‘Thuis zou ook een personage met down kunnen gebruiken’

'De deelnemers aan Down the road hebben zeker hun grenzen verlegd. Soms ging het misschien iets té ver.' © © VRT - Roses are blue

‘Voor deze jonge mensen met down was een roadtrip maken een heel krachtige ervaring’, zegt Griet Dehamers, die als coach meeging met Down the road.

13 september 2018

Het Eén-programma Down the road wint in Berlijn een Gouden Roos. Presentator Dieter Coppens maakte daarvoor een roadtrip met zes mensen met het syndroom van Down.

Griet Dehamers: De grote kracht van Down the road is het empowerment: een reis maken is voor elke mens een kans tot groei, en voor mensen met het syndroom van Down al helemaal. Daarnaast is er natuurlijk de positieve beeldvorming. Daarom was het fantastisch dat de dramareeks Tytgat Chocolat en Down the road rond dezelfde periode werden uitgezonden: zo werd een mooi, genuanceerd beeld van die mensen getoond. Wat mij betreft zou een populaire reeks als Thuis ook wel een personage met down kunnen gebruiken.

Was u niet bang dat het te sensationeel zou worden?

Dehamers: Het feit dat het op Eén werd uitgezonden, stelde me gerust. Ik geef toe dat reality-tv niet meteen mijn favoriete genre is, maar ik had er vertrouwen in. Ik vind ook dat de zes deelnemers met veel respect zijn neergezet. Alleen de verliefdheden werden misschien wat te zeer benadrukt. Zij beleven die heel anders dan de gemiddelde mens: hun gevoelens zijn uitvergroot, de aan-uitknop gaat sneller om.

Nu weet iedereen hoe sociaal en toegankelijk deze mensen zijn

Hoe zag u uw rol als coach?

Dehamers: Op televisie leek ik vooral een troostende schouder en een soort reddingsboei op moeilijke momenten. Maar achter de schermen kon ik goede gesprekken voeren met de deelnemers. Op een bepaald moment hadden Hélène en Lore ruzie. Zij hebben een heel ander temperament en dat botste soms. Ik heb toen bemiddeld en het is mooi dat de programmamakers uiteindelijk in het midden lieten wie nu ‘gelijk’ had.

Moest u soms op de rem staan?

Dehamers: Soms wel. Het waren lange draaidagen met veel activiteiten. En ook het reizen was uitputtend. Toen we net in Zwitserland arriveerden, heb ik gepleit voor een dag zonder camera’s. Maar dat lukte niet, want er stond nog een hoogteproef op een brug gepland. Gelukkig hebben de programmamakers me toen, bij wijze van compromis, beloofd dat niemand gepusht zou worden. Hélène blokkeerde totaal, en daarmee toonde ze ook een aspect van de eigenheid van mensen met down. Ik heb achter de schermen een gesprek met haar gehad en nadien wilde ze het toch doen, waarna de groep volgde. Dat was een euforisch moment.

Hebben de deelnemers hun grenzen verlegd?

Dehamers: Uiteraard: ze waren volledig uit hun comfortzone. Maar soms ging het misschien iets té snel. Als hulpverlener werk ik liever stap voor stap. Zelf naar de winkel moeten gaan, bijvoorbeeld, dat vond ik mooi om te zien. Dat zijn dingen die ze meenemen naar huis. Andere zaken, zoals een helikoptervlucht, zijn natuurlijk spectaculair, maar misschien een tikkeltje geforceerd.

In augustus werd een tweede seizoen opgenomen. Was u er opnieuw bij?

Dehamers: Nee. Ik vond het een fantastische ervaring, maar het vroeg toch iets te veel energie. Ik hoop dat de makers nog iets meer aandacht zullen hebben voor de andere kant van down. We hebben allemaal gezien hoe open, sociaal en toegankelijk deze mensen zijn. Maar daaronder zit ook een grote innerlijke wereld waarin ze zich vaak terugtrekken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content