Vader verongelukte jongen Zonhoven: ‘Voor jonge delinquenten is enkelband soms statussymbool’

Vanochtend is er afscheid genomen van de vier laatste slachtoffers van het verkeersongeval vorig weekend op de E314 in Zonhoven. Voor drie jongeren; Ilkay (15), Mitch (23) en Freya (16), werd er samen een dienst gehouden. Voor Matthias was er een aparte dienst. © BELGA
Simon Demeulemeester

De vader van een van de jongeren die omkwamen in het auto-ongeval in Zonhoven vraagt in een open brief aan politici om dragers van enkelbanden, zoals de chauffeur van de wagen, strakker te begeleiden. ‘Mijn ervaring leert dat veel van deze jonge delinquenten elektronisch toezicht niet als een straf beschouwen.’

De vader van een van de jongeren die omkwamen in het auto-ongeval in Zonhoven vraagt in een open brief aan Vlaamse politici om dragers van enkelbanden, zoals de chauffeur van de wagen, strakker te begeleiden. ‘Mijn ervaring leert dat veel van deze jonge delinquenten elektronisch toezicht niet als een straf beschouwen.’

In een open brief die integraal in Het Belang van Limburg staat en gericht is aan de voorzitters van de Vlaamse politieke partijen vraagt Roger Seys een breed debat over ‘de problematiek van strafkwijtschelding door celstraffen om te zetten in enige maanden ‘enkelband”. Seys is de vader van een van de jongeren die omkwamen in het auto-ongeval in Zonhoven. Bij dat ongeval lieten vier jongens en drie meisjes tussen 15 en 23 jaar het leven.

In zijn brief vestigt de man de aandacht op de ‘achterliggende sociale omstandigheden die zonder twijfel meespeelden bij dit tragische ongeval’: de kwijtschelding van celstraffen door het inzetten van de enkelband. Probleem volgens de man: dat gaat ‘zonder strikte omkadering of begeleiding’.

‘De enkelband als statussymbool’

‘Naar mijn mening is dit, zeker bij drugdelicten en geweldplegingen, geen ideale oplossing. Mijn ervaring leert me namelijk dat veel van deze jonge delinquenten elektronisch toezicht niet als een straf beschouwen. De enkelband wordt stoer in de vriendengroep getoond. Er wordt mee opgeschept. Het is een graad van ‘coolness’. De enkelband als statussymbool, als het ware!’

Ook in de omgeving van Seys’ zoon circuleerde ‘een jongere die actief met drugs ‘bezig is’ niettegenstaande dat hij een enkelband draagt’. Seys doet het relaas van deze jongen, die ‘crasht’ en meerdere malen wordt opgenomen in de psychiatrische afdeling van een ziekenhuis. Daar krijgt hij het label ‘gevaarlijk’ opgeplakt – ‘inclusief twee agenten aan zijn deur tijdens het onderzoek’ – maar toch kan hij telkens ook weer vertrekken uit die afdeling.

‘Jongeren tegen zichzelf en omgeving beschermen’

‘Ik vind dat men deze jongeren tegen zichzelf en tegen hun omgeving moet beschermen,’ betoogt Seys. ‘Strikte opvolging en begeleiding is zonder meer noodzakelijk. De situatie in Leopoldsburg was zelfs nog erger. Twee jonge wetsovertreders, met een betrokkenheid in dezelfde zaak en die onder toezicht stonden, konden er in hetzelfde woonblok verblijven. Ze konden vrij contact met elkaar hebben terwijl hun verleden en het gebruik van drugs bekend was bij de politie.’

De man klaagt aan dat hij deze kwestie, zo’n drie weken voor het ongeval, is gaan melden bij de politie. Omdat de invloed van ‘deze personen op andere jongeren groot is. Zeker als deze zich in de puberteit bevinden of het even moeilijk hebben, dat hebben we helaas zelf kunnen ervaren.’ Zonder succes, evenwel.

‘Sorry dat ik niet meer heb kunnen doen om dit drama te vermijden’

‘En sterker nog, wanneer je als verontruste ouder waarschuwt voor het gevaar en verzoekt of ze even met Wouter (zijn zoon, red) willen praten, geven de politiediensten te kennen dat ze je wel zouden willen helpen maar dat ze spijtig genoeg niet veel voor je kunnen doen.’

Seys besluit dat ‘de vraag of men met een gepaster optreden een en ander had kunnen voorkomen’ altijd zal blijven. ‘Aan Wouter en de andere onschuldige slachtoffers: “Sorry dat ik niet meer heb kunnen doen om dit drama te vermijden.”‘

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content