Uitdagingen klimaatopwarming niet nieuw: grote stormvloed veranderde onze kuststreek in 1134

© belga
Ewald Pironet

Al in de middeleeuwen waren zware investeringen nodig om de effecten van het veranderende milieu het hoofd te bieden.

De alternatieve canon: terwijl de regering-Jambon een Vlaamse canon voorbereidt, kijkt Knack weg van de alom bekende ankerpunten. Welke feiten en gebeurtenissen zijn onbekend maar onontbeerlijk voor wie de geschiedenis van Vlaanderen écht wil kennen?

Voorgesteld door: Jan Trachet

Waarom? Omdat de uitdagingen waarvoor de klimaatopwarming ons stelt niet nieuw zijn.

Op 1 oktober 1134 resulteerde de combinatie van een noordwesterstorm en springtij in een overstroming die het zuidwesten van de Lage Landen teisterde. Uit onze geschiedenislessen weten wij vooral dat die stormvloed de Zwingeul in de richting van Brugge heeft geschapen. Langs de Zwingeul ontstond bovendien al snel een ingenieus netwerk van dijken, sluizen en voorhavens om de nieuwe maritieme toegangsweg naar Brugge te ontsluiten. Al in de volle middeleeuwen werden de natuurkracht en het wassende water afgewend door investeringen in publieke infrastructuur, en dus door menselijk ingrijpen.

Jan Trachet: ‘In de les aardrijkskunde hebben we ooit geleerd het periodieke overstromen en terugtrekken van de Noordzee de motor was van veranderingen in de kustlijn, zoals het ontstaan van het Zwin of de Zeeuwse eilanden. In de jaren negentig hebben geologen, historici en archeologen aangetoond dat dat zogenoemde transgressiemodel één grote cirkelredenering was. In de plaats kwam een verklaringsmodel waarin onder andere natuurlijke factoren worden aangevuld met de effecten van menselijk ingrijpen in de kustvlakte. Al tweeduizend jaar hebben onze aanpassingen in het getijdengebied onvoorziene gevolgen, van geulen die verzanden tot polders die overstromen.’

Wie die discussie wil voeren, kan beter ook eens achteromkijken.

Hoe de mens omgaat met de kustvlakte en reageert op overstromingen en stormvloeden: het zal ook in de toekomst een cruciale rol spelen. Des te belangrijker is interdisciplinair historisch, archeologisch en geologisch onderzoek naar de evolutie van de kustvlakte en de rol van menselijk ingrijpen daarin. Onze relatie met rijzend zeewater is in elk geval al langer dan vandaag bijzonder ambigu, zegt Trachet. ‘Voor streekbewoners veroorzaakte de stormvloed van 1134 dood en vernieling, terwijl hij voor Brugge een periode van economische hoogtij inluidde. En terwijl de constante landschappelijke verandering vele generaties landbouwers confronteerde met landverlies en verzilting, profiteerden generaties dijkenbouwers en baggeraars van die dynamiek.’

Middeleeuwers hadden nauwelijks inzicht in geomorfologische processen, vandaag hebben wij die kennis wel. Het staat wetenschappelijk vast dat de zeespiegel tegen 2100 met minstens 80 centimeter zal stijgen. Trachet: ‘Hoe zullen we daarop reageren? Met een reeks eilanden voor de kust? Met extra hoge dijken? Door preventief polders op te offeren? Wie die discussie wil voeren, kan beter ook eens achteromkijken, niet alleen in de eigen achtertuin, maar naar de cultureel-maritieme landschapsgeschiedenis van onze kuststreek.’

Jan Trachet is doctor in de archeologie. Hij is verbonden aan de Onderzoeksgroep Historische Archeologie van de UGent.

De alternatieve canon

Partner Content