Wanneer beschouwt men vrouwen als geëmancipeerd?

© iStock

Tinneke Beeckman is filosofe. Voor Knack beantwoordt ze elke week een moeilijke vraag.

Emancipatie betekent dat vrouwen dezelfde politieke en economische rechten hebben als mannen. Maar is dat voldoende? Hoe je als vrouw je persoonlijke leven kunt inrichten, lijkt me even belangrijk. Die publieke en private rechten zijn trouwens met elkaar verbonden: trouwen met wie je wilt, je eigen huis kopen, je eigen job kiezen … Het veronderstelt zowel vrije rechten als een greep op je persoonlijke, zelfs intieme leven. Geëmancipeerd ben je dus als je nergens – thuis, op straat, op het werk – iets moet prijsgeven of iemand moet toelaten wanneer je dat eigenlijk niet wilt.

Vroege feministen onderkenden die nauwe band tussen het publieke, het politieke en het intieme al. Mary Wollstonecraft, bijvoorbeeld, interpelleerde de conservatieve fisosoof Edmund Burke in A vindication of the Rights of Woman (1792). Vlak na de Franse Revolutie schreef ze over politieke rechten en over hoe vrouwen naar zichzelf kijken: naar hun verlangens, hun ingesteldheid, hun overtuigingen.

Volgens Burke zijn mannen en vrouwen van nature ongelijk. Die ongelijkheid verklaart de sociale verschillen. Mannen en vrouwen genereren ook andere gevoelens. Machtige mannen fascineren en schrikken af. Wie de sublieme verschijning van koningen, generaals of priesters aanschouwt, beseft dat zij het leven van anderen in gevaar kunnen brengen. De militair en de soeverein beslissen over oorlog, geweld en doodstraf. De priester incarneert Gods schrikwekkende almacht. Vrouwen oogsten met hun schoonheid andere gevoelens: geen eerbied of ontzag, maar sympathie of liefde. En dat doen ze des te meer naarmate ze kwetsbaarheid uitstralen. Hinken of fluisteren maakt hen aantrekkelijker, meent Burke. Hij verwijst naar de dierenwereld: we bewonderen en vrezen de sublieme, gevaarlijke wolf, terwijl we de mooie, sympathieke hond wel liefhebben, maar zijn naam ook als scheldwoord gebruiken.

Juist hun onmachtige positie stimuleerde vrouwen om oneerlijke trucjes te gebruiken.

Wollstonecraft steigert wanneer ze Burkes teksten leest. Ze herkent de rampzalige vooroordelen van haar tijd. Nee, vrouwen zijn niet van nature minderwaardig. Ze zijn evenmin onredelijke, zuiver sensuele wezens. Het is niet hun lotsbestemming om mannen te behagen. Mannen moeten hun vooroordelen opzij schuiven en vrouwen gelijk behandelen. Wollstonecraft waarschuwt ook haar vrouwelijke tijdgenoten: zij moeten nadenken over hun hele levenspad. Jammer genoeg bereidt hun opvoeding hen alleen voor op het huwelijk: vrouwen leren zich te schikken naar de wensen van hun partner. Dat biedt echter geen zinvol levensproject. Na enkele jaren voelen veel vrouwen zich mislukt, verbitterd, gefrustreerd. Dat ze hun ‘lieflijkheid’ verliezen, waar Burke zo van houdt, heeft niets met een typisch vrouwelijke karakter te maken: ze krijgen geen kansen om hun rede en talenten te ontplooien.

Vrouwen worden ook ten onrechte als wispelturig of listig afgeschilderd. Zij krijgen zo’n reputatie, omdat ze vooral dankzij slinkse charmes nog invloed kunnen verwerven. Juist hun onmachtige positie stimuleert hen om oneerlijke trucjes te gebruiken. Daarvoor betaalt iedereen een prijs: vrouwen verliezen hun zelfrespect, mannen een betrouwbare partner. Daarom hebben ook mannen er belang bij dat vrouwen zich ontwikkelen.

Vrouwen moeten dus hun verantwoordelijkheid opnemen over hun gevoelsleven. En ze mogen hun dwaze, romantische fantasieën over mannen opbergen. Er komt geen heldhaftige prins op een wit paard. Dat hoeft ook niet.

Wollstonecrafts analyse is scherp. Zeker, vrouwen moeten vrij genieten van hun politieke en economische rechten. Maar het is complexer. Ze kunnen er het best over waken dat ze niet op een oneigenlijke manier invloed verwerven, zoals Wollstonecraft het noemt. Geëmancipeerde vrouwen zijn dus graag aantrekkelijk, maar aarzelen niet om lelijk uit de hoek te komen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content