Een derde van de opbrengsten uit verkeersboetes gaat naar verkeersveiligheid, de rest verdwijnt in de staatskas. Veiligheid verdient beter, vinden experts.
Dat blijkt uit cijfers die Sabien Lahaye-Battheu (Open VLD) opvroeg bij staatssecretaris voor Mobiliteit Melchior Wathelet (cdH), zo schrijven De Morgen en Het Laatste Nieuws donderdag.
Flitsmarathon
In 2012 werd er voor 370 miljoen euro aan verkeersboetes geïnd. In 2013 vloeide 38 procent daarvan naar het Verkeersveiligheidsfonds. Rekening houdend met het geld dat op het einde van het jaar in het fonds achterbleef, is dat maar 31 procent.
Volgens Lahaye-Battheu zou elke boete integraal naar het fonds moeten vloeien, al beseft ze dat dat in budgettair moeilijke tijden niet evident is. “De link tussen een verkeersboete en het beoogde doel is veel te klein. Wie een boete krijgt, moet weten waarvoor die wordt gebruikt”, zegt Lahaye-Battheu. “Als de politie daar duidelijker over communiceert, zou het draagvlak voor acties als de flitsmarathon overigens veel groter zijn.”
Respect
Ook automobielorganisatie Touring eist dat de opbrengsten uit verkeersboetes integraal naar de veiligheid gaan. “Zo dwing je meer respect af bij de automobilist”, aldus woordvoerder Danny Smagghe.
Mobiliteitsexpert Johan Demol (UGent) vindt dat een nieuwe verdeling nodig is. “Nu krijgen lokale politiezones te weinig om te investeren in verkeersveiligheid”, zegt hij. Er is bovendien te weinig controle op de manier waarop de middelen uit het Verkeersveiligheidsfonds worden besteed.
Staatssecretaris Wathelet begrijpt de kritiek. “Ook ik vind dat een boete moet bijdragen tot meer veiligheid. Het is niet de bedoeling dat het geld zomaar naar de staatskas vloeit.”
