Uplace: geen nood aan bijkomende mobiliteitsmaatregelen

Actievoerders in Vilvoorde protesteren tegen de aanleg van een tram voor Uplace. © BELGA

Voor het nieuwe ruimtelijk uitvoeringsplan rond Uplace zijn geen bijkomende of flankerende maatregelen op het vlak van mobiliteit nodig. De plannen voor het winkelcomplex worden behouden, maar er wordt fors gesnoeid in de ruimte voor kleinhandel, leisure en kantoren.

Voor het nieuwe ruimtelijk uitvoeringsplan rond Uplace zijn geen bijkomende of flankerende maatregelen op het vlak van mobiliteit nodig. Dat komt omdat de oorspronkelijke plannen fors zijn afgeslankt en omdat er ook garanties gevraagd zijn voor de realisatie van het GEN-treinstation in Machelen en de busverbinding met halte aan Uplace. Dat staat te lezen in een studie van Antea Group, uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse overheid, die Belga kon inkijken.

Gesnoeid in ruimte kleinhandel

Vlak voor de krokusvakantie hakte de Vlaamse regering de Uplace-knoop door. In het nieuwe gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) blijven de plannen voor het winkelcomplex Uplace behouden, maar wordt er in de rest van het reconversiegebied Vilvoorde-Machelen fors gesnoeid in de ruimte voor kleinhandel, leisure en kantoren. Zo werd de oppervlakte voor kleinhandel met een derde verminderd.

Met die ingreep wil de Vlaamse regering tegemoet komen aan de bezwaren op mobiliteitsvlak. Die bezwaren waren voor de Raad van State de reden om het vorige GRUP te vernietigen. Tegelijk vraagt de Vlaamse regering een aantal garanties op het vlak van openbaar vervoer, met name de realisatie van de stopplaats voor treinen in Machelen (GEN-station) en van de busverbinding tussen Vilvoorde en de luchthaven van Zaventem met halte aan Uplace.

‘Geen aanzienlijk negatief effect’

Adviesbureau Antea Group nam in opdracht van de Vlaamse overheid (Ruimte Vlaanderen) de mobiliteitseffecten van zo’n scenario onder de loep. Het bureau leverde – in januari 2015 – een rapport op met volgende conclusies. Zo hebben de gewijzigde plannen volgens het rapport “geen aanzienlijk negatief effect” op het lokale wegennet. De situatie op het hoofdwegennet, met name de Brusselse Ring en de E19, blijft wel “kritisch”, maar Uplace veroorzaakt “geen significante bijkomende doorstromingsproblemen”.

Voorts zijn er volgens de studie “geen bijkomende milderende of flankerende maatregelen nodig”. Meer zelfs, de geplande tramverbinding tussen Vilvoorde en de luchthaven van Zaventem is strikt genomen niet noodzakelijk als milderende maatregel. De tramverbinding blijft echter wel wenselijk “op langere termijn” en “maakt na realisatie de busverbinding Vilvoorde-Machelen overbodig”. De Antea-studie heeft wellicht een belangrijke rol gespeeld in de Uplace-beslissing van 13 februari. (Belga/WB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content