Ludo Bekkers

Van Broodthaers tot Braeckman: ‘Een doctoraatsscriptie is geen tentoonstelling’

Ludo Bekkers Kunst- en fotografierecensent

De tentoonstelling ‘Van Broodthaers tot Braeckman’ in het M HKA roept veel vragen op, schrijft recensent Ludo Bekkers. ‘Een doctoraatsscriptie is wat anders dan een tentoonstelling, zelfs als die eerste beeldende kunst of fotografie als onderwerp heeft.’

In het M HKA heeft men die gok gewaagd en het heeft geleid tot een gedeeltelijke mislukking. Kunsgfhistorica Liesbeth Decan schreef voor haar doctoraatsonderzoek aan de K.U.Leuven een studie met als onderwerp “Conceptual, Surrealist, Pictorial, Photobased Art in Belgium (1960s – early 1990s). Wat wil zeggen dat het gaat om het gebruik van fotografie in de realisatie van allerlei andere beeldende kunstvormen.

Daar ligt nu net het fundamentele probleem bij deze tentoonstelling die in zoverre toch interessant is omdat ze, nu al, historische facetten in de na-oorlogse picturale kunst in België heroproept. Maar anderzijds hebben de curatoren nagelaten om de foto’s, die fundamenteel deel uitmaakten van een totaalconcept, te contextualiseren en ze nu als aparte elementen te presenteren. We kijken dus niet naar een fototentoonstelling maar naar foto’s die kunstenaars gebruikten als onderdeel van projecten die in de onderzochte periode actueel waren.

Even concretiseren met voorbeelden. De cynische Marcel Broodthaers (1924-1976) die balanceerde tussen surrealisme en conceptuele kunst gebruikte fotografie, net zoals film om de kunst op haar kop te zetten en te relativeren. Zo heeft hij bijvoorbeeld twaalf kleurenfoto’s laten maken van diverse groenten, een vis en andere victualiën, netjes ingelijst tot een ensemble met als titel “La soupe de Daguerre”, een heerlijke persiflage op de fotografie en haar uitvinder. Er is een periode geweest dat Jef Geys (1934) inventarissen opstelde en daarbij als een bezetene fotografeerde om die resultaten als een volwaardig kunstwerk te presenteren. De reeks zwart-witfoto’s van dagelijkse gebeurtenissen die hij maakte tot 1998 (het zijn er honderden) heeft hij gebundeld in boeken en velen ervan hangen ook aan de muur. Er zijn ook nog foto’s en documenten rond het wielerleven in de Kempen. Jacques Charliers oeuvre bestaat ook hoofdzakelijk uit foto’s zoals die uit de jaren dat hij werkte bij de Service Technique Provincial in Luik en die hij bedacht als een conceptueel kunstwerk. Een ander hilarisch werk van hem is een enorm aantal (meer dan driehonderd) foto’s genomen op vernissages van tentoonstellingen. Daarmee wilde hij aantonen dat een vernissage dient om elkaar te ontmoeten en niet voor de kunstwerken an sich. Het is de rand rond het dagelijks leven dat een aantal kunstenaars toen fascineerde en dat ze, middels de fotografie, tot een kunstwerk promoveerden.

Foto’s volstaan niet

In de latere periode vinden we bij de Vlamingen Danny Matthijs of Philippe Van Snick fotomateriaal dat slechts occasioneel deel uitmaakte van hun sterk conceptueel gedacht werk. Ook Lily Dujourie liet zich als een levende liggende sculptuur fotograferen of op video vastleggen en ook haar tijdsgenoot Jan Vercruysse liet, op een bepaald moment de fotografie toe in zijn cerebraal oeuvre. In beide gevallen was fotografie het enige middel om een performance vast te houden maar was nooit bedoeld als zelfstandige fotografie. Totaal anders was het werk van Ria Pacquée die zich omtoverde tot diverse personages die zich in het openbaar vertoonden. Ze liet zich fotograferen en dat was het kunstwerk. Ook Liliane Vertessen liet zich ook op foto vastleggen in vaak provocerende houdingen en ze behandelde later die foto’s met acrylverf of neonlicht.

Wie als echte fotograaf opduikt is Dirk Braeckman met twee vroege zelfportretten en enkele andere meer monumentale werken. Wie het verband ziet met het thema van de tentoonstelling mag het eens komen uitleggen en graag zelfs.

Slotsom : al is het op zich geen oninteressante tentoonstelling, toch roept ze veel vragen op. De foto’s alleen bekijken volstaat niet om het oeuvre van de diverse deelnemers te situeren. Er is totaal geen context te zien en daarin hebben de getoonde foto’s wel een rol maar niet uitsluitend. En dat is een minpunt.

Tentoonstelling : “Van Broodthaers tot Braeckman, Fotografie in de beeldende kunst in België”. Antwerpen M HKA, nog tot 5 februari 2017.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content