De (s)preekstoel van Knack.be

‘Waarom een onderscheid maken tussen dood van priester en die van Charlie Hebdo-tekenaars?’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

De terroristische moord op de Franse priester Jacques Hamel heeft in de media en de publieke opinie heftige reacties uitgelokt. Ook de Charlie Hebdo-moorden begin 2015 leidden tot grote verontwaardiging. Toch heeft emeritus Koen Verrycken van de Humanistisch-Vrijzinnige Vereniging (HVV) de indruk dat velen vandaag bereid zijn om een onderscheid maken ’tussen de dood van de onschuldige priester en die van de niet zo onschuldige journalisten van Charlie Hebdo’.

De laffe moord op Jacques Hamel (26 juli) heeft, met uitzondering allicht van de sympathisanten van de terroristen in alle gradaties en variaties, iedereen diep geschokt. Een hoogbejaarde man, in het gezelschap van een paar andere bejaarden. Maar vooral ook een priester in zijn kerk, bij de uitoefening van zijn religieuze ambt. Dat laatste maakt voor velen deze moord dubbel verwerpelijk. Is een priester dan niet gewoon een mens, en zijn religieuze bijeenkomsten van een hogere orde dan profane vergaderingen of verzamelingen?

‘Waarom een onderscheid maken tussen dood van priester en die van Charlie Hebdo-tekenaars?’

Dat lijkt tenminste de waardeschaal die door velen bij hun beoordeling van deze misdaad gehanteerd wordt. Nu, dat gelovigen zo denken is begrijpelijk, maar ook niet meer dan dat. Voor de gelegenheid vormden de gelovigen overigens front met elkaar, niet alleen de christenen met de niet-christenen (wat allang triviaal is), maar zelfs de niet-christenen met de christenen (wat iets minder courant is). ‘De religieuze leiders’ werden weer eens op het Élysée ontvangen en er was alom respect voor de religie in het algemeen. Weinig atheïsten of agnostici hebben deze eensgezindheid verstoord. Het eerbetoon aan Jacques Hamel in de Notre-Dame te Parijs op 27 juli, in aanwezigheid van onder meer François Hollande, Manuel Valls, Valéry Giscard d’Estaing en Nicolas Sarkozy, was een prachtig moment van menselijke solidariteit. Daarna echter bracht de atheïst Hollande het idee van de dubbele respectabiliteit van de religie toch in de praktijk. Hij vroeg namelijk een audiëntie bij Paus Franciscus aan, om nogmaals het medeleven van de Franse Republiek met de Katholieke Kerk na de moord op Jacques Hamel tot uitdrukking te brengen.

In veel van wat een politicus doet speelt politieke en electorale berekening mee. Wel heeft Hollande speciaal belang gehecht aan het feit dat Hamel priester was, anders valt het bezoek aan de Paus niet te verklaren. Daarmee bevestigde hij impliciet de prioriteit van de religie in de levensbeschouwelijke rangorde.

Moord op onschuldigen

Interessant is ook de toespraak die de Marokkaanse koning Mohammed VI op 20 augustus hield bij de 63e verjaardag van de Revolutie van de Koning en het Volk, een toespraak die in de media geprezen werd als een oproep tot tolerantie. Naar aanleiding van de terroristische aanslagen zei de koning: “Vanzelfsprekend veroordelen wij krachtig de moord op onschuldigen en zijn wij ervan overtuigd dat de moord op een priester een volgens de goddelijke wet ongeoorloofde daad is, en dat deze moord binnen de muren van een kerk waanzinnig en onvergeeflijk is. Want het is een menselijk wezen en een man van de religie, zelfs al is hij geen moslim (in de officiële Franse tekst: Car c’est un être humain et un homme de religion, quand bien même il n’est pas musulman).” En verder: “Allen, moslims, christenen en joden moeten tegenover de wildgroei van obscurantismen die verspreid worden in naam van de religie gemeenschappelijk front vormen, om het fanatisme, de haat en het zich op zichzelf terugplooien in al hun vormen te dwarsbomen.”

Mohammed VI spreekt over de moord op ‘onschuldigen’, wat toch wel betekent dat hij dit soort moord onderscheidt van de moord op anderen die in zijn ogen niet onschuldig zijn. Hij zegt in zijn toespraak ook niets over tolerantie jegens of respect voor ongelovigen in onze betekenis van het woord, en niets over andere religies dan de drie religies van het Boek.

‘Een dergelijke relativering van de Charlie Hebdo-aanslag is echter gebaseerd op een zeer bedenkelijk principe, namelijk dat gelovigen meer rechten zouden hebben dan ongelovigen.’

Heel anders dan de reacties op de moord op Hamel is intussen, na alle Je suis Charlie-emoties van begin 2015, de manier waarop sommigen nu op de Charlie Hebdo-moorden terugkijken. Velen lijken nu retrospectief wel meer begrip op te kunnen brengen voor deze moorden omdat ze, in tegenstelling tot de moorden in de Hyper Cacher en de aanslagen van de Bataclan, Brussel, Nice en Saint-Étienne-du-Rouvray slachtoffers hebben gemaakt die ‘niet onschuldig’ waren: de journalisten en karikaturisten van Charlie Hebdo hebben het toch zelf gezocht, of niet misschien? Zij hebben de moslims ‘beledigd’,’geprovoceerd’ en ‘respectloos’ behandeld.

Een dergelijke relativering van de Charlie Hebdo-aanslag is echter gebaseerd op een zeer bedenkelijk principe, namelijk dat gelovigen meer rechten zouden hebben dan ongelovigen. Er is in de westerse wereld godsdienstvrijheid, wat betekent dat gelovigen binnen het kader van hun geloof mogen zeggen wat ze willen. Tot zover geen probleem.

Kwetsen en beledigen

Maar veel gelovigen eisen bovendien het recht op om aan de ongelovigen voor te schrijven wat zij mogen zeggen en wat niet. De ongelovige, zo eisen zij, mag de gelovige niet ‘kwetsen’. Zelf mag de ongelovige echter niet gekwetst of beledigd zijn door het geloof van de gelovige. Kortom, heeft de gelovige meer rechten dan de ongelovige en is hij dus een hoger soort mens, die zijn wil aan de ander mag opleggen, ook met de kalasjnikov?

Maar – zo hoort men dan vaak – waarom moeten de ongelovigen toch altijd kritiek geven op het geloof? Het antwoord op deze vraag is dat ongeloof nu eenmaal per definitie kritiek op het geloof is. Ongeloof is niet primair een stellingname ten opzichte van de werkelijkheid zelf, maar wel ten opzichte van het geloof van de gelovigen in verband met die werkelijkheid. De ongelovige reageert vol ongeloof, verwondering en verbazing op een aantal beweringen, geboden en verboden van het geloof.

‘Merkel lijkt de vluchtelingenkwestie veeleer aan te grijpen om het idee van een religieus reveil te bepleiten.’

Op 3 september 2015, enkele dagen na het “Wir schaffen das” van 31 augustus 2015, verklaarde Angela Merkel in de marge van de aanvaarding van haar eredoctoraat aan de universiteit te Bern letterlijk het volgende: ” Wij hebben toch alle kansen en alle vrijheden om ons tot onze religie, voor zover wij haar praktiseren en in haar geloven, te bekennen. En als ik iets mis, dan niet dat ik iemand verwijt dat hij zich tot zijn moslim-geloof bekent, maar laten we dan toch ook de moed hebben om te zeggen dat we christenen zijn, laten we de moed hebben om te zeggen dat wij aan een dialoog beginnen. Laten we dan echter alstublieft ook de traditie hebben om eens opnieuw naar een kerkdienst te gaan of een beetje bijbelvast te zijn, of misschien ook eens een afbeelding in een kerk nog een beetje te kunnen verklaren.”

Merkel spreekt hier – zo mogen we aannemen – niet als christen maar als Bondskanselier. Het ‘wij’ waarover zij het heeft slaat dus op de Duitsers in het algemeen. En die zijn volgens haar christenen, of zouden het méér moeten zijn. Met ongelovigen kan zij blijkbaar niet veel aanvangen. Zij lijkt de vluchtelingenkwestie veeleer aan te grijpen om het idee van een religieus reveil te bepleiten.

En Merkel staat hierin natuurlijk niet alleen. Op 8 november 2015 verdedigde Katrin Göring-Eckardt, fractievoorzitter van de Groenen in de Duitse Bondsdag, op de Synode van de EKD (Evangelische Kirche in Deutschland) te Bremen euforisch de stelling dat de vluchtelingen Duitsland ‘religieuzer, bonter, diverser (vielfältiger) en jonger’ maken. Om mij te beperken tot het predicaat ‘religieuzer’: realiseert men zich eigenlijk wel goed de draagwijdte van wat hier gezegd wordt? Göring-Eckardt wil dus proportioneel ‘minder ongelovigen’.

Waar hebben we dit soort slogans nog gehoord? Ongelovigen mogen van deze ecologiste best weten dat zij niet zo gewenst zijn in haar religieuzere Duitsland en bij uitbreiding Europa. Toch wel een opmerkelijk standpunt, tien maanden na de moord op de ongelovigen van Charlie Hebdo en vijf dagen vóór de aanslag op de Bataclan. Intussen heeft Charlie Hebdo talrijke nieuwe bedreigingen ontvangen.

Koenraad Verrycken is emeritus Wijsbegeerte aan de Universiteit Antwerpen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content