Wouter De Vriendt (Groen)

‘Vluchtelingenkamp in Duinkerke is een stort: Welterusten mijnheer de president’

Wouter De Vriendt (Groen) Volksvertegenwoordiger (Groen)

‘De Franse overheid blinkt uit in afwezigheid’, schrijft Wouter De Vriendt (Groen) na zijn bezoek aan het vluchtelingenkamp in Duinkerke. Hij schrijft een ‘j’accuse’ naar president Hollande.

Het ligt op een steenworp van ons land. Je neemt de E40 richting Frankrijk. Na De Panne steek je de grens over. Geruisloos, dankzij Schengen. Twintig kilometer verder neem je afrit 56. Enkele rotondes verder zie je aan de linkerkant van de straat een villawijk voor de middenklasse, en aan de rechterkant een tentenkamp voor verschoppelingen. Bestemming bereikt.

Afgelopen zondag bezocht ik het vluchtelingenkamp in Duinkerke. Na een halve dag meehelpen en praten met zoveel mogelijk mensen, deed ik mijn laarzen met modder uit en kroop ik in mijn wagen. Ik reed naar mijn verwarmd en beschut huis in Oostende. Mijn kindjes waren vrolijk, zich niet bewust van alle kansen die ze krijgen. Ik at een warme maaltijd. En later kroop ik in een bed met een matras.

De dagelijkse realiteit voor de mensen die ik zag, is anders. Modder, kou, regen, overleven. Dag in, dag uit. Het kamp is een natte ineengezakte mesthoop voor 3.000 mensen van vlees en bloed, waaronder 300 kinderen en enkele zwangere vrouwen. De meeste zijn op de vlucht voor oorlogsgeweld in Irak of Syrië. Velen hoesten onophoudelijk, zijn ziek en doodvermoeid. Er is een schurftepidemie. Tenten zakken weg in de modder. Overal ligt vuilnis. ’s Nachts krioelt het er van de ratten. Sinds kort zijn er een paar kraantjes met lopend water, maar er zijn niet meer dan een handvol douches en WC’s. Hier en daar liggen menselijke uitwerpselen. Het kamp in Duinkerke is een stort.

‘Vluchtelingenkamp in Duinkerke is een stort: Welterusten mijnheer de president’

Alle hulp komt van vrijwilligers, zonder veel coördinatie. Maar wat voor een vrijwilligers. Opvallend veel gewone Vlamingen, die vaak wekelijks een dag vrije tijd opofferen om mensen in nood te helpen. Menselijkheid. Niet meer of minder. Geen cynisme, maar Vlamingen met een groot hart. Dàt is Vlaanderen. In afwachting van de beloofde bouw van een kamp door Artsen Zonder Grenzen in de buurt, zijn die vrijwilligers de enige hoop voor vluchtelingen.

In het kamp zelf is geen overheid te bespeuren. Geen hulpverlening. Geen aanpak van de mensensmokkelaars, die aan de rand van het kamp zitten. Geen juridische teams, die uitleggen dat het recht op asiel bestaat. Want waarom vragen die vluchtelingen eigenlijk geen asiel in Frankrijk aan?

Er is een mix van verklaringen. Vaak is men niet op de hoogte van de asielprocedures. Het aanbod wordt niet verduidelijkt, mensen hebben geen idee hoe ze aan een asielaanvraag moeten beginnen. Er is veel wantrouwen tegenover de Franse overheid. En mensensmokkelaars pushen de vluchtelingen het Kanaal over, op naar het beloofde land. Wat misschien ook meespeelt, is het feit dat in Europa erkende vluchtelingen niet automatisch toegang krijgen tot Groot-Brittannië.

De overheid blinkt dus uit in afwezigheid. Behalve aan de ingang met slagboom. Daar staat de Franse gendarmerie en worden de hulpgoederen nauwkeurig gecontroleerd. Kledij en voeding mag binnen, maar extra tenten, houten paletten die tenten tegen de modder beschermen of bouwmateriaal niet. Het mag er immers niet te comfortabel worden. Het aanzuigeffect, nietwaar.

Welterusten, mijnheer de president.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content