Louis Ide (N-VA)

‘Topdokters’: ‘Hoe ver kan je gaan in het streven naar gezondheid?’

Louis Ide (N-VA) Algemeen Secretaris van N-VA en arts.

‘Moet een topdokter ook een rolmodel zijn?’ vraagt Louis Ide (N-VA) zich af bij het zien van het VIER-programma ‘Topdokters’. ‘Er moet elke keer opnieuw goed afgewogen worden hoe je mensen aanzet tot meer gezond gedrag.’

Topdokters, zo zijn er (zeer) veel in Vlaanderen. We zijn ons daar niet altijd van bewust maar er lopen hier ongelofelijk veel topdokters rond. De krant De Tijd kan bij wijze van spreken elk jaar een nieuwe lijst publiceren. De zender VIER kan nog vele, vele jaren doorgaan met de gelijknamige serie en telkens nieuwe topdokters opvoeren. Een aantal van hen ken ik. Van de één kreeg ik les, met de ander deelde ik de universiteitsbanken.

Door de band genomen baal ik van medische programma’s. Als je dag in dag uit in de sector werkt, wil je ’s avonds wel eens iets anders zien. Toch vind ik ‘Topdokters’ een geestig programma en lijstjes scoren altijd.

‘Hoe ver kan je gaan in het streven naar gezondheid?’

Met dokter Matthias Lannoo, de obesitaschirurg die in de aanloop naar het nieuwe seizoen in de media opdook, deelde ik de studiebanken (als we in de les waren tenminste). (Lees hier het Knack-interview met Matthias Lannoo: ‘Ja, er is een obesitasepidemie in België.) En ook al sloot Matthias al eens de ogen in de les, hij was er toch maar en hij luisterde aandachtig, ook na een zware Leuvense nacht in de Doc’s Bar. Voor u nu denkt dat ik hier het doopceel ga lichten, zal ik ter zake komen.

Goede voorbeeld geven

Ik kan me voorstellen dat vele mensen geshockeerd zijn als ze de obesitaschirurg vettige broodjes zien eten, die naar hem genoemd zijn. Of wanneer hij twee shots later opduikt met een sigaret in de mond! Men zou van een arts het goede voorbeeld kunnen eisen. Hij is namelijk in zijn discipline een rolmodel. Anderen zullen aanvoeren dat een dokter ook maar een mens is. Waarop dan de repliek kan volgen of hij zo met zijn gedrag te koop moet lopen.

Abdominaal chirurg Matthias Lannoo
Abdominaal chirurg Matthias Lannoo© Tim Dirven

Maar hoe ver kan je gaan in het streven naar gezondheid? En wie mag dit eisen? Het individu voor zichzelf? De familie? De dokter? De verzekeringsmaatschappij? De overheid? En draagt een rolmodel daartoe bij?

Als iemands gedrag een ander schaadt, zal er vrij vlug consensus groeien dat dit niet kan. Het rookverbod in de horeca is daar een goed voorbeeld van. Mensen vinden dat door de band onverantwoord. Het draagvlak neemt ook toe. Op een bepaald moment zal iedereen dit als normaal beschouwen, zoals we het nu normaal vinden dat er op vliegtuigen en treinen niet meer gerookt wordt. De wet en de handhaving daarvan is verworven.

Roekeloos gedrag

Ook als jouw eigen totaal onverantwoord gedrag er toe leidt dat je gezondheid in het gedrang komt en je rekent dan op een solidair systeem, zal je snel van een kale reis terugkomen. Alcoholisten wier lever om zeep is en die alleen gered kunnen worden met een levertransplantatie, zullen daarvoor enkel in aanmerking komen als ze kunnen aantonen dat ze succesvol afgekickt zijn. Zo niet krijgen ze geen nieuwe lever.

Moeilijker wordt het als er geen direct aantoonbare causaliteit is tussen gezondheidsgedrag en pathologie. Bij het geval van de levertransplantatie lijkt die directe causaliteit er te zijn. Er is sprake van roekeloos gedrag en dan is een maatschappij niet rap geneigd zich solidair op te stellen. Vandaar lijkt dit geval ‘evident’.

‘Er moet elke keer opnieuw goed afgewogen worden hoe je mensen aanzet tot gezond gedrag.’

Bij obesitas blijkt het al een stuk moeilijker. Dat is wat dr. Lannoo belichaamt door wat te provoceren. Er speelt heel duidelijk een aspect van erfelijkheid, maar ook versuikering van onze maatschappij (waardoor zelfs ons bier niet meer bitter smaakt), de samenstelling van de darmflora, sociale achtergrond, drukte op het werk, … spelen een rol. Al te snel veroordelen, zoals Groen! eerder deze maand deed, gaat in de richting van gezondheidsfascisme (en dit is geen reductio ad Hitlerum, maar een geijkte term). Eisen dat Gert Verhulst op geen manier nog reclame mag maken voor Plop-koeken helpt ons geen sikkepit vooruit, temeer daar er ook Plop-tomaten en Plop-appels zijn die de jeugd aanzetten tot het eten van groenten en fruit.

Daarom moet er elke keer opnieuw goed afgewogen worden hoe je mensen aanzet tot meer gezond gedrag. Dat zal steeds een mix zijn van preventie, sanctionering, handhaven van wetten, zelfdiscipline, informatie, opvoeding etc. De overheid moet inzetten op vooral preventieve acties zoals aanzetten tot het eten van fruit, het zoveel mogelijk bannen van frisdranken in scholen, een echt hoge suikertaks invoeren (want enkel een hoge doet het gedrag van mensen wijzigen),…

‘Moet een topdokter een rolmodel zijn?’

Een stukje van die puzzel is ook het rolmodel. Ook mijn partijvoorzitter geldt als een rolmodel in de strijd tegen obesitas en ik weet stellig dat hij hoopt ook op dat vlak mensen te inspireren.

Moet een (top)dokter dan ook een rolmodel zijn? In die zin gaat dr. Lannoo niet geheel vrijuit. Hij is ook geacht een rolmodel te zijn op televisie, maar dat hij naar zijn patiënten toegeeft ook te “zondigen”, zal er wellicht toe leiden dat hij ze in het multidisciplinaire behandelingstraject van de obesitaschirurgie ook kan meesleuren in het zoeken naar een nieuwe levensstijl.

Ook fungeert hij als rolmodel naar alle mensen die niet kampen met overgewicht. Hij stipt aan dat overgewicht niet monofactorieel is. Als dat zijn bedoeling was, is hij dus in die zin als rolmodel geslaagd.

Partner Content