Gert Jan Geling

‘Turkije illustreert waarom democratie in Midden-Oosten niet zonder liberalisme kan’

Gert Jan Geling Kernlid van denktank Liberales en publicist.

‘De gebeurtenissen in Turkije leggen een van de grootste problemen bloot waar de rest van het Midden-Oosten mee worstelt: namelijk het feit dat democratie weinig voorstelt wanneer ze niet vergezelt gaat van liberalisme’, schrijft Gert Jan Geling van Liberales.

De recente coup in Turkije vormt het meest recente hoofdstuk in het politieke drama dat zich in de afgelopen jaren in het land afgespeeld heeft. En aan de reactie van de Turkse President Recep Tayyip Erdogan op de coup te zien lijkt de gifbeker voor Turkije voorlopig nog niet leeg te zijn. De huidige gebeurtenissen in Turkije zijn zeker niet uniek, vergeleken met wat we de afgelopen jaren in andere landen in het Midden-Oosten waar hebben mogen nemen.

Militaire coups, autoritaire leiders en de opkomst van antidemocratische politieke partijen hebben de politiek in deze regio decennialang gekenmerkt. Maar het voorbeeld van Turkije legt perfect een van de grootste problemen bloot waar de rest van het Midden-Oosten mee worstelt: namelijk het feit dat democratie weinig voorstelt wanneer ze niet vergezelt gaat van liberalisme.

‘Turkije illustreert waarom democratie in Midden-Oosten niet zonder liberalisme kan’

Toen de Franse filosoof Alexis de Tocqueville in de eerste helft van de 19e eeuw door de Verenigde Staten reisde, waar hij zijn meesterwerk ‘Over de Democratie in Amerika’ schreef, constateerde hij al dat de democratie, ook al was het beter dan elk ander politiek systeem, een zeker risico in zich hield, namelijk dat van de ‘dictatuur van de meerderheid’. De dictatuur van de meerderheid zorgt ervoor dat een (kleine) meerderheid voor alle burgers zal bepalen wat er gebeurt in een land, zonder daarbij de rechten van minderheden te respecteren, wat uiteindelijk leidt tot een verstikkend conformisme.

Democratie draait om de soevereiniteit van het volk, de volkswil die tot uiting komt door middel van verkiezingen. Het liberalisme daarentegen draait om een set van ononderhandelbare vrijheden en rechten die individuen bezitten. Tussen beide zit een duidelijk spanning. Want wat als burgers in een democratie deze rechten en vrijheden voor (alle) burgers helemaal niet zien zitten, en dit ook in het stemhokje tot uiting brengen?

Meerderheid die rechten schendt van minderheden

In dat geval ontstaat er wat de Amerikaanse denker Fareed Zakaria in zijn boek ‘The Future of Freedom’ een ‘illiberale democratie’ noemt, een democratie zonder liberalisme, zonder liberale grondrechten en waarden, waar een kleine meerderheid van de bevolking de macht in handen heeft en waarin mensenrechten, fundamentele vrijheden, de scheiding der machten en de rechtsstaat onder zware druk staan of zelfs grotendeels afwezig zijn.

En dat is juist datgene wat op dit moment in Turkije duidelijk waarneembaar is, waar Erdogan met steun van een kleine meerderheid van de bevolking alle macht naar zich toe kan trekken en hierbij de rechten van politieke, etnische, seksuele en religieuze minderheden op grove wijze kan schenden.

Bloeiende democratie

Dat dit nu gebeurt is geen verrassing. Turkije is immers nooit een liberale democratie geweest. Sterker nog, het liberale gedachtegoed is er grotendeels afwezig, net als dat in veel andere landen in het Midden-Oosten het geval is. Wanneer we kijken naar de Europese geschiedenis dan zien we dat in de moderne tijd het liberale gedachtegoed breed verspreid was onder de Europese elites aan de opkomst en verspreiding van democratie vooraf ging. Hierdoor viel de democratie in vruchtbare (liberale) aarde.

In Turkije, en andere landen in het Midden-Oosten zijn democratieën ontstaan zonder dat de verspreiding van het liberale gedachtegoed daaraan vooraf ging. En op grond daarvan is de liberale democratie in deze regio nooit tot bloei gekomen. Niet in Turkije, niet in Egypte, niet in Irak en niet in andere landen die de afgelopen jaren democratische experimenten hebben gekend.

Mislukte revoluties

Alleen Tunesië, waar de verlichte oud-dictator Habib Bourgiba (1903-2000) een zeker liberaal (doch niet democratisch) gedachtegoed heeft verspreid, lijkt hier voorlopig een uitzondering op te zijn Het land kent diverse liberale, seculiere politieke partijen die goed vertegenwoordigd zijn in het parlement. Ook in een grondwet waarin rechten en vrijheden van burgers zijn vastgelegd is in Tunesië aanwezig. Een liberale grondwet (of in het geval van Tunesië, naar omstandigheden relatief liberaal) is dan ook de beste garantie voor het tot stand komen van een liberale democratie.

In andere landen in de regio is de situatie echter heel anders. In veel landen in deze regio is de samenleving als de elite illiberaal. De kans dat daar een liberale democratie zal ontstaan is klein, en het is waarschijnlijker dat indien hier democratie tot stand komt deze landen zullen verworden tot illiberale democratieën. Dit is een van de redenen waarom veel democratische revoluties, waaronder de Arabische Lente, voor een belangrijk deel mislukt zijn.

Promoten van democratie

En datzelfde geldt voor de democratisering van Turkije. Turkije illustreert waarom de democratie in het Midden-Oosten niet zonder liberalisme kan. Dit zou een les moeten zijn voor de EU, de VS, en andere partijen die streven naar democratisering van deze regio. Democratisering die plaatsvindt zonder dat de verspreiding van het liberale gedachtegoed eraan voorafgaat is gedoemd te mislukken, gedoemd te eindigen in illiberale democratie. Dit zou een les moeten zijn voor politici en beleidsmakers in Westerse landen. Liberalisme dient voor democratie te komen. Pas als een zowel de elite als de samenleving doordrongen is van het liberalisme is de kans groot dat de liberale democratie kans van slagen heeft. Zolang dit niet het geval is, is het actief promoten van democratie weinig zinvol.

De verspreiding van het liberale gedachtegoed, bijvoorbeeld door middel van culturele en wetenschappelijke uitwisseling, investeren in onderwijs in de regio en het promoten van hetliberaal-democratische gedachtegoed door (sociale) media die zich op een publiek in het Midden-Oosten richten, zou daarom ook het voornaamste speerpunt van het Westerse beleid t.a.v. het Midden-Oosten voor de komende decennia moeten zijn. Een bloem kan immers niet tot bloei komen in de woestijn zonder dat die woestijn eerst gecultiveerd is.

Partner Content