Anke Geeraerts

‘Vlaanderen moet zijn natuur beter beschermen tegen stikstof’

Anke Geeraerts Diensthoofd Beleid bij Natuurpunt

‘Stikstof werkt sluipend, als een vergif dat langzaam een heel ecosysteem aantast’, schrijft Anke Geeraerts van Natuurpunt. Ze roept de Vlaamse overheid op om de natuur beter te beschermen tegen de gevaren ervan.

Vlaanderen en Nederland kampen met een heus stikstofprobleem. Er hangt een wolk boven ons land waaruit gif neerdaalt op natuurgebieden. Typische planten zoals hondsviooltje dreigen te verdwijnen en de botten van kleine vogels breken. Wat overblijft is lege, eentonige natuur. Het Europese Hof tikte Nederland op de vingers omdat het de natuur onvoldoende beschermt tegen stikstof. Vlaanderen kan hier belangrijke lessen uit trekken.

Een overdosis stikstof voor de natuur

95% van de heides en veengebieden en 70% van de duinen, loofbossen en zoete waters in Vlaanderen krijgen te veel stikstof over zich heen. In graslanden is 40% overschreden. Oorsprong van dat teveel: landbouw, transport en industrie. De gevolgen van die overdosis zijn niet meteen zichtbaar. Bomen zullen niet meteen omvallen, dieren vallen niet massaal dood en rivieren drogen niet ineens op. De impact is subtieler, maar daarom niet minder gevaarlijk. Stikstof werkt sluipend, als een vergif dat langzaam een heel ecosysteem aantast. Het sloopt de weerbaarheid van bossen, heiden, venen en graslanden. De laatste jaren wordt duidelijk hoe verregaand de gevolgen zijn.

In bossen op arme zandgronden gaat het aantal sperwers achteruit, slakken verdwijnen er door een tekort aan calcium en daarmee ook vogels zoals de zanglijster die slakken eet. En door het stikstofprobleem breken jonge koolmeesjes spontaan hun botten.

Nederland moet natuur beter beschermen tegen stikstof

Nederland wil sinds 2015 het probleem aanpakken via de zogeheten ‘programmatische aanpak stikstof’ (PAS). Dat plan moest ervoor zorgen dat er minder stikstof in de lucht en in de natuur komt. Een computerprogramma berekent hoeveel stikstof er in de lucht zit en nog mag bijkomen zonder de natuur schade te berokkenen. Bij elke vergunningsaanvraag voor een activiteit die stikstof uitstoot, zoals een varkensstal, wordt getoetst aan het computerprogramma of het nog veilig is om die activiteit te vergunnen. Zo hoopte Nederland het stikstofprobleem onder controle te krijgen.

Vlaanderen moet zijn natuur beter beschermen tegen stikstof.

Maar milieuorganisaties laakten van bij het begin deze aanpak. Reden: de aanpak baseert zich op speculaties over de toekomstige hoeveelheid stikstof in de lucht en geeft ontwikkelingsruimte vrij nog voor natuurbeheermaatregelen genomen zijn. De foutenmarges zijn ook immens groot, tot wel 70%.

Sinds 2015 werden dan ook meer dan 200 rechtszaken aangespannen tegen vergunningen die verleend waren onder de Nederlandse PAS. De Nederlandse Raad van State vroeg het Europese Hof van Justitie om raad: is de PAS in lijn met Europese natuurwetgeving? Begin november viel de bom: Het Hof zegt duidelijk dat de natuur via speculatie en toekomstige maatregelen onvoldoende wordt beschermd. Enkel als het absoluut zeker is dat de stikstof geen schade aan natuur brengt, mag een activiteit die stikstof uitstoot vergund worden.

Vlaams plan moet beter

Ook in Vlaanderen wordt er gewerkt aan een programmatische aanpak stikstof. Vlaanderen werkt niet met een centraal aangestuurd softwaresysteem, maar beoordeelt elke vergunning apart. De regels voor vergunningverlening zijn wel aangepast en aan de landbouwsector wordt een extra inspanning gevraagd om de stikstofuitstoot te verminderen. Maar de concrete uitwerking wordt ook hier gebaseerd op modelmatige voorspellingen, die uitgaan van een daling van de stikstofuitstoot in de toekomst. Vraag is of het niet te laat gaat zijn als we merken dat de voorspellingen niet kloppen. De vergunningen zullen namelijk al uitgereikt zijn.

Grenzen herstelbeheer in zicht

De regering maakt zich sterk dat extra natuurbeheermaatregelen de immuniteit van de natuur tegen stikstof kunnen verhogen. Dat klopt voor een stuk: je kan bijvoorbeeld stikstof uit de grond verwijderen door een dik stuk grond af te schrapen en af te voeren. Je kan er ook voor zorgen dat waterstanden verhogen, waardoor er meer bufferend vermogen is.

Maar die maatregelen hebben hun grenzen. Heides of bossen op droge zandgronden kan je bijvoorbeeld moeilijk onder water gaan zetten. Je kan één keer een grondlaag verwijderen, maar ook geen tien keer.

Een muur die is ingestort door een storm kan je een paar keer opnieuw opbouwen, maar je hebt steeds minder cement. En daardoor zal de muur steeds iets minder stevig staan. Zo is het ook met herstel van natuur. Het is een lapmiddel dat vroeg of laat op zijn limieten botst.

Intussen is het duidelijk dat zonder daling in stikstofuitstoot grote zones natuur ( vnl op de meest verzuringsgevoelige bodems) achteruitgang onvermijdelijk is. Ook al smijt je er ettelijke miljoenen euro’s voor natuurherstel tegenaan.

Samenwerken met natuur

Voor ons is het dus duidelijk: de stikstofuitstoot moet absoluut naar beneden. Het probleem aanpakken bij de bron.

Vlaanderen kiest er momenteel voor om het gezond maken van onze natuur nog even uit te stellen, zodat er nog uitbreidingen kunnen komen van landbouwbedrijven, meer wegen kunnen aangelegd worden en de industrie kan groeien. De natuur heeft deze marges niet meer.

Het lijkt wel alsof economie en natuur lijnrecht tegenover elkaar staan. En toch hoeft dat niet zo te zijn. In natuurinclusieve landbouw gaat voedselproductie samen met natuur binnen de grenzen van onze planeet en het gaat dan niet alleen over biolandbouw. Door werk te maken van grote, verbonden natuurgebieden kunnen natuurlijke processen hun gang gaan, terwijl ze zorgen voor een buffering tegen invloeden van buitenaf. En met een duurzaam mobiliteitsverhaal boeken we niet alleen winst voor onze eigen longen, maar ook voor de longen van onze planeet: de natuur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content