Peter Mertens (PVDA)

‘Waarom maken we niet de volledige belastingaangifte van politici publiek?’

Peter Mertens (PVDA) Kamerlid PVDA

Een maximumplafond voor politici, en een nieuwe ‘dienst voor transparantie’ moeten de corruptie en politieke graaicultuur aan banden leggen, zegt Peter Mertens. Mertens pleit voor de ontbinding van dubieuze beleggings-NV’s en stelt stedelijke ‘Burgerbedrijven 3.0’ voor die werken volgens het Zweedse ‘offentlighetsprincipen’.

Een jaar geleden schreef hier ik hier op Knack.be een bijdrage onder de titel: “Maak het vermogen van politici openbaar (al zou een maximumloon ook niet slecht zijn)“. Die opinie werd toen wel massaal gedeeld, maar ze werd door de andere partijvoorzitters weggelachen. Vandaag zitten we middenin een crisis van het politiek bestel. Wat is er veranderd? De mensen pikken het niet meer, en ze hebben groot gelijk. In de buik van de samenleving is er een woede opgeborreld die nauwelijks nog te negeren valt. Om die stroming te begrijpen heb ik een boek geschreven: ‘Graailand, het leven boven onze stand’. Alle elementen van deze politieke crisis worden daarin samengevat.

Het boek staat al zes weken op de eerste plaats in de top 10 van de informatieve non-fictie, maar al van bij de publicatie besloten de machtspartijen om in de tegenaanval te gaan. Het moest niet over de inhoud van het boek gaan, vertelden grootinquisiteurs van de macht, à la Rik Torfs en Gwendolyn Rutten, neen, de PVDA moest zelf aan de schandpaal worden genageld. Er werd opnieuw een blik clichés opengetrokken, Noord-Korea incluis, en over de graaicultuur werd zedig gezwegen. Tot vandaag. Het lijkt wel of carnaval vroeg valt dit jaar. Er is een nationale verkleedpartij bezig in witte ridders die willen doen uitschijnen dat ze nooit iets anders hebben gedaan dan transparantie te eisen en absurde vergoedingen aan banden te leggen.

‘Waarom maken we niet de volledige belastingaangifte van politici publiek?’

Neem nu Siegfried Bracke. Die was er zaterdag als de kippen bij om zijn geveinsde verontwaardiging uit te schreeuwen tegen de “graaicultuur”. “Er zijn ons de laatste tijd toch dingen opgevallen waarover je je vragen kunt stellen. We moeten daarop doorgaan.”, vertelde Bracke doodgemoedereerd, en hij was er zeker van dat “er nog van alles naar boven zou borrelen.” Inderdaad. Vervolgens borrelde zijn eigen rol als commissaris in Publilec naar boven. Want dat was hij, in 2013. Publilec is de moederholding boven de NV Publipart, de constructie die het stedelijk geld belegde in alles wat niet proper is in deze wereld. Een commissaris is iemand die geacht wordt de rekeningen te controleren en te letten op alles waar een ander niét op let. Nu is dat niet zo moeilijk omdat Publilec maar twee participaties heeft, met name in Luminus en in Publipart. De commissaris moet dus niet zo veel controleren. Maar wat vertelde Siegfried Brack zondag zonder blikken of blozen: “ik heb deze week pas voor de eerste keer van Publipart gehoord”. Samengevat: in 2013 moest commissaris Bracke twee participaties controleren. Vandaag beweert hij dat hij nog nooit van één van die twee heeft gehoord. Dat is eigenaardig.

Belgische Kamervoorzitter verdient meer dan Angela Merkel

Verder sprak Bracke het hele week-end over ‘graaicultuur’. Het leek wel of hij mijn boek, Graailand, had gelezen. Maar dat is niet zo. Anders had hij zichzelf kunnen herinneren dat hij zélf de dikst betaalde politicus in ons land is. Als kamervoorzitter trekt hij 305.000 euro per jaar, dat is zelfs meer dan wat Angela Merkel als Bundeskanzlerin verdient. Dat staat op bladzijden 79 van mijn boek. Wat daar niet staat is dat Bracke daarnaast nog heel wat bij scharrelt in Telenet. Hoeveel dat is wil hij niet kwijt. “Telenet is namelijk een privébedrijf en om die reden blijft mijn vergoeding ‘privé'”, zei hij gisteren aan Terzake. Waarom zouden we niet mogen weten wie wat in welk grootbedrijf extra bij schnabbelt? Waarom zouden de belastingaangiften niet publiek kunnen gemaakt worden, zoals in Noorwegen vandaag al het geval is?

Twee fundamentele debatten kruisen elkaar

Terug naar de fond van de zaak. Twee fundamentele debatten kruisen elkaar. Er is een debat over de vergoedingen van publieke verantwoordelijken die steden en gemeenten, provincies, gewesten of het land besturen door een mandaat met de bevolking. Wat is een correct loon voor die verantwoordelijkheid? Hoe zorgen we ervoor dat het transparant wordt? Wat met de graaicultuur om daarnaast nog allerlei extraatjes bij te scharrelen in private raden van bestuur?

En, er is een tweede debat over de organisatie van de publieke dienstverlening in ons land. Want, laten we niet vergeten dat deze puist is opengebarsten doordat met publiek geld belegd werd in dubieuze activiteiten. De NV Publipart bleek te beleggen in chemische wapens, casino’s en oliebedrijven, en multinationals die het niet zo nauw nemen met de mensenrechten. Dat is niet wat er met publiek geld moet gebeuren. We moeten het dus ook hebben over gemeentelijke dienstverlening, en de rol van nieuwe Burgerbedrijven 3.0.

De ‘code van Colau’: een maximumplafond en een dienst voor transparantie

Ten eerste zijn er de vergoedingen. Bijna twee jaar geleden, op 5 maart 2015, hebben we in het parlement een wetsvoorstel ingediend om het vermogen van politici openbaar te maken. Wij stellen voor dat er een maximumplafond komt voor politici. Met name drie keer het mediaan loon in ons land, en dat ligt op 1.950 euro netto. Mediaan, dat wil zeggen dat de helft van de Begische salaristrekkers minder verdient, en dat de helft meer verdient. Een maximumbedrag van 5.850 euro, alles inbegrepen. Met alles bedoelen we: alles. Dus niet alleen publieke mandaten incluis, maar ook (en vooral) de mandaten in de privé incluis. En alle andere extralegale voordelen incluis, zoals belastingaftrek, vervoersonkosten, enzovoort. Dat maximumplafond zou alleen mogen bereikt worden door ministers, niet door lokale schepenen of gewone volksvertegenwoordigers.

‘Waarom is zo’n maximumplafond voor politici belangrijk? Eenvoudig: omdat men anders compleet vervreemd van de bevolking.’

In mijn boek heb ik dat ‘de code van Colau’ genoemd, naar de Spaanse burgemeester Ada Colau van Barcelona. “Ik heb een voorbeeldfunctie”, zo zei ze en ze greep meteen de Spaanse stier bij de horens. Nieuwe politiek, dat betekent een nieuwe ethische code. En dus voerde Colau een zero tolerance voor corruptie in; er komt volledige transparantie. Ze laat contracten van de stad opnieuw doorlichten, ook om te kijken of er niet met sociale dumping wordt gewekt. Er komen strenge boetes voor banken die in beslag genomen huizen laten leegstaan. Het stadsbestuur richt ook een “bureau voor transparantie en goed bestuur” op. Het Oficina para la Transparencia y las Buenas Prácticas telt 56 werknemers die ervoor moeten zorgen dat het beheer van publieke fondsen op een volledig wettelijke manier gebeurt. Een “ethische brievenbus”, buzón ético in het Spaans, staat ter beschikking van ambtenaren en inwoners die misbruiken en corruptie willen aanklagen.

Kandidaat-burgemeester voor Barcelona Ada Colau viert de overwinning.
Kandidaat-burgemeester voor Barcelona Ada Colau viert de overwinning.© AFP

Er komt een nieuwe, strenge ethische code voor alle hoge gezagsdragers en voor de managers van de gemeentelijke bedrijven. De gemeente mag ook niet langer contracten afsluiten met bedrijven die filialen in belastingparadijzen gebruiken. Ook de steden in ons land zouden veel baat hebben bij zo’n ‘dienst voor transparantie’. Dat is dan ook wat wij voorstellen.

Colau maakt een einde aan de draaideur tussen politiek en bedrijfsleven en beperkt ook de herverkiesbaarheid van politici. Die code is voor haar niet alleen een kwestie van woorden, maar ook van daden. Ze heeft beslist haar eigen salaris voortaan met zestig procent te korten. Ze verdient nu 2.200 euro netto per maand, een bedrag waarvoor een aantal politici in ons land niet eens uit hun huis komen. En geloof me, Barcelona is een pak groter dan Antwerpen Gent of Luik. Waarom is zo’n maximumplafond voor politici belangrijk? Eenvoudig: omdat men anders compleet vervreemdt van de bevolking. De tienduizend-euro-politici weten niet wat het betekent dat antibiotica dubbel zo duur wordt, of welke ravages elektriciteitsprijzen en Turteltaksen aanrichten.

Practice what you preach, geen woorden maar daden.

Wij volgen met de PVDA dezelfde ethische code als Colau: onze mandatarissen en kaderleden leven aan een gemiddeld werknemersloon. Neem nu Ruddy Warnier, een van onze twee gekozenen in het Waalse Parlement. Als chauffagist verdiende hij nooit meer dan vijftienhonderd euro per maand. Sinds hij is verkozen, wordt hij overladen met loon. “Alleen al mijn maandelijkse forfaitaire onkostenvergoeding van tweeduizend euro is hoger dan wat ik ooit verdiende”, lacht hij. Met 5.820 euro netto krijgt hij nu bijna vier keer meer dan zijn vorig loon. Ruddy staat erop toch aan een gemiddeld werknemersloon te blijven leven en stort het overige bedrag door naar de partij. Het contrast met zijn collega’s is groot.

‘Wat voor de ene slechts een “vergoeding voor beroepsonkosten” is, is voor de andere een volledig inkomen. De kloof tussen twee manieren van aan politiek doen wordt dan opeens heel aanschouwelijk.’

Wat voor de ene slechts een “vergoeding voor beroepsonkosten” is, is voor de andere een volledig inkomen. De kloof tussen twee manieren van aan politiek doen wordt dan opeens heel aanschouwelijk. Nee, je kan geen geloofwaardigheid opbouwen door links te lullen en rechts te vullen. Alle mandatarissen van de PVDA leven aan een gemiddeld werknemersloon. Dat schommelt rond een kleine 2.000 euro, naargelang leeftijd en familiale situatie. Alle zitpenningen worden rechtstreeks doorgestort naar de partij.

Als wij een cumulverbod tussen politieke en private bestuursmandaten vragen, en een ontluizingsperiode van vijf jaar, dan is het daarom. Wie corruptie aanklaagt, zelfverrijking op de korrel neemt en de hele Davos-consensus wil opheffen, moet sterk in de schoenen staan en zelf onbesproken zijn. Practice what you preach, geen woorden maar daden.

Publigate is slechts het topje van de ijsberg

Ten tweede is er het debat over de publieke dienstverlening in steden en gemeenten. Begin februari was ‘superminister’ Liesbeth Homans er nog gerust in. Publifin was een typisch Waalse zaak, zo verzekerde ze het publiek. “Schandalen zoals in Wallonië kunnen zich niet bij ons voordoen”, vertelde Homans doodleuk in de Zevende Dag. Dat was 5 februari 2017. De Vlaming mocht op zijn twee oren slapen: Graailand was niet meer dan een boek van Peter Mertens. Nog geen tien dagen later heeft Vlaanderen een eigen Publigate-schandaal aan zijn broek. Met graaivergoedingen van 19.000 euro voor schepenen Christophe Peeters (Open VLD) en Tom Balthazar (SP.a). Hoezo, zoiets bestaat niet in Vlaanderen? Publigate is slechts het topje van de ijsberg.

Koen Kennis (N-VA), schepen van Middenstand in Antwerpen
Koen Kennis (N-VA), schepen van Middenstand in Antwerpen© Belga

Intercommunales zijn nochtans aan strenge regels gebonden. Per vergadering mag maximum 205 euro bruto zitpenning worden uitbetaald. Maar, geen wet zonder achterpoortjes. Intercommunales hebben een wirwar van ingewikkelde structuren opgericht, met tientallen, misschien zelfs honderden nv’s en bvba’s. Die intercommunales-die-geen-intercommunales-zijn vallen buiten de wet. Naamloze vennootschappen die als bedoeling hebben om aan elke controle te ontsnappen. ‘Publipart? Nooit van gehoord’, weet je wel. Uit een evaluatierapport van de Vlaamse regering uit 2014 blijkt dat van alle intergemeentelijke structuren nauwelijks nog 15 procent (!) het statuut van een intercommunale heeft – en dus onderhevig aan strenge regels -, de overige 85 procent zijn intergemeentelijke structuren die onder de waterlijn opereren. Publipart is één zo’n grote vis, maar zeker geen uitzondering.

Eén van die andere roofvissen is de superintercommunale Intermixt, een soort koepel boven de energie-intercommunales. Het is Intermixt waar Antwerps N-VA-schepen van Financiën Koen Kennis één van zijn meer lucratieve mandaten bekleedt. Koen Kennis verdient bij Intermixt naar eigen zeggen “een vast bedrag” – of hij nu veel naar de vergadering komt of niet – van 22.000 euro per jaar. Vér boven de pay-grade van het doorsnee bestuurslid van een intercommunale. Wat Intermixt precies doet is geheel onduidelijk, en als je de bestuursdocumenten opvraagt krijg je nougaballen.

‘Heeft Kennis met 40 mandaten nog tijd om schepen te zijn?’

“De toestand is historisch gegroeid en men creeërt een schandaalsfeer over poenschepperij. De mensen zullen maar tevreden zijn wanneer we alles gratis doen.”, zegt Bart De Wever en hij houdt de hand boven super-cumulard Koen Kennis die op zijn eentje veertig (!) mandaten in intercommunales als Eandis, Finea, Publi T, maar ook in Vlaamse instellingen als de Participatie Maatschappij Vlaanderen (PMV) en het VITO combineert. Geen enkele politicus in Vlaanderen bekleedt meer mandaten dan Kennis. Geen idee wanneer Kennis nog tijd heeft om euhm… schepen te zijn, maar met zijn 40 mandaten – waarvan 17 nogal royaal bezoldigd – verdient de Vlaamse cumulkampioen 98.787 euro per jaar. Netto wel te verstaan. “Als mensen er echt voor werken, dan mogen ze er ook iets aan verdienen.”, zegt Bart De Wever in een amechtige poging om het grote graaien als ijver en werklust te verkopen. Maar wat zegt dat dan over al die postbodes, elektriciens, bloemisten, zorgverstrekkers, pijpfitters, leerkrachten, dokwerkers, bedienden, kappers, loodgieters, metaalarbeiders die met een gewoon inkomentje moeten rondkomen? Dat zij niet hard werken?

Privatiseren is de foute oplossing

“We moeten het probleem bij de wortel aanpakken”, zei Gwendolyn Rutten op Radio 1. “Kuis de intercommunales op.” Misschien dat Rutten dan kan beginnen met een grote kuis in haar eigen Open VLD-fractie in Gent? Sp.a-schepen Balthazar had tenminste nog het elementaire fatsoen en de politieke moed om op te stappen, maar intercommunale-kampioen Christophe Peeters, tevens schepen van Financiën van de Stad Gent, blijft arrogant op zijn troon zitten, als een keizer zonder kleren. Het is geen zicht. “Ik heb niets onwettelijks gedaan”, betoogt Peeters. Het zou er nog aan mankeren. Het is niet omdat het wettelijk niet verboden is, dat het ook moreel aanvaardbaar is.

‘Hoe legt de grote vrijheidsstrijdster Gwendolyn Rutten eigenlijk uit dat Christophe Peeters als Publipart-bestuurder via dubieuze beleggingsfondsen investeert in minstens twee wapenbedrijven?’

Hoe legt de grote vrijheidsstrijdster Gwendolyn Rutten eigenlijk uit dat Christophe Peeters als Publipart-bestuurder via dubieuze beleggingsfondsen investeert in minstens twee wapenbedrijven: het Britse Cobham, dat onder meer raketwerpers produceert, en het Duitse Rheinmetall, dat onder meer witte fosfor produceert. Fosforbommen zijn te vergelijken met napalm en worden wereldwijd ingezet als chemisch wapen tegen de burgerbevolking. Het Rode Kruis en mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch eisen daarom een wereldwijd verbod op de fosforbommen. Mevrouw Rutten, iemand thuis?

Natuurlijk zwijgt Gwendolyn Rutten ook over Karel De Gucht, die zijn 125.000 euro per jaar van de Europese Commissie (ook al was hij daar al twee jaar weg) vlotjes combineerde met de jaarlijkse 144.000 euro die hij trekt bij ArcelorMittal en de 25.000 euro van Proximus. 294.000 euro per jaar, dat is wat je kassa-kassa mag noemen. En waarom zwijgt Rutten daarover? Omdat ze de intercommunales wil privatiseren. Dat is de echte agenda van de liberalen. Deze crisis gebruiken om alle publieke dienstverlening te privatiseren.

‘De liberalen willen deze crisis misbruiken om de publieke dienstverlening te privatiseren.’

Dat proces is nu al bezig. Het is precies omdat intercommunales vaak geen publieke diensten meer zijn, maar veel te dicht aanschurken bij multinationals en financiële holdings, dat dat ze besmet geraken door de graaicultuur. Of wat te denken van de vergoedingen die bij het beursgenoteerde Elia uitgekeerd worden, ook aan politici? Geert Versnick (Open VLD), in opspraak geraakt bij het Optima-schandaal, krijgt 51.000 euro per jaar, Philippe Heylen, (CD&V) 44.000 euro. In plaats van beursgenoteerde of private bedrijven die speculeren met stedelijk geld – om de chronische onderfinanciering van steden en gemeenten te compenseren in de hoop op snelle dividendeninkomsten – hebben we een nieuwe financiering van steden en gemeenten nodig. En hebben we ook nieuwe burgerbedrijven nodig die de intergemeentelijke samenwerking regelen over essentiële publieke nutsdiensten: huisvuilophaling, watervoorziening, sociale huisvesting, elektriciteitsvoorziening, streekontwikkeling, noem maar op.

Burgerbedrijven 3.0

De intercommunales van weleer – maatschappijen van openbaar nut, nutsvoorzieningen die zorgden voor water, stroom, verwarming en huisvuilophaling – zijn verworden tot bureaucratische holdings die steeds verder vervreemd zijn van de bevolking en waar zaakjes geregeld worden achter de schermen, in een sfeer van ons kent ons en wie doet ons wat.

Kijk naar Publilec/Publipart. Via Publilec investeren de gemeentes niet alleen publieke middelen in Publipart, maar ook in energiereus EDF Luminus. Onbegrijpelijk. Wat hebben de gemeentes te zoeken in een private energiemultinational die grossiert in kernenergie en steenkoolstroom en van alle energieleveranciers de duurste energieprijzen aanbiedt? Dit heeft niets meer te maken met intercommunales die ten dienste staan van de bevolking. Het zijn dubieuze constructies om belastinggeld door te sluizen naar de privésector.

‘De stad is meer dan een winkelcentrum in open lucht of een toeristische voetgangerszone.’

Al dat soort NV’s zoals Publipart, en andere schimmige beleggingsvennootschappen, moeten opgedoekt worden. Laten we het debat starten over nieuwe burgerbedrijven. Burgerbedrijven 3.0, aangepast aan deze 21ste eeuw. Stadsbedrijven en intergemeentelijke samenwerkingen die publiek zijn, transparant zijn, democratisch zijn, streng worden gecontroleerd en investeren in sociale, duurzame en nuttige dienstverlening. In plaats van te privatiseren stellen we voor om de ingewikkelde intercommunale structuren te vervangen door stedelijke nutsbedrijven op maat van de stad en de mensen. De stad is meer dan een openlucht winkelcentrum of een toeristische voetgangerszone.

Wij willen opnieuw een volwaardige, publieke dienstverlening voor onder meer betaalbaar huisvesting, huisvuilophaling, kinderopvang, onderwijs, watervoorziening en de productie en levering van 100% groene en betaalbare stroom. En dus moeten we de vermarkting van de zorg en de energie, en de verrommeling van onze democratie stoppen. Wij zeggen: focus op wat écht belangrijk is. Wat cruciaal is voor de hele samenleving moet je niet verpatsen aan de vrije markt. Bijvoorbeeld: investeer in betaalbare volkshuisvesting: state-of-the art, innnovatief, ecologisch duurzaam en sociaal.

Het ‘offentlighetsprincipen’ en de actieve democratie van onderuit

In onze visie moeten nieuwe stadsbedrijven en burgerbedrijven 3.0 echte ‘commons’ worden. Van en voor de bevolking, onder rechtstreekse democratische controle. Met een raad van bestuur die niet alleen bestaat uit beroepspolitici, uit gepensioneerde kabinet-cheffen, of uit geroutineerde dealmakers van de machtspartijen. Wij pleiten voor verkozen raden van bestuur, met gemeenteraadsleden, met vertegenwoordigers van gebruikersorganisaties en middenveldorganisaties, en met rechtstreeks verkozen burgers. Zodat alle engagement in de samenleving kan renderen voor die stadsbedrijven: betrokken burgers, specialisten in ethisch beleggen, dossiervreters uit het middenveld, mensen met een passie voor de stad en voor de publieke dienstverlening.

Dat kan ook door spreekrecht te geven aan burgers op de bestuursvergaderingen en burgercomités het recht geven om punten op de agenda te mogen zetten. Dat is actieve democratie, van onderuit. En laten we meteen alles publiek maken. Alle vergaderingen op live-stream. Niets verbergen. De controle van de bevolking zelf organiseren, want ‘zelfregulatie’ dat werk niet, dat schreef ik al eerder op Knack. In Zweden verplicht de wet om alle beslissingen, officiële communicatie en wetgevingsprocessen openbaar te maken. Het vermogen en de verloning van politici is openbaar en – letterlijk – een publiek geheim. De Zweden zijn erg trots op hun offentlighetsprincipen (openbaarheidsprincipe) en hebben er terecht aan vastgehouden ook toen ze bij de Europese Unie toetraden. Vergelijk dat met de huiver in Vlaanderen om de kaarten op tafel te leggen. Wie van de graaicultuur af wil, zal ook van de geheimhoudingscultuur af moeten. Dat geldt zowel voor de verloning van politici, als voor alle democratische besluitvorming. Waar wachten we nog op?

Partner Content