Vrije Tribune

‘Waarom de juiste woordkeuze belangrijk is als het gaat over mensen met psychische kwetsbaarheid’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘Het labelen van de psychisch kwetsbare mens als “zot” is meer dan moreel verwerpelijk, het plaatst iemand ook buiten de samenleving, terwijl inclusie de norm zou moeten zijn’, schrijven Kirsten Catthoor en Jan Van Speybroeck.

Stigmatiserend en denigrerend woordgebruik over personen met een psychische kwetsbaarheid is dagelijkse realiteit. Zondagavond ontving Tom Lenaerts in Kalmte Kan U Redden (één) een kandidaat uit Geel. ‘Van de zotten’, vulde de presentator aan. ‘Ik ben er geen van’, antwoordde de kandidaat wat gegeneerd. Geel is een onderschatte gemeente die wereldberoemd is voor de gezinsverpleging. Ondertussen heeft Lenaerts contact opgenomen met de Vlaamse Vereniging Geestelijke Gezondheid om zich te verontschuldigen. Hij gaf toe dat hij de draagwijdte van zijn woorden heeft onderschat.

‘Waarom de juiste woordkeuze belangrijk is als het gaat over mensen met pscychische kwetstbaarheid’

Een dergelijke uitschuiver op de openbare omroep is een illustratie van hoe mainstream en hardnekkig de negatieve bejegening van personen met een psychische kwetsbaarheid wel is, en hoe belangrijk het is om alert te blijven.

Stereotypes over patiënten met een psychisch probleem zijn aangeleerde, over-vereenvoudigde en vaak negatieve denkbeelden. Zoals gevaarlijke persoonlijkheden die veilig in het instituut opgesloten zitten, of in het beste geval bij families verblijven. Zo is het voor iedereen gemakkelijker om afstand te houden, een neerbuigende bejegening te hanteren, en niet te moeten stilstaan bij eigen zwakheden. Vooroorlogs taalgebruik als “zot” of “dronkaard”, reduceert een persoon bovendien tot één kenmerk. Maar elke mens draagt veel eigenschappen in zich: kwaliteiten én kwetsbaarheden. Het labelen van de psychisch kwetsbare mens als “zot” is meer dan moreel verwerpelijk, het plaatst iemand ook buiten de samenleving, terwijl inclusie de norm zou moeten zijn.

Gelukkig pleit men in de geestelijke gezondheidszorg al decennia voor zorgvuldige en weloverwogen woordkeuzes. Het juiste woord is een uiting van respect en even-waardigheid in contact. Een persoon met een psychische kwetsbaarheid is de meest gebruikte en aanvaarde omschrijving voor iemand met een geestelijk gezondheidsprobleem. De omschrijving houdt geen wij-zij tweedeling in: geen “wij” als gezonde samenleving tegenover “zij” als, welja, de zotten. Op de Facebook-pagina van de Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid, waar de verontwaardiging over dit bepaald fragment in de uitzending groot was, vergeleek iemand het woordgebruik met n*g*r. Mocht iemand zo aangesproken worden, dan zou daar terecht veel commentaar op komen. Dat gebeurt niet wanneer het gaat om mensen met psychische problemen.

‘Iedereen kan in een diepe depressie verzinken.’

Hetzelfde geldt voor het vooroordeel dat iemand die intelligent en hoogopgeleid is, een deelnemer aan een spelprogramma bijvoorbeeld, geen psychisch probleem kan hebben. Een vooroordeel is een mening die niet op wetenschappelijke grond gestoeld is. Iedereen kan immers in een diepe depressie verzinken door het verlies van een familielid, ten prooi vallen aan wanhoop bij een relatiebreuk en zich verliezen in alcoholgebruik of andere roesmiddelen, of werkonbekwaam raken bij een burn-out.

Niemand is daar vrij van. Eén op vier mensen zal een milde tot ernstige psychische kwetsbaarheid ontwikkelen. Intelligentie en opleiding vormen geen bescherming. Verschillende sociale, psychologische en biologische factoren bepalen de mentale weerbaarheid van een individu. De Wereld Gezondheids Organisatie stelt onomwonden dat geestelijke gezondheidsproblemen wereldwijd de voornaamste oorzaak zijn van ziekteverzuim op school en op het werk. Het stigma dat aan psychische problemen hangt, zorgt voor uitstel van een mogelijke behandelvraag en voor een slechtere prognose. Daarom is het belangrijk om alert te blijven, ook in het dagelijks taalgebruik op televisie.

Kirsten Catthoor, wetenschappelijk secretaris van de Vlaamse Vereniging voor Psychiatrie

Jan Van Speybroeck, directeur Vlaamse Vereniging Geestelijke Gezondheid

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content