Hendrik Vuye & Veerle Wouters

‘Verdragen de koninklijke dotaties het zonlicht niet?’

Hendrik Vuye & Veerle Wouters Hoogleraar (UNamur) en lector (Hogeschool PXL), voormalige V-Kamerleden

Hoe zit het nu met de parlementaire controle op de dotaties aan leden van de koninklijke familie? Dat controlerecht is in de feiten onbestaande, stellen N-VA-Kamerleden Veerle Wouters en Hendrik Vuye, co-voorzitters van Objectief V, Studiecentrum confederalisme.

In november 2013 heeft de regering-Di Rupo een nieuwe regeling ingevoerd voor de dotaties aan de leden van de koninklijke familie. Voortaan worden de dotaties opgedeeld in een ‘bezoldigingsbestanddeel’ en een ‘deel werking en personeel’. De bestedingen ten laste van het deel werking en personeel worden gecontroleerd door de eerste voorzitter en de voorzitter van het Rekenhof. Transparantie en controle zijn de nieuwe ordewoorden. Maar wat blijkt in de praktijk. Er is nul transparantie en nul controle.

Nochtans gaat het om overheidsgeld en zelfs om aanzienlijke sommen. In de begroting 2016 staan volgende bedragen ingeschreven, die bovendien worden geïndexeerd in de loop van dit jaar:

Dotatie Albert II

Bezoldiging : 173.000 euro

Werking : 733.000 euro

Totaal : 906.000 euro

Dotatie Astrid

Bezoldiging 87.000

Werking 228.000

Totaal 315.000

Dotatie Laurent

Bezoldiging 87.000

Werking 215.000

Totaal: 302.000

Schone schijn bedriegt

De nieuwe regeling treedt in werking op 1 januari 2014. Het verslag van de eerste voorzitter en de voorzitter van het Rekenhof voor het jaar 2014 ontvangen de kamerleden pas in oktober 2015. Het verslag voor het jaar 2015 hebben de parlementsleden net ontvangen. We zijn nu juli 2016. Deze verslagen zijn nog steeds niet besproken in de kamercommissie voor comptabiliteit. Parlementaire controle is blijkbaar overbodig.

Het valt op dat de controle uitgeoefend door de eerste voorzitter en de voorzitter van het Rekenhof bijzonder summier is. De verslagen over Albert II, Astrid en Laurent, beslaan één A4’tje. De motivering is nagenoeg identiek. Dit maakt een parlementaire controle onmogelijk.

‘Verdragen de koninklijke dotaties het zonlicht niet?’

De stukken die aan de basis liggen van dit bondige verslag ontvangen de kamerleden niet. Ook hier kunnen ze geen enkele controle uitoefenen.

Het intern reglement van het Rekenhof bepaalt echter dat kamerleden het recht hebben voor elk dossier dat het Rekenhof opent om “de briefwisseling, de budgettaire en financiële gegevens, alsook de boekhoudkundige stukken persoonlijk te raadplegen”. Zo staat het er, letterlijk.

Op grond van deze bepaling vragen we op 14 juni bij brief inzage in het dossier. Dit wordt geweigerd bij brief van 29 juni. Het Rekenhof antwoordt: “Het recht op inzage zoals geregeld door artikel 33 van het reglement van orde van het Rekenhof, moet betrekking hebben op een aangelegenheid die behoort tot de wettelijk bevoegdheid van het Rekenhof. Evenwel heeft de wet uitsluitend de eerste voorzitter en de voorzitter belast met de controle van de betreffende dotaties, en niet het Rekenhof als instelling. Bijgevolg kan het Rekenhof niet ingaan op uw vraag”. Parlementaire controle is dus weer onmogelijk.

Vierde macht weet meer dan de eerste macht

Journalisten weten meer dan kamerleden. Zo titelt Het Nieuwsblad op 31 oktober 2015: “Royale onkosten: skireis en boodschappen bij Colruyt”. Blijkt dat Laurent creatief is omgesprongen met zijn verplichtingen. Laurent verhaalt een skireis, het schoolgeld van zijn kinderen en aankopen bij de Colruyt op de belastingbetaler.

‘Het parlement, de plaats waar het hart van de democratie klopt. Wie gelooft dat nog?’

Deze gegevens staan niet in het verslag dat de eerste voorzitter en de voorzitter van het Rekenhof aan de kamerleden hebben bezorgd. In dat verslag staat alleen: “De gecontroleerde uitgaven omvatten de huishoudelijke kosten, alsook uitgaven in verband met de vrijetijdsbesteding, de opvoeding en het onderwijs van de prinsen … Op grond van ons professioneel oordeel gebaseerd op de criteria die gebruikelijk ten grondslag liggen aan de auditoordelen van het Rekenhof bij de controle van overheidsadministraties, zouden die uitgaven niet als werkingskosten kunnen worden beschouwd”.

In januari 2016 lezen we in de pers dat prins Laurent 16.000 euro terugbetaalt aan de Belgische staat. Ook dit is aan de kamerleden niet meegedeeld. Ook hier weten journalisten meer dan kamerleden. Het parlement, de plaats waar het hart van de democratie klopt. Wie gelooft dat nog?

Armzalig parlementair controlerecht

Nu krijgen Kamerleden zelfs geen toegang tot het dossier ingediend om de uitgaven van de dotaties te controleren. Of het verhaal van de bonnetjes van de Colruyt nu al dan niet juist is, mogen we blijkbaar niet weten. Of de rekeningen kloppen, dat mogen we ook niet weten.

Of het bedrag geboekt voor ‘werking en personeel’ nu al dan niet volledig wordt opgebruikt, dat weten we al evenmin. Toch is deze vraag niet zonder belang. Op een parlementaire vraag van antwoordt eerste minister Charles Michel: “De tekst van de wet voorziet niet in de toewijzing van een eventueel jaarlijks overschot“. Of er een overschot is, dat weten we niet. Wat er met dat overschot gebeurt, is onduidelijk. Blijkbaar kunnen Albert II, Astrid en Laurent vrij beschikken over het overschot. Dit kan toch niet? Het gaat hier om overheidsgeld.

Nederlands voorbeeld

Wat een verschil met Nederland. Aldaar analyseert de Rekenkamer jaarlijks de uitgaven van de ‘uitkeringen’ die de leden van het koninklijk huis ontvangen. Geen Belgisch A4’tje, maar een gedetailleerde analyse. De minister-president maakt dit verslag over aan de Eerste en Tweede Kamer. Beide kamers moeten de rekeningen goedkeuren en kwijting verlenen. Waarom kan dat niet in België? Wat verdraagt hier het zonlicht niet?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content