Pieter Timmermans (VBO)

‘Waarom we met de pensioenhervorming back to basics moeten’

Pieter Timmermans (VBO) Gedelegeerd Bestuurder van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO)

Omdat er de voorbije weken heel wat onzekerheid is ontstaan over de noodzaak van pensioenhervormingen, pleit gedelegeerd bestuurder Pieter Timmermans van het VBO ‘voor een ‘back to basics’-verhaal dat uit een achttal pijlers bestaat’.

De voorbije weken is er heel wat onzekerheid ontstaan over bepaalde pensioenmaatregelen en bij uitbreiding over de noodzaak van pensioenhervormingen. Dit is niet goed, noch voor bevolking op actieve leeftijd, noch voor de gepensioneerden zelf, noch voor de aankomende generaties. En ook niet voor de werkgevers, die nog altijd een van de grootste bijdragers van het pensioenstelsel in ons land zijn. Zij financieren het wettelijk pensioen via sociale bijdragen en nemen ook het grootste deel van de financieringslast van de aanvullende pensioenen voor hun rekening. Zonder exhaustief te willen zijn, pleit ik dan ook voor een ‘back to basics’-verhaal dat uit een achttal pijlers bestaat. Hierover moet eerst een consensus groeien vooraleer er concrete uitvoeringsmodaliteiten onderhandeld kunnen worden.

‘Waarom we met de pensioenhervorming back to basics moeten’

Voorstellen om iedereen 1.500 euro pensioen per maand te beloven en het geld hiervoor te gaan halen via belastingverhogingen is al even populistisch als onrealistisch. Pleiten voor status quo op pensioenvlak is de kop in het zand steken en leidt ons met de vergrijzing in het achterhoofd regelrecht naar de onbetaalbaarheid op termijn. Eerst uitzonderingen (zware beroepen) definiëren op een algemeen stelsel dat nog niet gekend is, is onlogisch: iedereen zal nu zekerheid nastreven en dus tot de uitzonderingen willen behoren, zodat de uitzondering de algemene regel wordt en de hervorming helemaal uitgehold wordt.

In de eerste plaats is het evident dat werken ook in pensioentermen meer moet lonen dan niet werken. Het verhaal van de twee vriendinnen uit Henegouwen, waar Virginie als zelfstandige een kleiner pensioen kreeg na een loopbaan van bijna 40 jaar dan Caroline die amper 6 jaar gewerkt had, strookt niet met enige vorm van sociale rechtvaardigheid.

Vervolgens ben ik er ook van overtuigd dat een solide pensioenstelsel bestaat uit een combinatie van drie pijlers: wat je zelf hebt opgebouwd via je loopbaan in het wettelijk pensioen, het aanvullend pensioen en het individueel pensioensparen. Deze drie combineren kapitalisatie en repartitie enerzijds, en collectieve met individuele verantwoordelijkheid anderzijds. Een combinatie van deze drie pijlers is de beste garantie voor een degelijk appeltje voor de dorst, voor een volgehouden betaalbaarheid onafhankelijk van plotse economische schokken.

Ook wordt het tijd om het pensioensysteem met punten in te voeren: in dit systeem werkt men met een referentieloon en een referentieloopbaan, en niet met een eenvormige pensioenleeftijd. Dit moet toelaten om met demografische en economische factoren alsook met de evolutie van de levensverwachting rekening te houden. Eens consensus hierover, kan men beginnen met de definiëring van de uitzonderingen voor bijvoorbeeld zware beroepen. Anders span je de kar voor het paard.

‘De verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar, die te land, ter zee en in de lucht bestreden werd, is niet onredelijk.’

Het is ook merkwaardig dat een derde van de gemiddelde loopbaan uit gelijkgestelde periodes bestaat, waarin men niet aan de sociale zekerheid bijdraagt maar wel van de collectiviteit pensioenrechten ontvangt. Er zijn heel wat goede redenen om dergelijk systeem te behouden. Sommige gebeurtenissen die aanleiding geven tot dergelijke perioden zijn sociaal verantwoord, andere hangen af van persoonlijke keuzes. Men kan al deze rechten op gelijkstellingen best samenbrengen in één korf die over de gehele loopbaan geplafonneerd is.

Op termijn moeten we ook evolueren naar één systeem voor werknemers, zelfstandigen en ambtenaren. De oorspronkelijke bestaansredenen voor deze drie aparte systemen zijn vandaag niet meer aan de orde. Het verschil tussen een top ambtenarenpensioen van 5.000 euro per maand ten opzichte van een zelfstandigenpensioen van minder dan 1.000 euro per maand wordt vandaag niet meer aanvaard. Het hogervermelde pensioen op basis van een puntensysteem moet de transitie naar één stelsel faciliteren.

We zouden het bijna vergeten, maar ook langer werken is onvermijdelijk. De verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar, die te land, ter zee en in de lucht bestreden werd, is niet onredelijk. De gemiddelde Belg treedt op zijn 22e toe tot de arbeidsmarkt. Tel daar de loopbaanvoorwaarde van 45 jaar (die al decennia bestaat) bij op, en je komt aan 67. Langer studeren, langer leven en minder werken gaan niet samen met een hoger pensioen.

Ook de fiscaliteit mag in het debat over de pensioenhervorming niet ontbreken. Het brutopensioen kan bij ons in vergelijking met andere landen voor sommige categorieën laag zijn, maar de fiscale gunstbehandeling kan leiden tot hogere nettopensioenen dan in de buurlanden. Waarom niet denken aan één uniform fiscaal tarief voor alle pensioenbedragen die men ontvangt?

‘In plaats van te kibbelen over een maatregel van 30 miljoen zou men beter debatteren over een pensioenhervorming die u003cemu003efuture proofu003c/emu003e is.’

Tot slot is er mogelijks ook nood aan doelgerichte correcties op het algemeen pensioensysteem. Deze kunnen we realiseren via de welvaartsenveloppe. In plaats van om de twee jaar de beperkte enveloppe zo lineair en zo algemeen mogelijk te verdelen via een kleine verhoging van alle uitkeringen, zou men misschien beter cibleren door de beperkte beschikbare middelen toe te wijzen daar waar de noden het hoogst zijn en waar het terugdringen van mogelijke armoede het grootst is.

De noodzaak van een pensioenhervorming staat buiten kijf en de sociale zekerheid, waarin steeds minder actieven bijdragen voor steeds meer niet-actieven, staat onder druk. Van zodra er duidelijkheid is over de algemene marsrichting inzake pensioenen, zal er vertrouwen ontstaan en zal de concretisering ervan alsook de definiëring van uitzonderingen veel gemakkelijker worden. In plaats van te kibbelen over een maatregel van 30 miljoen zou men beter debatteren over een pensioenhervorming die future proof is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content