‘Vlaamse schuld dreigt binnen vijf jaar op te lopen tot 5,3 miljard’

Liesbeth Homans, de voorlopige minister-president van de Vlaamse regering.

De komende Vlaamse regering staat voor ‘aanzienlijke uitdagingen’ om de begroting structureel in evenwicht te houden. Dat zegt de Serv, het overlegorgaan van werkgevers en vakbonden. Oosterweel weegt op die begroting.

De Vlaamse administratie waarschuwde vlak na de parlementsverkiezingen van 26 mei al dat de nieuwe regering op zoek moet naar 600 miljoen euro om de begroting in evenwicht te houden. De Serv, het overleg­orgaan van de Vlaamse werkgevers en vakbonden, doet er nu nog een schep bovenop en wijst op de gevolgen voor de Vlaamse schuld bij ongewijzigd beleid. Dat schrijven De Standaard en De Tijd.

In het tekort van 600 miljoen zijn de uitgaven voor de Oosterweelverbinding niet opgenomen. De Serv doet dat wel en komt uit op een tekort tot 1,15 miljard euro in 2020, dat de jaren daarna zal terugkomen en zal wegen op de schuld. Dit jaar zou het tekort groeien van 133 naar 216 miljoen euro.

Bovendrempel in zicht

Volgens de Serv wachten daardoor “aanzienlijke uitdagingen” om de Vlaamse begroting structureel in evenwicht te houden. Vlaanderen dreigt tegen 2024 ook 5,3 miljard euro bijkomende schuld op te bouwen, waarvan 3,1 miljard als gevolg van de bouwkosten van de Oosterweelverbinding. De schuldratio zou daarmee stijgen van 46,3 procent in 2019 naar 58,3 procent in 2024.

De bovendrempel voor de Vlaamse schuld, vastgelegd op 65 procent van de ontvangsten, komt stilaan in zicht. De Vlaamse schuld schuift op naar de limieten, waarschuwen de sociale partners. De Serv vraagt dat de komende Vlaamse regering “een prioriteit maakt van haar schuldbeleid en onderzoekt hoe een minder uitgesproken groei van de Vlaamse schuld mogelijk is”.

Verdere investeringen zijn volgens de Serv hoe dan ook nodig. Uit een vergelijking van de investeringen met de buurlanden blijkt dat België tussen tien en vijftien procent minder investeringen doet dan het gemiddelde van de buurlanden. Vlaanderen zit naar schatting vijf procent hoger dan het Belgische gemiddelde, maar haalt daarmee de investerings­inspanning van de buurlanden nog altijd niet.

In een reactie benadrukt sp.a-fractieleider Conner Rousseau dat het vooropgestelde tekort geen reden mag zijn om broodnodige investeringen in welzijn, onderwijs en mobiliteit niet door te voeren. “Het wegwerken van de wachtlijsten in de zorg, de invoering van de maximumfactuur in het secundair onderwijs, drastische investeringen in openbaar vervoer zullen en een ambitieus klimaatbeleid zullen belangrijke werven zijn voor de komende legislatuur”, luidt het.

Partner Content