Vrije Tribune

‘Voor elke inwoner een globaal medisch dossier bij een vaste huisarts : een uitstekend idee’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘In een systeem van gezondheidszorg dat via bijdragen en belastingen grotendeels vanuit de samenleving wordt gefinancierd, kan men niet accepteren dat omwille van “vrijheid” de middelen niet kwaliteitsvol en efficiënt worden gebruikt’, schrijft professor Jan De Maeseneer samen met drie collega’s van de UGent.

De Orde der Artsen vraagt aan Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) om alle patiënten te verplichten een vaste huisarts te kiezen die met hen een Globaal Medisch Dossier (GMD) bijhoudt. Een “Globaal Medisch Dossier” is niets nieuws : het werd in 1990 voorgesteld door Minister Busquin en in 2002 werd het afsluiten van een dergelijk dossier door Minister Frank Vandenbroucke mogelijk gemaakt voor de hele bevolking.

In Vlaanderen heeft momenteel 71% van de bevolking een GMD waardoor de informatie over een patiënt in een huisartsenpraktijk geïntegreerd wordt bijgehouden, de huisarts extra financiële ondersteuning krijgt en de patiënt recht heeft op een verhoogde terugbetaling voor raadplegingen en huisbezoeken in die huisartsenpraktijk.

‘Voor elke inwoner een globaal medisch dossier bij een vaste huisarts : een uitstekend idee’

De Orde der Artsen geeft met dit advies een belangrijk signaal. In een toekomstgerichte gezondheidszorg beperkt de verantwoordelijkheid van artsen zich niet tot de zorg voor individuele patiënten, maar is er ook een verantwoordelijkheid voor de gezondheid van een populatie. Met de recente Eerstelijnsconferentie (februari 2017) gaf Vlaams Minister Vandeurzen een analoog signaal : huisartsen en andere eerstelijnszorgverstrekkers dragen samen de verantwoordelijkheid voor de zorg voor gezondheid van de populatie die woont in een “eerstelijnszone”.

Als alle inwoners een GMD onderschrijven bij een huisarts(praktijk) is het duidelijk wie voor wie verantwoordelijk is en waar een individu in eerste instantie terecht kan wanneer hij/zij geconfronteerd wordt met gezondheidsproblemen. In het Globaal Medisch Dossier wordt niet alleen geregistreerd wat in de huisartspraktijk gebeurt, want het fungeert ook als postvak waarin informatie uit ziekenhuizen, sociale voorzieningen, gespecialiseerde instellingen en dergelijke meer binnenkomt. Deze informatie kan, weliswaar na formele instemming van de patiënt, ook geraadpleegd worden wanneer patiënten b.v. op een huisartsenwachtpost of in een spoedopname terechtkomen, zodat de zorg meteen kan afgestemd worden op de gezondheidstoestand en -geschiedenis van de patiënt.

Minister De Block is geen voorstander van deze verplichting van een vaste huisarts(praktijk). Zij beschouwt dit immers als een inperking van de vrije keuze van de patiënt. Onder vrije keuze verstaat zij dat iedereen op elk moment moet kunnen kiezen bij welke arts hij of zij gaat. Dit leidt echter onvermijdelijk tot versnippering van de informatie, tot nutteloze herhaling van onderzoeken, tot risico op inadequate of conflicterende behandelingen wegens gebrek aan informatie over de medische voorgeschiedenis en tot nutteloos opdrijven van de kosten. In een systeem van gezondheidszorg dat via bijdragen en belastingen grotendeels vanuit de samenleving wordt gefinancierd, kan men niet accepteren dat omwille van “vrijheid” de middelen niet kwaliteitsvol en efficiënt worden gebruikt.

Bovendien is er geen tegenstelling tussen een GMD en “vrije keuze”. Het is immers zo dat men via een eenvoudige procedure van huisarts(praktijk) kan veranderen, hetgeen vandaag dagelijks gebeurt, onder meer wanneer mensen verhuizen. Het GMD wordt dan elektronisch doorgegeven aan de nieuwe huisarts(praktijk) en alle informatie blijft op die manier beschikbaar.

‘De neoliberale ideologie van Minister De Block staat haaks op alle wetenschappelijke inzichten met betrekking tot het garanderen van een toegankelijke, kwaliteitsvolle en sociaal rechtvaardige gezondheidszorg.’

België kreeg vorige week (15 juli) in een rapport in het toonaangevend wetenschappelijk tijdschrift The Lancet op de “Health Care Access and Quality index” (een maat die aangeeft hoe toegankelijkheid en kwaliteit bijdragen tot de resultaten van de zorg) een score van 87,9 op 100. Dit is een mooi resultaat, maar in de rangschikking die verschillende Europese landen classificeert qua efficiëntie behaalt België amper de 12de plaats. Verbetering zal nodig zijn willen we belangrijke uitdagingen zoals de nog steeds prangende sociale gezondheidskloof proberen terug te dringen.

Er is nog een andere belangrijke reden waarom het voorstel van de Orde der Artsen een goed voorstel is. Immers, wanneer iedereen is ingeschreven via een GMD bij een huisarts(praktijk) kan men de betaling van huisartsen meer baseren op de behoeften van de patiëntengroep die door deze zorgverstrekkers worden verzorgd, wat ook aangeraden wordt door de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling). Zeker wanneer de zorg voor chronisch zieken toeneemt, zijn geïntegreerde vormen van betaling (b.v. zowel een forfait per patiënt als een vergoeding per prestatie) volgens de OESO aan te bevelen. België heeft op dit vlak een internationaal bijzonder gewaardeerde ervaring, want de forfaitaire betalingen van wijkgezondheidscentra voor huisartsen, verpleegkundigen en kinesisten wordt internationaal op veel positieve belangstelling onthaald, onder andere door de Wereld Gezondheidsorgansatie.

De neoliberale ideologie van Minister De Block staat haaks op alle wetenschappelijke inzichten met betrekking tot het garanderen van een toegankelijke, kwaliteitsvolle en sociaal rechtvaardige gezondheidszorg. Misschien moeten we het ongelijk van de Minister aantonen door er in de praktijk voor te zorgen dat tegen 2020 alle inwoners kiezen voor een Globaal Medisch Dossier bij een huisartsenpraktijk, zodat we eindelijk een gezondheidszorg kunnen aanbieden waarin iedereen meetelt.

Professor Jan De Maeseneer

Professor An De Sutter

Dr. Pauline Boeckxstaens

Jan-Jakob Delanoye

Vakgroep Huisartsgeneeskunde en Eerstelijnsgezondheidszorg

Universiteit Gent

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content