Volgens André Vandoren, de baas van het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse (OCAD), was de aanslag op het Joods Museum in Brussel niet het werk van een ‘lone wolf’: een terrorist die alles op zijn eentje doet.
Zeventig Syriëstrijders zijn op dit moment al teruggekeerd naar België, onder wie er vijftig intensief opgevolgd moeten worden wegens gerechtelijke antecedenten of omdat ze op zijn minst gekend zijn bij de veiligheidsdiensten. Dat schrijft De Tijd.
De cijfers werden achter gesloten deuren door de veiligheidsdiensten gecommuniceerd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie, zo vernam de krant. De 29-jarige Franse verdachte voor de aanslag op het Joods museum in Brussel, Mehdi Nemmouche, is een teruggekeerde Syriëstrijder. Volgens topman André Vandoren van het Coördinatieorgaan voor de Dreigingsanalyse (OCAD) is de man niet gekend bij de Belgische veiligheidsdiensten, althans niet onder de identiteit die hij had bij zijn aanhouding.
‘Lone wolf’
“Onze speurders hebben wel altijd gewerkt op de hypothese dat de dader een Syriëstrijder kon zijn.”
Opmerkelijk is dat Vandoren vermoedt dat Nemmouche niet alleen handelde.”We moeten het gerechtelijk onderzoek afwachten, maar dit was in mijn ogen niet het werk van een ‘lone wolf’: een terrorist die alles op z’n eentje doet. Hij reisde naar Syrië en andere landen. Het onderzoek moet zijn volledig parcours in kaart brengen. Hoe is hij opgeleid? Hoe kon hij na de aanslag nog dagenlang onder de rader blijven?”, zegt Vandoren. (Belga/AVE)
