Ultimas in tijden van Jambons cultuurbesparingen: ‘Zolang het maar beschaafd blijft’

Jan Jambon: 'De grote kunstinstellingen moeten hun verantwoordelijkheid opnemen om jonge kunstenaars te steunen.' © Hatim Kaghat
Simon Demeulemeester

Jan Jambon (N-VA) kende al woelige dagen als minister van Cultuur. Na boegeroep op de uitreiking van de MIA’s staat mogelijk ook die van de Ultimas, de cultuurprijzen van de Vlaamse Gemeenschap, in het licht van de debatten over besparingen in de cultuursector.

Wanneer op 18 februari de Ultimas worden uitgereikt, de cultuurprijzen van de Vlaamse Gemeenschap, zal de sfeer zeker feestelijk zijn. Mogelijk ook een tikje tumultueus, net zoals op de uitreiking van de MIA’s, de Music Industry Awards, vorige week. Daar werd Jan Jambon (N-VA) op boegeroep en een fluitconcert getrakteerd toen hij Angèle aankondigde als winnares in de categorie Hit van het jaar.

Op de uitreiking van de Ultimas zullen artiesten als pianist Jef Neve en het theatermakersduo Jan De Corte en Sigrid Vinks – zij wonnen vorig jaar nog de Ultima voor Algehele Culturele Verdienste – afwezig zijn, uit onvrede met het door de Vlaamse regering gevoerde besparingsbeleid op Cultuur. Maar lege stoelen maken geen lawaai. Wie wel lawaai kan maken, is Luc Tuymans, laureaat voor de Algemene Culturele Verdienste dit jaar. Sigrid Vinks, die samen met Jan De Corte in de jury zat die Tuymans bekroonde, zei tegen Knack Focus dat ‘die award niet zonder slag of stoot in ontvangst zal worden genomen’. Ook Tuymans’ galeriehouder Frank Demaegd van Zeno X liet in een gesprek met Knack vallen dat ‘Luc op zijn manier die prijs in ontvangst zal nemen’.

Mijn job is om ervoor te zorgen dat die Vlaamse canon en dat museum er komen.

De internationaal gefêteerde Tuymans is goed van de tongriem gesneden. ‘De N-VA’, zei hij in december in De Morgen, ‘zou de Vlaamse cultuurproductie graag plooien naar haar eigen bekrompen wereldbeeld: “Vroeger was het beter.” Cultuur als propaganda- abteilung, ik zeg het met opzet in het Duits. Ik zal me daar alvast niet voor laten gebruiken.’ Als gevestigde waarde die al lang geen projectsubsidies meer nodig heeft, verzet hij zich tegen de besparing van 60 procent daarop. ‘Dat berooft jonge artiesten van een mogelijke toekomst én smoort zo ook het cultureel erfgoed van de toekomst in de kiem.’

Vlaams minister-president Jan Jambon, tevens bevoegd voor Cultuur, ketst de kritiek af. ‘Wij hebben in januari de volledige subsidiepot van 3,4 miljoen euro uitgekeerd’, zegt hij tegen Knack. ‘Alle projecten die door de advies- en beoordelingscommissies als zeer goed werden beoordeeld, zijn gevalideerd. Bovendien hebben we zo’n 600.000 à 700.000 euro extra uitgekeerd, wat het totale bedrag op ongeveer 4 miljoen euro bracht. We hebben dus geen 60 procent gekort. Het is eerder richting 50 procent.’

Waar vond u die extra middelen?

Jan Jambon: Onder meer bij het Fonds Culturele Infrastructuur (FoCI), voor de eigen accommodaties in de domeinen Cultuur en Jeugd. Omdat daar enkele projecten vertraging oplopen, hoeven we dat geld niet meteen uit te geven. Die middelen hebben we aangewend voor extra projectsubsidies.

Het idee om alle subsidies in één keer uit te keren in januari kwam van Vlaams Parlementslid Stephanie D’Hose (Open VLD). Zij stelde ook voor om bij de begrotingscontrole in het voorjaar uit te kijken naar extra geld. Hebt u er al zicht op of dat zal lukken?

Jambon: Nee, want die begrotingscontrole is voor maart of april. Daar nu al uitspraken over doen, heeft weinig zin.

Begrijpt u de kritiek dat besparingen op projectsubsidies de humus weghalen waarop toekomstige toppers kunnen floreren?

Jambon: Ik begrijp wat men bedoelt, wat ik in de commissie Cultuur ook heb gezegd, maar ik ben het er niet mee eens dat wij dat doen. Ik heb u al gezegd dat we in plaats van 3,4 miljoen nu al zo’n 4 miljoen hebben uitgekeerd en we dus geen 60 procent maar eerder 50 procent besparen. Daarnaast vragen wij van de grote kunstinstellingen om hier hun verantwoordelijkheid op te nemen. Het is een van hun taken om jonge, beginnende kunstenaars kansen te geven. Om hen daarbij te helpen, hebben wij ze ontzien. Waar alle beleidsdepartementen zes procent moeten besparen, is dat voor hen maar drie procent. Wij gaan er intensiever op toezien of ze die opdracht naar behoren invullen.

U begrijpt toch dat besparingen niet uitnodigen om meer risico’s te nemen? Investeren in jonge kunstenaars is altijd risicovoller dan in gevestigde waarden.

Jambon: Net daarom gaan we de inspecties intensiever voeren.

Had u de felle reactie op uw besparingen vanuit de cultuursector verwacht?

Jambon: Ja. Mensen besparen nooit graag.

Het hoort bij onze job als bestuurder dat mensen hun appreciatie of ongenoegen uiten.

Over felle kritiek gesproken: hoe staat het met de Vlaamse canon en het museum voor Vlaamse geschiedenis?

Jambon: Ik vraag u nog even geduld te hebben. De komende weken zal ik samen met minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) enkele initiatieven nemen. Laat dan het debat maar komen. Over het museum moeten we nog stevig doorpraten. In het regeerakkoord staat dat wij een concept willen van een museum van de Vlaamse geschiedenis. Dat hoeft niet één groot gebouw te zijn. Ik hoop dat dat museum zich kan enten op de discussie over de Vlaamse canon. Daarom is die dringender.

U zei dat u de commissie die zich over de canon moet buigen pluralistisch wilt samenstellen. Dat is in ons land vaak codetaal voor een partijpolitieke verkaveling.

Jambon: (geïrriteerd) Dat bedoelde ik natuurlijk niet. Ik had het over levensbeschouwelijk pluralisme en diversiteit qua expertise. Nogmaals, wacht onze initiatieven af en laat dan het debat maar losbarsten. Ik merk trouwens op dat deze discussie in landen als Denemarken, Nederland of het Verenigd Koninkrijk veel volwassener wordt gevoerd. Mark Rutte, de Nederlandse regeringsleider, zei me in oktober dat men in Nederland heel tevreden is over de canon. Ik ga ervan uit dat dat in Vlaanderen na het klassieke gekrakeel ook zo zal zijn.

Waarom kunnen Vlamingen daar minder volwassen over debatteren, denkt u?

Jambon: Ik heb daar 100.000 verklaringen voor. Maar die zijn niet interessant. Mijn job is om ervoor te zorgen dat die canon en dat museum er komen.

U hebt het gros van de laureaten van de Ultimas zelf opgebeld om hen te feliciteren met hun prijs. Waren dat aangename gesprekken?

Jambon: Aan de telefoon was er niets te merken van die commotie. Zij waren heel verheugd met hun prijs. Dat is terecht. Ik heb hun dankbaarheid daaromtrent ook aangenomen. (lacht) Ik stond zeker open voor discussies, hoor. Alleen zijn die niet gevoerd.

Wat vindt u van de laureaten?

Jambon: O, die zijn gekozen door mensen uit het vak zelf. Ik vertrouw erop dat zij dat met kennis van zaken hebben gedaan. Als u daarop doelt: het is niet omdat ik het niet eens ben met wat sommige laureaten zeggen of vinden, dat ze geen terechte winnaars kunnen zijn. Dat ik het oneens ben met iemand als Rachida Lamrabet, bijvoorbeeld, betekent nog niet dat zij een slechte schrijfster zou zijn.

Frank Demaegd van galerie Zeno X zei in een gesprek met Knack dat hij verwacht dat Tuymans zijn prijs ‘op zijn manier’ in ontvangst zal nemen. Bent u, na het fluitconcert op de MIA’s, voorbereid op een pittig dankwoordje?

Jambon: Dat zal wel, zeker? Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is en dit is een vrij land. Dit zijn mensen die letterlijk bijna elke dag op een podium staan. De cultuursector is een mondige sector, dat heeft ook mijn voorganger op Cultuur Sven Gatz (Open VLD) ervaren toen hij moest besparen. Het hoort bij onze job als bestuurder dat mensen hun appreciatie of ongenoegen uiten. Daar heb ik niet het minste probleem mee, zolang het maar beschaafd blijft.

Volgende week vindt u in Knack een special van 40 bladzijden over de Ultimas.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content