Van der Maelen viseert liberaal ‘blauw netwerk’ in alternatief Kazachgate-rapport

Dirk Van der Maelen © Belga

Dirk Van der Maelen (sp.a), voorzitter van de onderzoekscommissie Kazachgate, blijft uithalen naar de rol van de MR in het dossier. ‘Er is een blauw netwerk bezig geweest in België rond de wet op de verruimde minnelijke schikking en de regeling rond de drie Kazachen’, stelde Van der Maelen op een persconferentie. Hij vindt ook dat CD&V alles in het werk heeft gesteld om de rol van de diamantlobby te minimaliseren.

Dirk Van der Maelen (SP.A), die de onderzoekscommissie Kazachgate voorzit, heeft een alternatief eindrapport uitgewerkt over de werkzaamheden van de onderzoekscommissie, uit onvrede met het rapport dat door de meerderheid werd goedgekeurd. De oppositie stemde tegen omdat volgens hen de meerderheidspartijen hun politieke verantwoordelijkheid niet willen erkennen. ‘We hebben een paar heel sterke vaststellingen gemaakt. Maar spijtig genoeg hebben we op het einde moeten vaststellen dat de meerderheidspartijen N-VA, CD&V, MR en Open Vld een reeks belangrijke vaststellingen onder de mat hebben geveegd. Wat baten kaars en bril als de uil niet zien en wil?’

We hebben vanuit de diamantsector een impressionante lobbymachine gezien. Dat noemt men normaal.

De onderzoekscommissie moest nagaan of er ongeoorloofde inmenging is geweest bij de manier waarop de wet op de verruimde minnelijke schikking in 2011 groen licht kreeg in het parlement, maar ook bij de latere toepassing door Justitie. Die vermeende inmenging zou er zijn gekomen om de gerechtelijke problemen van miljardairs Patokh Chodiev, Alijan Ibragimov en Alexander Maskevitsj – ook wel het Kazachse trio genoemd – in ons land te regelen.

Van der Maelen is ‘zeer ontgoocheld’ over de vaststelling, officieel goedgekeurd door de meerderheid, dat het wetgevend proces de normale manier van werken heeft gevolgd en dat er geen ongeoorloofde druk is geweest. ‘We hebben vanuit de diamantsector een impressionante lobbymachine gezien. Van bij de start in 2008 tot aan het einde waren lobbyisten van de diamantsector bezig met het bewerken van politici om zo’n wet te krijgen. Dat noemt men normaal’, aldus de Vlaamse socialist.

Hij verwijst ook naar de werkgroep die kringen binnen het Elysée in Parijs hadden opgericht om de problemen van het Kazachse trio in ons land op te lossen. De Franse diplomatie had vanuit Astana het signaal gekregen dat zo’n oplossing een helikopterdeal met Kazachstan zou helpen smeren.

‘Is het normaal dat de secretaris-generaal van de Franse president opdracht geeft een advocatenteam samen te stellen om in België te ijveren voor een oplossing voor de problemen van drie miljardairs? En dat de oud-voorzitter van de Senaat (Armand De Decker, nvdr.) deel gaat uitmaken van dat team? En dat hij bij de minister van Justitie, op diens kabinet, en bij het parket van Brussel langsgaat? En dat hij erin slaagt in sneltempo een minnelijke schikking te krijgen, waarop dan enkele dagen later het helikoptercontract wordt getekend?’, somt Van der Maelen op.

Hij meent dat er wel een ‘smoking gun’ bestaat over het lobbywerk van de diamantsector. Hij verwijst daarbij naar de contacten die er zijn geweest met CD&V in de aanloop naar de wet. Ook wijst hij erop dat professoren Raf Verstraeten en Axel Haelterman steevast hun tussenkomsten aanrekenden bij de diamantsector, ook toen zij als ‘deskundigen’ in de Senaat toelichting bij de wet kwamen geven.

Wat was de rol van Didier Reynders?

Over de Franse piste en de rol van de MR heeft Van der Maelen naar eigen zeggen geen smoking gun, maar wel veel aanwijzingen. ‘Hier is een blauw netwerk aan het werk geweest om de Kazachen van hun juridische problemen af te helpen en zelfs rond de totstandkoming van de wet’. Hij benadrukt dat de MR de eerste partij was die in de ‘cruciale fase’ eind 2010 voordat de wet het levenslicht zag, de verruimde minnelijke schikking heeft gekoppeld aan de versoepeling van het bankgeheim.

Van der Maelen kijkt ook naar de rol van vicepremier Didier Reynders. Die zou zijn kabinetschef de opdracht hebben gegeven die piste te volgen. Daarvoor verwijst Van der Maelen onder meer naar een ontmoeting die Reynders indertijd had met Catherine Degoul, die aan het hoofd stond van het advocatenteam, in aanwezigheid van Armand De Decker. Reynders verklaarde in de commissie dat die ontmoeting handelde over Jean-Pierre Bemba, en niet over het Kazachse trio.

Wat Van der Maelen tegen de borst stoot, is dat de meerderheidspartijen niet willen ingaan op de piste om het kader van de Greco – een samenwerkingsverband binnen de Raad van Europa – tegen beïnvloeding van lobbyisten in het eindrapport te integreren. ‘Dan val je toch van je stoel. Dan nog geeft de kaars onvoldoende licht’.

Partner Content