Vorig jaar zijn er in Vlaanderen 30 nieuwe onshore windturbines bijgekomen, goed voor een vermogen van ongeveer 83 megawatt. Dat is een pak minder dan in 2017, toen er 224 mw aan vermogen werd bijgeplaatst. Vlaams minister van Energie Lydia Peeters blijft echter optimistisch en stelt dat Vlaanderen ‘100 procent op schema’ zit om de doelstellingen te halen.
In het eerste kwartaal van dit jaar kwamen er volgens de minister intussen al 9 nieuwe windturbines bij, waarmee 2019 zich aandient als een beter jaar dan 2018 toen er in dezelfde periode slechts 3 windturbines werden geïnstalleerd.
‘We hebben op dit moment al voor bijna 1.240 megawatt windenergie aan vermogen in Vlaanderen. Door de lange doorlooptijd vraagt elke nieuwe turbine tijd en geduld, maar we stevenen recht op ons doel af’, maakt Peeters zich sterk.
In 2018 werden uiteindelijk 30 nieuwe windturbines geïnstalleerd, goed voor zo’n 83 megawatt. In de provincie Antwerpen ging het om 11 nieuwe turbines of 31 mw. Oost-Vlaanderen volgt met 10 nieuwe windmolens of 27 mw. In totaal staan er daarmee 541 grote windturbines op Vlaamse bodem, goed voor een vermogen van alles samen ongeveer 1.239 mw. Vlaanderen zit zo aan 83 procent van de doelstelling 2020 voor windenergie en heeft nog 251 MW te gaan. Tegen eind volgend jaar streeft de Vlaamse Regering namelijk naar een totaalvermogen van 1.490 mw.
De provincie Limburg scoort met 280 watt het best wat vermogen per inwoner betreft, gevolgd door de provincie Oost-Vlaanderen (279 w), blijkt voorts uit de Energiekaart van het Vlaams Energieagentschap. Antwerpen en West-Vlaanderen hebben in vergelijking heel wat minder vermogen per inwoner opgesteld staan, respectievelijk 178 en 154 watt. Vlaams-Brabant bungelt aan de staart met 56 watt per inwoner.
