om de schade te beperken. Het kan aan mij liggen, maar de beste corona-uitzendingen van De Afspraak met de onvolprezen Bart Schols aan het roer waren die waarin geen filosofen of andere meninkjesspuiers waren uitgenodigd. Dan leerde je meer van wat er op de achtergrond speelde en speelt.

Ik zag hoe de Vlaamse rocksterviroloog in zijn truitje-van-de-dag een monkellach niet kon onderdrukken toen hij de vraag kreeg van een filosoof die denkt dat hij de potentie heeft om rocksterfilosoof te worden, waarom kinderen niet bewust met het coronavirus geïnfecteerd worden als het nuttig zou zijn om hun immuniteit te verhogen. Won het debat over corona zo aan diepgang? Was de vraag ‘out of the box denken’, ‘het debat stimuleren’ of gewoon een stommiteit debiteren?

Want hoe ga je aan de bevolking uitleggen dat je de ene groep (de ouderen) hermetisch gaat afsluiten om vooral niet besmet te worden en de andere (de jongeren) bewust gaat infecteren? Hoe ga je aan ouders duidelijk maken dat het nuttig kan zijn dat hun kinderen ingespoten worden met een potentieel dodelijk virus – zelfs vaccinatie (in se het inspuiten van een onschadelijk gemaakt virus) stuit al op weerstand? Hoe ga je het concreet organiseren? Alle scholen mét de leerlingen twee tot drie weken in volledige quarantaine plaatsen tot de kinderen niet meer besmettelijk zijn? Want anders dragen ze hun ingespoten virus vrolijk uit in de rest van de wereld. Wat met de leraars/leraressen? En wat met de juridische aansprakelijkheid als er toch kinderen sterven aan het ingespoten virus, want dat is niet uitgesloten? Allemaal vragen waar de brave filosoof niet aan had gedacht.

Er was ook de schrijfster die op de website van Knack een veel gedeeld opiniestuk pleegde, met heel wat quotes uit gereputeerde media. Het geheel gaf de indruk goed doordacht te zijn en nieuwe vragen te stellen, maar kwam neer op wat Jean-Marie Dedecker eerder al had gedaan: een strategie presenteren die impliceert dat de oudste medeburgers worden opgeofferd.

Mijn goede collega Peter Casteels, de jongste op de redactie van Knack wees er in een reactie terecht al op dat de voornaamste functie van de ophokplicht en andere maatregelen het vermijden van de totale ineenstorting van onze gezondheidszorg was – iets waar de schrijfster niet over repte. Hij zag ook dat de voornaamste uitkomst van haar betoog het vroegtijdig sterven van bejaarden zou zijn. Dat leken veel mensen niet te beseffen.

Een term als ‘gezondheidsdictatuur’ valt natuurlijk goed bij lezers die zenuwachtig worden van te lang in hun kot te moeten zitten. Een sneer naar de zogenaamde obsessie met hoge dodencijfers als strategie om de angst te voeden en de wetenschap te bufferen tegen andere invalshoeken doet het uiteraard uitstekend.

Maar ze dwaalt, en om nog andere redenen dan deze die collega Casteels al opvoerde. De belangrijkste is dat mensen vaak redeneren vanuit het standpunt van de concrete cijfers. Op vrijdag 24 april stond de teller op 6.600 coronadoden in België en 191.000 wereldwijd. Dan wordt er gekeken naar het concept ‘oversterfte’: was de sterfte in de voorbije maand maart hoger dan in maart van vorig jaar (ja) of dan in maart 2018 (nee, want toen woedde er een griepepidemie)? De bescheiden oversterfte toont dat de coronamaatregelen doen wat ze moeten doen: de extra sterfte binnen de perken houden.

Velen maken in deze context echter een grove denkfout. Je moet niet de bestaande cijfers als uitgangspunt hanteren om maatregelen te evalueren, maar wat de cijfers zouden zijn geweest als er géén drastische ingrepen waren gekomen. Het is een beetje koffiedik kijken, maar een wetenschappelijke vuistregel is dat je de cijfers dan met tien moet vermenigvuldigen. Dan hadden we momenteel met 66.000 Belgische en wereldwijd bijna 2 miljoen coronadoden gezeten. Zonder veel zicht op beterschap. Dan had je de mensen niet moeten ophokken, dan waren ze van schrik zelf in hun kot gekropen om er lange tijd niet meer uit te komen. Dat zien nog altijd veel mensen over het hoofd, onder wie ook de schrijfster. Nochtans is dit juist de essentie van wat de wetenschappers aan het doen zijn: een rampscenario vermijden.

Ze had het ook over het feit dat we door het verplicht ophokken van mensen niet solidair zijn met slachtoffers van huishoudelijk geweld, met van eenzaamheid wegkwijnende ouderen, met sociaal geïsoleerde schoolkinderen. Dat is correct. Maar je moet naar het brede plaatje durven kijken. Ook in een normaal functionerende maatschappij vallen er helaas mensen uit de boot. Je kunt nooit maatregelen nemen die iedereen uit de wind zetten, zeker niet in een crisis waar je geen ervaring mee hebt. Daar staat de schrijfster niet bij stil. Ze focust op verliezers en plaatst zich zo als niet-wetenschapper in een wetenschappelijk debat.

Er zijn tieners die het geweldig vinden dat ze van thuis uit naar school kunnen zonder buiten te moeten komen. Er zijn gezinnen die zichzelf herontdekken en gezellig samen koken, poetsen en tijd maken voor elkaar. Er zijn mensen die gaan wandelen en fietsen, en natuur in de onmiddellijke omgeving van hun woonst ontdekken waar ze het bestaan niet van vermoedden. Er zijn, zoals mijn goede collega Ann Peuteman aangaf, bejaarden in een rusthuis die doordat ze van routine moesten veranderen, een nieuwe liefde vinden.

Een vriend-advocaat, gespecialiseerd in echtscheidingen, meldt dat het aantal nieuwe echtscheidingsdossiers zich opstapelt. Hij zal veel werk hebben als justitie zich opnieuw in gang trekt. Je zou daar een positieve noot aan kunnen koppelen: mensen die in deze quarantainecrisis eindelijk beseffen dat hun al lang verziekte relatie geen toekomst meer heeft en onder druk van de omstandigheden de stap zetten die ze al veel eerder hadden moeten zetten. In het beste geval komen ze er versterkt uit.

Ik heb een kleindochter van zes. Dat kind gaat graag naar school. Ze vindt het jammer dat ze nu niet naar school kan. Maar als ik haar vraag wat ze zou doen als ze moest kiezen: snel weer naar school met het risico dat oma vroegtijdig sterft of een tijdje niet naar school zodat oma wat langer kan leven, kiest ze resoluut voor de tweede optie. Het overleven van oma is belangrijker dan haar eigen schoolplezier. En voor de jongeren die vinden dat het niet eerlijk is dat ze een deeltje van hun jeugd moeten opofferen voor het welzijn van wat ouderen: oma’s jeugd en die van veel van haar leeftijdsgenoten is volledig verknald door de Tweede Wereldoorlog.

Oma is 87. Oma is kwetsbaar. In normale omstandigheden ga ik elk weekend bij oma logeren, maar dat durf ik niet meer. Oma vindt het niet zo erg – de veiligheid primeert. Oma gaat geen wezenlijke bijdrage meer leveren aan het welzijn van de maatschappij, tenzij het mee draaiende houden van de zorgindustrie die rond kwetsbare bejaarden is gegroeid. Maar oma houdt nog van het leven, van de kinderen en kleinkinderen, van de tuin, van elke avond om 20 uur op straat voor de gezondheidswerkers te applaudisseren. Voor mij volstaat dat als waardemeter: oma hoort er bij. Daar gaat een opiniestuk van een schrijfster geen afbreuk aan doen.

Ondertussen verslapt de aandacht voor de wetenschappelijke cijfers, hoewel ze relevanter zijn dan ooit, omdat er steeds meer kennis beschikbaar is, waardoor ze betekenisvoller worden. Zo blijkt momenteel slechts 4 procent van de Belgische bevolking weerstand tegen het virus te hebben opgebouwd – dat is elders in de wereld ook zo. Dat betekent dat het virus nog lang niet aan het einde van zijn Latijn is. Internationale virologen waarschuwen er al voor dat we nog opstoten van het virus gaan krijgen, mogelijk meer dan de zogenaamde tweede golf die we in de herfst kunnen verwachten als gevolg van het wat minder strak maken van de quarantainemaatregelen.

Ik kijk al uit naar de essays die zullen verschijnen als de curve weer de hoogte in gaat omdat we de quarantainerol te vroeg hebben gelost. Ik pleit niet per se voor het veel langer in quarantaine houden van mensen, hoewel dat waarschijnlijk wenselijk is als het economisch en psychologisch zou kunnen. Ik meen ook dat maatregelen op maat van bepaalde bevolkingsgroepen de druk her en der wat kunnen verlichten. Maar ik wil er wel voor waarschuwen dat we het virus nog lang niet aan de leiband hebben.

Wie zand gooit in de ogen van mensen die het ophokken beu zijn, countert de geloofwaardigheid van wetenschappers, en zoiets kan de bedoeling niet zijn. Het geeft voeding aan de idee dat je de wereld toch niet door wetenschappers kan laten beheersen. Wel, in feite kan je dat wel. Meer zelfs: momenteel is dat het beste, nog altijd.

Het zijn ook wetenschappers die koortsachtig zoeken naar geneesmiddelen en – vooral – vaccins tegen het coronavirus. Maar zolang die er niet zijn moeten we proberen de impact van het virus binnen de perken te houden. Tenzij we bereid zijn te aanvaarden dat veel oma’s en opa’s, en ook de ongelukkige kinderen en jongvolwassenen die af en toe als onverwacht slachtoffer van het virus vallen, als collateral damage in de sterftecijfers terecht kunnen komen.

Cijfers die dan hoger kunnen liggen dan de getallen waar sommigen vandaag zo lelijk over doen, omdat ze ons toerisme zouden schaden. Ik heb niet het gevoel dat iedereen al door heeft wat voor gevaarlijk ding dat virus eigenlijk is. Wie in zo’n situatie niet verder komt dan het formuleren van een mening, levert geen wezenlijke bijdrage aan het debat leveren. Dat mag, maar het zal onze wereld niet vooruithelpen, zeker niet in deze crisistijd. Daar hebben we wetenschappers voor nodig. En zorgverleners.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content